DICKVANDERHEIJDE JR/REKLAME 'T KLEINE KRANTSJE uw de C^(disx)£ wam VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11 adviesbureau voor reklame en publiciteit w W jozef israëlsstraat 10 leeuwarden 058-124984 Omdat onze voorraad schoolfoto's langzamerhand vrijwel is uitgeput zullen we de hand over het hart strijken ten aanzien van het plaatsen van deze foto. Door de beschadigingen laat de kwaliteit immers te wensen over en dat is toch wel iets, waar we ook in de toekomst naar willen streven: kwaliteit. De foto is ons toegestuurd door de heer Piet Boetes te Lochem en wat we hier zien is een klas van School 17 om streeks 1936. "De school aan het Kalverdijkje tegenover de Barakken voor besmettelijke ziekten was destijds nieuw" aldus de heer Boetes en het zou best eens kunnen zijn, dat niet alle kinderen uit deze klas de foto bezitten, omdat de armoede op die school in de dertiger jaren duidelijk zichtbaar was". De namen van de leerlingen op deze foto, die waarschijnlijk door de bekende fotograaf Dwinger is gemaakt, geeft de heer Boetes als volgt op; eerste rij van voor naar achter: Meisje Visser, Antje Oosterloo, Grietje Nieveen, Joke Pietersen, Geertje Felkers, Jellie Struiksma, Martha Kuipers, Jacoba van Asperen, Sophie van Gelder, Rie van Rossum, Jellie Posthumus, Wietske Popma en Hillegonda Huitema. Op de tweede rij Beppie Rinsema en Nieske Nieuwland, Ebe Drijver, Jopie Verhaar, Tia Zeegers, Hillie van Stralen, Piet Boetes, Hendrik Wieringa, Klaas Engelmoer, Eiso de Vries, Hendrik Bosklopper, Fré Gemser, IJnze van der Meulen, Sjoerd van Stralen en onderwijzer Bart Rijpstra uit de Verstolkstraat. Vooraan derde rij Gerrit Schaafs- ma, Zweitse Boonstra, Cor Fenstra, Jan van der Harst, Rikus Miede- ma, Marten van der Laan, Leo Spijkerman, Sietse van der Ploeg, Ja cob Laverman, Minne Nicolai en Kees de Wit. "Ik verwonder me erover" zo besloot de heer Boetes zijn brief, "dat ik al die namen nog weet en merkwaardig genoeg zou ik de naam van de straat, waar velen woonden er nog wel bij kunnen vermelden. Sommige kinderen blijven sterk in je geheugen, anderen maken min der indruk". VISSEN. Ik was nog heel jong en niet eens op school toen ik al met een netje langs de slootkant ging om visjes te vangen en te bewaren in een jampotje. Zo is het begonnen en het is altijd mijn liefhebberij geweest, vissen! Wanneer later het voorjaar kwam kregen we al de kriebels wanneer we anderen met de hengels op pad zagen gaan. Al les vonden we dan spannend, de voorbereidingen, de zaak voor elkaar maken, wormen zoeken - ik had ook altijd een potje maden, waar ze thuis niet zo gek op waren. Op een zekere zaterdag spra ken we af, dat we 's nachts uit vissen zouden gaan. Maar eerst was er nog een feest in De Groene Weide, waar we natuur lijk niet mochten ontbreken. Dat was laat afgelopen, 't was al haast nacht, maar toch de vis spullen opgehaald en zonder ook maar enige nachtrust op pad. We waren met z'n drieën, Jo- chum, Wiebe en ik zei de gek. Het was intussen stikdonker ge worden en door de lange feesta vond waren we niet meer zo fris en een beetje chagrijnig zelfs. Bij het tramstation zagen we lege goederenwagons klaar staan voor de volgende dag. Even kijken.een wagen vol zacht hooi, even liggen en.al gauw waren we alle drie in een zoete slaap! En we hadden naar ons gevoel maar even geslapen of daar werden we wakker met een schok. "We riede!" schreeuwde Wiebe, maar op hetzelfde moment stond de wagen stil. Rollend kwamen we overeind en met moeite scheurden we de deur open en toen wisten we niet wat we zagen: het station Franeker! "We kanne meteen naar het gekkehuus," bromde Jochum. Maar zover kwam het niet. We pakten de hengelspullen bij el kaar en.liepen naar huis te rug. Een vroege melkrijder was zo vriendelijk ons nog een stukje mee te nemen, maar verder was het marcheren maar. Er werd nauwelijks meer een woord ge zegd en over vissen sprak al helemaal niemand meer. 's Morgens vier uur kwamen we thuis - wat was ik blij dat het zo ver was. Enne Rozema UITGEHONGERD In de gemeente Alkemade, nabij Oude Wetering, lag een vaar tuig, bewoond door een weduwe met drie kinderen en een knecht. De vracht was niet ruim en zoo doende kon de vrouw haar knecht het loon niet betalen, noch den kost geven. Daarom verliet de knecht haar en nu kon zij geheel geen vracht meer in nemen. Zij wilde echter niet haar nood klagen en scheen in doffe moedeloosheid voornemens zich met haar kroost te laten verhongeren. (1902)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 11