'T KLEINE KRANTSJE
BLAUW WIT VAN TOEN
KOBES KROEGJE
FIETSERS ZIJN
BEIDEN HERKEND
DAMES
KRANSJE
"Ben ik toevallig als een toeter
Dan ontmoet ik m'n oude moeder"
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 13
'Jou mutte geve, Wietske, wat
sitte jou nou te seuren, der mut
een bitsje tempo in komme van
middag, een en twintige is gien
skaken, nou."
"Och meens, ik hew toch sun
pien inne side, ik mut mar es
naar dokter loof ik. Mar ik hew
die Uffelie en da's sun raar
mantsje, ik hew het niet op
hem."
Janke seit dat se een nije dokter
het, die't hur goed bevalt, een
Van Kollem, een jonge vent en
dat staat hur wel an.
"Ach meens, dat is toch seker
gien huusdokter wel, dat is toch
een tannedokter op 't Rutersker-
tier."
'Nou ja," seit Janke, "ik seg dat
het een dokter is en dat ie mie
goed bevalt."
"Binne er misschien nog meer
met ongemakken? Late we nou
mar kaarte."
"Die Van Kollem mut anders oek
een goeie toneelspeuier weze,
mar dat het vanself niks te ma
ken met sien praktiek."
Nog een tiedsje klieme over
kwaaltsjes en dan geeft Hinke
een kopke thee met een sneeds-
je sukerbrood erbij, waar se ge
weldig van smulle.
Wiete het hur dag vanmiddag,
se wint heel wat spultsjes en
vergeet vanne weeromstuit hur
toed.
En Janke sit te kliemen, dat se
nooit wat wint.
"Inne Slotmakerstraat hewwe se
een vondeling vonnen," weet
Frouwkje, "het stumper lag oppe
stoep bij de slager. Se salie hur
wel in 't weeshuus opnimme
denk ik. 't Is toch verskrikkelijk
nou. Het meensdom wudt met
de dag slechter."
"Nou hest al vier potsjes achter
mekaar wonnen, Wiete, mutte
jou nou niet es naar Vrouw
buurt?"
"Lollige Johannes kon met sien
kar oek niet meer de Amelands-
piep opkomme. Bakker Giezen
het hem holpen en die kteeg een
paar rottige sinaasappels, dus
die mag oek weer tuuskomme!"
Dan komt Meine, het petrolie-
mantsje anne deur.
"Fandaag niet noadig! Dat
mantsje denkt dat ik petrolie
suup."
Janke fleurt een bitsje op. Se
wint twee spultsjes en se stapelt
de nutskes op elkaar.
Nog een sneedsje sukerbrood
bij de thee en de dames gnieze
omme noflikheid van disse
smoute middag.
Akke de Kruk komt even bij de
kaartsters kieken en brengt wat
rooie appeltsjes met. Die gaan
er wel in bij de drukke vrouwkes,
die't nou mar uutskijke met kaar
ten.
Nog even kletse en dan make se
anstalten om er weer vandeur te
gaan.
Tot weerziens bij 't een en twinti
gen.
Enne Rozema
'toe,aeï
is Leeuwarden bezocht door het
wereldvermaarde circus Barnum
en Bailey, dat hier maar één dag
heeft gestaan, namelijk op 2
september 1901. Het circus
werd opgetrokken op een stuk
grond bij het Nieuwe Kanaal, on
geveer op de plaats waar nu de
Gysbert Japicxstraat ligt. Het
werd, tijdens een middag- en
een avondvoorstelling, bezocht
door rond negenentwintigdui
zend mensen, een enorm aan
tal, wanneer we weten, dat de
stad toen nauwelijks meer inwo
ners had. Het ogenschijnlijk
merkwaardige feit, dat het circus
hier niet langer bleef hield ver
band met een weddenschap -
de onderneming van de veelbe
sproken Amerikanen moest in
een bepaald aantal dagen een
reis om de hele wereld maken
en kon daardoor nooit langer
dan voor één dag op een be
paalde plaats zijn tenten op
slaan.
Een elftalfoto van de Christelijke Voetbal Vereniging Blauw Wit '34 uit een lang vervlogen tijd.
Van links naar rechts, staand Willem Wesseling, Jitse Postma, Thomas Bakker en Auke
Boschma, middelste rij: Sjoerd Lodema, Meine Weima, Bauke Saiverda en Lieuwe Tamminga,
voorste rij Jan Pitstra, Age Saiverda en Sjouke Lodema.
Twa Friozen. Eon rets rond de Wereld
Enige tijd geleden vonden wij in
onze archieven een prentbrief
kaart met twee degelijk geklede
wielrenners en de toelichting:
"Twa Friezen - Een reis rond
de wereld." Wie deze onderne
mende jongelieden waren wis
ten wij niet en daarom stelden
wij onze lezers de vraag "Wie
kent deze sportievelingen?"
Wij hebben daarop verschillen
de reacties gehad en nu komen
we er nog graag even op terug.
VERONDERSTELLING
In de eerste plaats ontvingen wij
een brief van onze abonnee, de
heer A. H. Bergsma uit Haren,
die ons schreef: "Op de sportie
ve fietsers-foto meen in de heer
Feitze Kuitert te herkennen, die
nu ongeveer acht en zestig jaar
moet zijn. Hij is de "gebrilde"
renner. Is mijn veronderstelling
juist, dan zal hij zeker de andere
renner doen identificeren. Hij
woont in Leeuwarden en zijn
adres sluit ik hierbij in."
Een telefoontje naar de heer
Kuitert, eveneens geaboneerd
op onze krant en wel vanaf het
eerste uur, leerde ons evenwel,
dat de heer Bergsma abuis was
met zijn veronderstelling. "Ik heb
nooit een fietsreis rond de we
reld gemaakt en ik ben het ook
nooit van plan geweest," zo zei
hij ons.
BEP ANDRIESSEN
Dan werden we gebeld door
onze abonnee, de heer Bep An-
driessen van het Rennershuis te
Leeuwarden, die ons vertelde op
slag de niet-gebrilede man
rechts te hebben herkend. "Dat
is Klaas de Vries, die vroeger in
Workum en later in Leeuwarden
woonde. Ik herken hem aan zijn
ogen. Hij is een heel goeie maat
van mij geweest en ik heb veel
wielerwedstrijden met hem gere
den, vooral in Brabant, maar ook
wel in Antwerpen."
De heer Andriessen, die de man
met de bril op de foto niet her
kende, en die ook niet zei te
weten of die reis rond de wereld
ooit is voltooid, wist wel, dat
Klaas de Vries tenslotte in Mep-
pel in terechtgekomen. "Daar is
hij twee jaar geleden overle
den," aldus de heer Andriessen.
CANADA
Een volgende reactie ontvingen
wij tot onze verrassing uit Cana
da van een meneer Peter de
Zwart, die ons volledig bleek te
kunnen informeren.
"De personen op de foto", zo
schreef hij ons, "zijn Theo de
Zwart links en Klaas de Vries,
beiden oud-Workumers en later
wonende te Leeuwarden, waar
deze foto waarschijnlijk in 1932
of 1933 is gemaakt. Hun "tocht
rond de wereld" hebben zij in
Parijs noodgedwongen moeten
opgeven vanwege geldgebrek.
Theo was mijn oudere broer en
hij is in Edmonton, Canada, op
zeventigjarige leeftijd overleden.
Verder schreef de heer De Zwart
dat hem niets bekend is van
Klaas de Vries, maar dank zij de
heer Andriessen weten we dat
nu wel.
TOEVALLIG
"Het is erg toevallig, dat ik dit
nummer van Uw blad gelezen
heb," voegde de heer De Zwart
nog toe aan zijn brief. "Wij wa
ren namelijk in Soest, Neder
land, met vacantie en onze
vrienden, ook oud-Leeuwarders
en geabonneerd bp 't Kleine
Krantsje, hadden een stapel
exemplaren voor ons bewaard."