HET OUD TOLHUIS WAS EEN POPULAIRE PLEISTERPLAATS 'T KLEINE KRANTSJE MET FAMILIE BROUWERS ER IN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 4 Een paar weken geleden plaatsten wij op de voorpagi na van onze krant een foto ter nagedachtenis aan het onlangs met de grond gelijk gemaakte Oud Tolhuis aan de Groningerstraatweg. „Van de geschiedenis van dat oude tolhuis is vrijwel niets bekend" schreven wij er bij en dat deden wij natuurlijk met een zekere hoop in het hart, dat wij er na het publice ren van de plaat wel iets meer over gewaar zouden worden. En dat is ook ge beurd. Van verschillende zij den ontvingen wij interessan te reacties, zodat we nu in ieder geval in staat zijn weer te geven wat er in en rond het Oud Tolhuis in de laatste ne gentig jaar is geschied. Belangrijke informatie verschaf te ons het echtpaar Schaafsma- Brouwers te Marssum en dat moet voor iedereen begrijpelijk zijn, wanneer we zeggen, dat de vader van mevrouw Schaafsma in vroeger jaren het Oud Tolhuis als café heeft geëxploiteerd - zelf heeft zij er haar heerlijke jeugdjaren doorgebracht. Haar grootvader,. Pieter Willems Brouwers, die leefde van 1862 tot 1943, betrok het Oud Tolhuis nu precies negentig jaar geleden in 1896. Pieter Brouwers was eerst boer in Stiens, maar hij besloot van beroep te verande ren, toen het café aan de Gro ningerstraatweg te koop kwam te staan. Het Tolhuis was toen trouwens nog niet alleen een café - er hoorde ook een klein "boere- spultsje" bij, zodat Pieter het contact met het boerenbedrijf niet helemaal verloor. Pieter Brouwers was getrouwd met Neeltje Jitses Kooistra (1864-1937) en het echtpaar had vier kinderen, drie jongens en een meisje: Willem, Jitse, Richtje en Wopke. We mogen aannemen, dat Pie ter Brouwers liever in de stal stond dan achter de tap, want hij was nog geen tien jaar kastelein, toen hij besloot tóch maar weer boer te worden. Een mooie gele genheid daartoe deed zich voor, toen zijn zwager Wopke Jitses Kooistra op zijn beurt besloot om juist van boer kastelein te wor den. RUILEN Hoewel ze gewoon hadden kun nen ruilen deden ze dat niet: terwijl Pieter Brouwers de plaats van zijn zwager innam op diens boerderij bij (het latere) Gronin gerplein, betrok Wopke Kooistra aan de Langemarktstraat een veemarktcafé. Pieter Brouwers werd nu - in mei 1905 - in het Oud Tolhuis opgevolgd door zijn oudste zoon Willem, toen net twintig en pas getrouwd met Trijntje Annes Gerners, die altijd al bij het Oud Tolhuis had gewoond en er ook het levenslicht zag. Het jonge echtpaar pakte de za ken van meet af energiek aan en in de loop der jaren kwamen er verschillende veranderingen, die evenzovele verbeteringen ble ken te zijn. Zo werden er waran da's om het café gebouwd en aan de overzijde van de toen nog vrij smalle „Zwarteweg" ontstond een bescheiden speel tuin: terwijl er voor de ouderen tafeltjes en stoeltjes werden ge plaatst kon de jeugd er naar har telust wippen en schommelen. En omdat de inventieve Willem Brouwers bovendien met het verhuren van bootjes begon groeide het Oud Tolhuis lang zaam maar zeker uit tot een zeer belangrijke pleisterplaats. WANDELING Vooral in het weekend, op de zaterdag en de zondag, maak ten heel veel Leeuwarders een wandeling langs het lommerrijke Kalverdijkje om in of bij het Oud Tolhuis even te verpozen. Uitge rust kon de wandeling daarna worden vervolgd, of direct langs de Groningerstraatweg naar de stad terug of, nog verder, over het hooghout naast het café en dan dwars door de landen over een voetpad, dat bij Lekkum ein digde. Maar het waren bepaald niet al leen Leeuwarders, die even bij het Tolhuis aanstaken. Ook veel boeren en veedrijvers, die in de nacht voor de vrijdagse markt hele kudden koeien en schapen via de "Zwarteweg" voortdreven naar de stad, plachten bij het Tolhuis halt te houden om er uit te rusten - het etablissement bleef dan open en de Brouwers maakten lange uren. Omdat Willem eigenlijk voor tim merman was opgeleid vond hij ook een deel van zijn broodwin ning in het maken van landhek ken voor de boeren, die even eens van hem gewaar werden hoeveel hout ze nodig hadden, wanneer er iets moest worden gebouwd - zo bleef er ook altijd een hechte band met het platte landsvolk bestaan. GELUKKIG Een gelukkige omstandigheid voor het jonge echtpaar Brou wers was het wonen, vlak bij het Oud Tolhuis, van de ouders van de vrouw, Pake en Beppe Ger ners, die altijd bijsprongen, wan neer er hulp nodig was. In 1924 schoven er donkere wol ken voor de zon, toen Willem Brouwers, nog maar negen en dertig jaar oud, overleed. De we duwe kon de zaak niet alleen voortzetten, maar toch bleef de naam Brouwers aan het Tolhuis verbonden, omdat de veertien jaar jongere broer van de overle dene, Wopke Brouwers, die met Baukje Andries Dijkstra was ge trouwd, de zaak overnam. (Vervolg op pag. 5) De speeltuin bij het Oud Tolhuis in 1920. Vooraan rechts Willem Brouwers. Links met hoed een meneer Fransen, een klant van 't café en dan Vrouw Rik Jansen, de werkster, Beppe Gerners, welbekend als „Beppe bij 't witte brugje", Rikke, nu mevrouw Bosma-Brouwers, Hinke van der Hoek, dienstmeisje, mevrouw Brouwers-Gerners, Tine van der Heide, een logee van boer Al- gera tegenover het Oud Tolhuis, Jochem Brouwers, een oom van Willem, en Anne Gerners, schoonvader van Willem Brouwers en arbeider bij Algera. Op de achtergrond de meisjes Fokje van der Hoek, Froukje Brouwers, Jantje Algera en een dochtertje van fotograaf Dwinger, die het plaatje heeft gemaakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 4