DE "WAARDELOZE" SPREUK VAN DE VROEGERE M.T.S. "KLEINE KEANTSJE TEHUIS VOOR MELAATSEN WIE SLAGEN WIL IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM LAZARUSHUIS VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Het poortje met de tekst "Wie slagen wil - die slagen kan" bij de ingang van de vroegere M.T.S. aan de Vredeman de Vriesstraat. Bij de sloop van het gebouw in 1974 is het poortje jammerlijk verloren gegaan. In nummer 507 van 't Kleine Krantsje wijdt de heer mr. P. ledema een artikeltje aan de spreuk, aangebracht boven de ingang van de M.T.S.: "Wie sla gen wil die slagen kan." Nu ik de leeftijd van de zeer sterken heb bereikt, en terugkijk op mijn le vensloop ben ik het volkomen met hem eens dat dit een waar deloze spreuk is. Er zijn teveel factoren, welke men niet in de hand heeft, die het slagen kun nen verhinderen, dit geldt zowel voor de school als voor de maat schappij. Een grote dosis geluk is noodzakelijk, vooral in de tijd dat wij carrière moesten ma ken. Nadat ik de school had verlaten en zogenaamd "het leven" in ging was de werkloosheid schrikbarend. Dat er door de werkgevers, en kele goede uitzonderingen daar gelaten, op een grove manier van de rechteloosheid van de werknemers misbruik werd ge maakt was in die tijd de gewoon ste zaak van de wereld. SLAVERNIJ Men sprak van "personeel", maar in wezen was het een ver kapt soort slavernij. Een werkge ver kon zonder aanleiding ie mand per dag zijn ontslag geven, zonder tekst of uitleg, af gezien van de slechte betaling voor geleverde arbeid. Een zeer gemene manier om goedkoop personeel in dienst te hebben was het Volontairsys- teem. Dit werd in hoofdzaak toe gepast bij banken en grote be drijven. Men nam iemand in dienst met de verplichting dat hij drie tot zes maanden gratis voor het bedrijf zou werken. Werd men capabel bevonden voor deze job, dan kreeg degene een salaris van plusminus twintig gulden per maand. Het geval waar ik aan denk was iemand die geslaagd was voor de vijf-ja rige HBS. De Volontair op zijn beurt ging er van uit: als ik eerst maar in het bedrijf of bank zit, dan kan ik proberen vooruit te komen. KWALIJKE PRAKTIJKEN Onder de werknemers ontstond hierdoor een concurrentiestrijd en het was heus geen zeld zaamheid dat er zeer kwalijke praktijken werden gebruikt. Las ter en achterklap bij de heer pa troon van je collega was een gewild systeem, enkel en alleen om in het gevlei te komen en eventueel eigen positie te verbe teren. Wanneer de werkgever een slechte mensenkenner was en zeer gevoelig voor de stroop kwast kon het er voor de betrok kene slecht uitzien. Ontslag was het gevolg en men was machte loos er iets tegen te doen; gele genheid om je te verdedigen kreeg je niet. Het vreemde was dat vooral overheidsdienaren, die er toch financieel geen cent minder of meer om verdienden, zich aan deze praktijken schul dig maakten. Louter en alleen uit machtswellust werd over de on der hen staande ambtenaren beslist. Dat er ook mensen waren die graag wat wilden verdienen op legale wijze, maar de kans niet kregen, het probeerden op ille gale wijze, lag voor de hand. Zo las ik aan het eind van de twintiger jaren in een Hollandse krant over een rechtzaak die was aangespannen tegen een man die op het idee was geko men om aan de werkeloosheid wat te verdienen. BEHEERDER GEVRAAGD Hij plaatste in diverse dagbladen een advertentie waarin hij ie mand vroeg als beheerder en concierge van een groot gebouw met vrij wonen, gas en licht, sa laris. Brieven met postzegel voor antwoord onder nummer. De enorme lading post die zich opstapelde bij de dagbladen wekte de argwaan van een kie ne redacteur en deze tipte de politie. Wat bleek? Er was hele maal geen gebouw waar een concierge nodig was. De man haalde alleen maar de postzegel uit de brieven en ruilde deze op het postkantoor tegen contant geld, wat hem een behoorlijk be drag opleverde. Maar deze ma nier van geldverdienen staat omschreven in het Wetboek van strafrecht onder het hoofdstuk "Oplichting". Onder "valse voor wendsels" had hij de mensen bewogen om op deze adverten tie te schrijven. Bij de rechtzitting ging de Offi cier in zijn requisitoir hevig te keer. Hoe gemeen was het om van de werkeloosheid misbruik te maken en zich ten koste van deze mensen te verrijken. Een behoorlijke straf leek hem op zijn plaats en naar ik meen eiste hij één jaar logies op staatskosten. Het was natuurlijk grote onzin wat deze "rechtsgeleerde" ver kondigde, want als hij iedereen in het land zou opsluiten, die misbruik maakte van de werke loosheid, hadden er meer ge vangenissen dan boerderijen in Nederland gestaan. Het kardina le punt was dat zolang je geen wetsartikel overtrad, dan kon je rustig je gang gaan, want de werknemer was rechteloos in die tijd. Deze rechtsprekende ambtenaar gaf alleen maar blijk dat hij geen flauw benul had wat er in het dagelijks leven van de mensen omging. Niet lang nadat ik deze recht zaak in de krant had gelezen stond er in de Leeuwarder kran ten een advertentie van de Ge meente Leeuwarden. Hierin werd gevraagd een schrijver voor de secretarie van het Ge meentehuis. Sollicitatiebrieven op zegel te richten aan B. en W. Dat "sollicitatie op zegel" bete kende dat men op het registra tiekantoor aan de Grachtswal een stuk papier moest kopen. In de rechter bovenhoek van dit papier was een blauw stempel gedrukt met de waarde van der tig cent. Het papier kreeg men gratis. Op dit papier moest men zijn sollicitatie indienen, anders werd aan het schrijven geen aandacht geschonken. ENORME BELANGSTELLING De belangstelling voor deze baan was enorm. De krant schreef als bijzonderheid dat er 774 sollicitaties waren binnen gekomen. Op een feestavond, naar ik meen van de turnvereniging Bri- nio, danste ik met een meisje dat ik wel kende. Al gauw viel de vraag "Heb je al werk?" Op mijn ontkennend antwoord zei ze: "Ik heb nu een goede baan. Ik ben schrijver op de gemeentesecre tarie." Waarop ik verrast reageerde met de vraag: "Bedoel je de baan van de advertentie?" "Ja, inderdaad" was het ant woord." Maar dat wist ik al drie weken voor de advertentie in de krant stond. De Gemeentese cretaris is een goede vriend van onze familie, maar de gemeente is verplicht om een advertentie te plaatsen en dan beslist de Gemeentesecretaris." Ik gunde haar deze baan van harte, maar had de Gemeente zich nu niet aan "Oplichting" schuldig gemaakt? ONRECHTMATIG De gemeente wist dat de baan al vergeven was en toch liet ze 774 sollicitanten dertig cent betalen, waarmee een bedrag onrecht matig in de gemeentekas vloei de. O, wat had ik graag die Officier van Justitie eens willen vragen wat het verschil was tussen de man met de postzegel en de Gemeente Leeuwarden met haar sollicitatie op zegel, maar daar krijg je als kleine man geen kans voor. Ik wil mijn verhaal over "die goe de oude tijd" eindigen zoals ik begonnen ben bij de spreuk "Wie slagen wil, die slagen kan". De heer mr. P. ledema zal, als hij dit epistel leest, zeer zeker iets terugvinden wat in zijn eigen levensloop past. Hij is een tijd genoot van mij, al ken ik hem zeer oppervlakkig. In de tijd dat de heer ledema door de spijlen van het hek keek en de spreuk bestudeerde had er moeten staan: "Alleen zij sla gen, die over een harde schedel en een olifantshuid beschikken." Gelukkig is tegenwoordig de werknemer niet meer rechte loos. Heel veel heeft zich ten goede gekeerd en als er iemand is die hier zeer mee ingenomen is dan is het wel... Hilversum J.K. pagina 7 llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllil EMOTIE In alle staten van het midden van Amerika heerscht groote emotie door het bekend worden, dat er op tal van kerkhoven lijken zijn gestolen ten behoeve van de studenten in de medicijnen aan de hoogescholen der Vere nigde Staten. Er schijnt iemand gevonden te zijn, die zich met de bewakers van de kerkhoven in verbinding stelde en dan de pas begraven lijken opkocht. De poli tie van Indianapolis waar het brandpunt van deze zaak is, ver klaart, dat driehonderd graven aldus beroofd zijn geworden. (1902) Er is nu geen enkel spoor meer van terug te vinden, maar het heeft er toch wel degelijk ge staan: aan het begin van de Spanjaardslaan, ongeveer ter hoogte van het huidige reclame bureau Bouman, bevond zich in vroeger eeuwen het zogenaam de Lazarushuis, een opvang centrum voor stakkers, die met melaatsheid waren besmet. Deze Lazarussen of leprozen, die niet anders dan door bede len aan de kost konden komen, werden het liefst uit de bebouw de kom geweerd - vandaar, dat men voor hen buiten de stads grachten een onderkomen bouwde. Verondersteld werd, dat de be smetting sinds de twaalfde eeuw door kruisvaarders vanuit het oosten naar hier was overge bracht en hier waren het veelal zwervende bedelaars, die de melaatsheid of akkerziekte, dus ook wel leprosie of lazarie ge noemd, verder verspreidden. Hoewel de bedelarij in 1531 vol strekt verboden werd, maakte men een uitzondering voor geestelijke bedelaars, ,,die om aelmoessene sullen mogen bid den", maar dan zouden zij wel duidelijk als lazarussen herken baar moeten zijn aan hun man tels en een witte band om de hoed, terwijl zij verder met een klep hun komst zouden moeten aankondigen. De gezonde burgers in de stad zagen deze zieken liever komen dan gaan en het speciale Laza rushuis aan wat toen nog de Leprozenweg werd genoemd, was bedoeld om de besmetten op te vangen. Nadat zij lange tijd in het geheel niet in de stad mochten komen, werd hun dit in 1636 alleen op de zaterdagen toegestaan. Ruim een kwarteeuw later kwa men er weer strengere bepalin gen tegen het rondzwerven en bedelen van vreemde Lazarus sen, waarbij zij met opsluiting in een nieuw gebouwd Tucht- en Werkhuis werden bedreigd. Het aantal bewoners van het La zarushuis nam toen geleidelijk af en nu precies drie eeuwen gele den kwam het zover, dat het verder overbodig werd geacht. In 1688 werd het gebouw, dat zoveel leed binnen zijn muren had gezien, met de grond gelijk gemaakt - daarna bleef er geen enkele herinnering meer over aan deze inrichting, die de brave Leeuwarders altijd met een be paalde huivering vanuit de verte hadden aanschouwd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 7