hellema 'T KLEINE KEANTBJE Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 4 Was dit 'stukje' Vliet voorbij het Vliet-Slot? Wordt met 'slot' het eind bedoeld, dan lag het er m.i. voor. Ik interesseer me hiervoor omdat mijn moeder daar ter we reld kwam (1886), ongeveer ter hoogte van Markus Aal, die bootjes verhuurde. Zag ook 'Pie- ter Jelles' ter plekke niet het le venslicht? Van mijn moeder herinner ik het gezegde: 'n echte Vlietster is geen Leewadder. 'n Echte Vliet ster woonde Vliet-Slot of daar omtrent. Haren A. H. Bergsma Soms komt het voor, dat er geen maand voorbijgaat, zonder dat op minstens één dag de kachel brandt, zoals dat het vorige jaar bij ons het geval is geweest. Insgelijk kan het geschieden dat, op een zachte decemberdag de winterjas niet nodig is. Wel nu, op zo n dag moet de foto zijn gemaakt. De gefotogra feerde plaats, bij het Oranje- waltje, lag voor het zoge naamde Noordvliet-Slot, dat waarschijnlijk zo heette om het eind van de huizenrij aan de noordzijde van het Vliet aan te duiden. Red. 't KI. Kr. KINDERSPELEN In de lange reeks artikelen over "kinderspelen" hebben we al meermalen opgemerkt, dat de "knikkerperiode", de "hoepel- tijd" enzovoort streng begrensde tijdperken waren met een plotse ling begin: alle jongens deden het, en ook opeens was er niet één jongen meer, die het in zijn hoofd zou halen met knikkers op straat te komen. Hoe en waarom dat zo was mag Joost weten, maar het was zo. Bij meisjes ging het al net zo: door een geheimzinnige macht waren alle meisjes opeens aan het bikkelen, en ook plotseling was dat over. Daarna volgde bij voorbeeld het touwtje springen. Met andere woorden: deze spe len waren dus niet aan een vast gestelde tijd gebonden. Daar staat echter tegenover dat er nog een ander spel was dat uitsluitend door jongens ge speeld werd en waarover ik reeds geschreven heb in het nummer van 27 juni, namelijk: het oorlogje spelen in het begin nrfe Makelaardij ainda 1898 Leeuwarden - Drachten van deze eeuw ten tijde van de oorlog tussen de Transvaalse boeren en de Engelsen. Dit "spel" kwam niet zo maar in eens en verdween weer om niet bekende oorzaken, maar was vast gebonden aan een bepaald tijdvak. Maar er was ook nog een soort spel dat onverbrekelijk verbon den was aan een bepaalde vas te datum, ik doel hiermee op de naderende Leeuwarder kermis. Deze begon, naar ik mij herin ner, officieel op de tweede maandag van juli. Reeds waren wij, kwajongens, van te voren opgewonden om te weten wat er op de kermis allemaal wel te zien zou zijn, met andere woor den wat de "kermisreizigers" al zo te bieden hadden. De tegenwoordige kermissen worden beheerst door nationale en internationale vermaaksin dustrieën die natuurlijk beschik ken over eigen autotransport. Vroeger was dat anders. Het vervoer ging toen per rail, bij voorbeeld de stoomcaroussel en ook andere zwaar-gewichten zo als circussen en theaters. Alleen kleinere zaken, zoals poffertjes bakkerijen en speelgoedkramen kwamen per eigen vervoer maar nog niet met auto's. Wanneer de goederenwagens binnengekomen waren bij het station waren wij er als de kip pen bij om er in te kijken en zo mogelijk ook in te klimmen om te zien welke "heerlijkheden" ons te wachten stonden. Bij deze ge vaarlijke escapades werden we natuurlijk voortdurend wegge jaagd. Bij de opbouw van de verschil lende kermisattributen op het Wilhelminaplein waren we van zelfsprekend ook voortdurend in actie. Wat een glorie als we mee (Vervolg op pag. 15) JONG MAAR DAPPER Op de Sint Vitusschool, die ik in mijn jeugd bezocht, hebben we als jongens in de dertiger jaren een voetbalclub opgericht: J. M. D., ofwel Jong Maar Dapper. Ik herinner me nog een wedstrijd tegen een jeugdelftal van Harde- garijp, waarin we met 0-10 wer den ingemaakt. Misschien kunt u van deze ploeg een foto plaatsen? Ze moet zijn gemaakt in het seizoen 1934—1935. De bijbehorende namen zijn, zittend v.l.n.r.: Adri- aan Langedijk, Draaisma, Pon- jee; (knielend) Lammert Krijnsen (mijn tweelingbroer), Piet Krijn sen (ook 'n broer) en Kees Krijn sen (ikzelf dus); (staande) Wim Adema, Alex Mulder, Jan Jan sen, Frans Fleur en Ros. De jongen met het vlaggetje was reserve en heette Kühn. 's Zomers namen mijn broers en ik deel aan de Vacantiespelen, vaak op Sonnenborgh, het voor malige veld van de v.v. Leeu warden. Met mijn oom Wim Kiestra, oud bestuurslid en een fanatiek aan hanger van "Frisia", bezochten we nog wel eens de wedstrijden van deze club op de Wilhelmina- baan. Namen van Frisia-spelers als Lammert Steinvoorte, Stede houwer en Jan Brada zijn me steeds bijgebleven. Ook herin ner ik me, dat eens het grote Ajax een bekerwedstrijd tegen Frisia in Leeuwarden moest spe len. Men had het halve tweede elftal gestuurd, maar Ajax ver loor dan ook met 2-0. Er zouden nog veel meer herin neringen op te halen zijn uit mijn Leeuwarder tijd. Met mijn vader en enkele broers gaan we meestal om het jaar nog een dagje naar Leeuwarden om oude plekjes te bezoeken. Va der is nog zeer kras en vitaal. In september heeft hij in zeer goe de gezondheid zijn negentigste verjaardag gevierd. En nu is hij bezig zijn memoires te schrijven - hij heeft al vier schriften vol! Hengelo C. Krijnsen FRANSE SCHOOL In 't Kleine Krantsje nummer 509 stond een foto van de Groene- weg. Ik heb wel eens gehoord, dat in een van die diepe huizen vroeger een Franse school is geweest; later woonden er meerdere gezinnen in. Weet u daar iets meer van? Leeuwarden T. van der Sloot De Franse School, officieel De Fransche dag- en kost school voor jonge heerenis in de vorige eeuw gevestigd ge weest in een vroeger gebouw van de Schutters-Doelen op de hoek van het Sint Jobsleen en het Tournooiveld, op een punt dus, dat een eind verder lag, richting Oldehove, dan wat er van de oude Groene- weg op de foto stond. Red. 't KI. Kr. AKTIE-REAKTIE Van ouds geldt: "Op aktie volgt reaktie" en toen ik in 't Kleine Krantsje nummer 507 de heer Mr. P. ledema zag reageren op het voortreffelijke artikel van ing. H. Th. Heegstra over de M.T.S. in een eerder nummer, meende ik, als oud-leerling, toch enkele punten uit het schrijven van Mr. ledema te moeten rechtzetten. In de eerste plaats moet ik zeg gen, dat alle leerlingen het ge bouw binnengingen door de hoofdingang onder de spreuk: "Wie slagen wil, die slagen kan". In de tweede plaats berust het geloof en het sceptisisme van de heer ledema met betrekking tot deze spreuk nergens op - het register van afgestudeerden, in '78 uitgegeven t.g.v. de toen ge houden reünie, kan het tegen deel aantonen. Om mij te beperken tot onze afdeling Weg- en Waterbouw kunde 1931de negentien afge studeerden, van wie nu nog veertien in leven, veroverden al len een verantwoordelijke baan in verschillende functies: vijf bij Rijkswaterstaatsdiensten, vier bij Provinciale Waterstaatsdien sten, eveneens vier bij Gemeen telijke Diensten en verder een bij het Waterleidingbedrijf, bij Phi lips als hoofd Bouwkundige, bij de Arbeidsinspectie, bij de Hoofdinspectie verzekeringen, bij de Directie Volkshuisvesting en in de Directie van een Inge- nieursburo. In de loop der jaren heeft deze M.T.S. bewezen een goede ba De Leeuwarder kermis van vroeger. sis te bieden voor de verdere ontwikkeling van de afgestu deerden. Leeuwarden J. Bootsma, ing. Door de redactie gevraagd gaf de heer Mr. P. ledema op dit schrijven het volgende commen taar: "Het is duidelijk, dat de uitspraak "Wie slagen wil die slagen kan" in hoofdzaak, misschien wel uit sluitend, is bedoeld als een aan sporing voor de MTS-leerlingen tot het behalen van het MTS- diploma. Omdat de spreuken, op de bui tenkant van gebouwen aange bracht, veelal voor voorbijgan gers zijn bedoeld, zullen deze geneigd zijn uit de spreuk op het MTS-gebouw meer te lezen, na melijk dat men, indien men dat maar wil, kan slagen in de maat schappij, misschien zelfs, wat oneindig veel moeilijker is, ook in het leven. Ik meen, dat het bereiken van beide laatste idealen van veel andere factoren afhankelijk is, dan de eigen wil alleen." NOORDVLIET-SLOT De foto op de frontpagina van 't Kleine Krantsje nummer 509 van het bruggetje bij het Vliet lijkt me niet op de 23e december te zijn gemaakt, zoals in het onder schrift wordt vermeld. Hoewel nog geen hartje winter is om die tijd de temperatuur doorgaans niet van dien aard, dat in hemds mouwen buiten wordt vertoefd, noch minder, rustig vóór huis kan worden gezeten en zomer groenten de groentekar tooi en. 't Kan zijn dat de mensen meer winterhard waren, vanwe ge de levertraan van de Lofoten. Of moet ik het onderschrift zo lezen, dat de aantekening op de foto de 23e december 1907 werd gemaakt?

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 4