'T KLEINE KRANTSJE KOBES KROEGJE WAAROM MOETEN OVERLIJDENS ADVERTENTIES ONDUIDELIJK ZIJN "Kom ik een keer vroeg naar huis Is mijn vrouw net niet thuis" VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 6 (vervolg van pag. 3) Ut was un echt buurtwinkeltsje. As je ouwer wudde krij je inne gaten, dat ut toen - vieftug jaar leden - gien fetpot was. "Skrief ut maar even op" of "Kent fol- gende week ook even?" hè je daar vaak hore kennen. Ut was altled goed. Ik kan mie temeen- sen niet herinnere ooit anders hoordte hewwen. Mien moeke wist te vertellen, dat de ene "voor de koningin kookte as die in Leeuwadden was". Rechts naast de Gezusters woonde De Vries. Daarnaast was de winkel van Van der Schel. Die had un seun, die Henkie hiette. Van der Schel verkocht "huisvlijtartikelen". We haalden daar figuursaagjes en triplex om kapstokjes üt te sagen en andere rotsooi.Naast Van der Schel was de Raad van Ar beid. Vedder op hadden je nog de iezerhannel van Van der Meulen, appeteek Ten Velthuis en de possegelhannel van Jaas- ma. Maar dat had allemaal niks te maken met de vraag: Leeu warders waar is dit. De heer Bernard de Boer, een tantezegger van de dames, schreef ook, dat de zusters be kend stonden om het uitzenden en verzorgen van diners. "Bij een officieel bezoek van Konin gin Wilhelmina heeft Gré Smits bij de toenmalige Commussaris Van Harinxma thoe Slooten voor de koningin gekookt. Zij hadden geen kostgangers, maar kosthe- ren. Van de Stichting 40-45 te Eindhoven hoorde ik eens, dat in de oorlogsjaren geregeld koe riersters bij de dames een schuil- rust- en eetplaats von den. Ofschoon ik er veel over de vloer kwam en de tantes mij als zeer anti-duits bekend waren, heb ik dit nooit geweten. Wel weet ik, dat toen mijn broer Al- bert in zijn duikplaats op de Ee- wal wilde stappen, deze door een koerierster bezet bleek te zijn." Mevrouw P. J. M. Keijzer-de Een sfeervol plaatje van de Weaze, toen de straat nog bomen had. Aan de andere kant hebben wij de foto van onze prijsvraag gemaakt. Jong te Kampen berichtte ons, dat zij er vaak boodschappen moest halen voor haar moeder. "Het duurde altijd erg lang, want mej. Smits liep iets mank, dus het ging niet zo snel. Als kind had ik daar een verschrikkelijke hekel aan. Maar het waren bei den lieve dames. Een zus van hen was getrouwd met de heer M. de Boer van de Tuinen. Deze mevrouw De Boer was plusmi nus 1910 kindermeisje bij mijn vader thuis. Tja, het kan raar lopen allemaal. Zo'n foto roept dan ook tal van herinneringen bij je op en dan weet je ineens heel veel te vertellen." WARME BAKKER De heer Rinze van der Heide te Leeuwarden herinnerde zich, dat hij de dames zaterdags ban ket van de warme bakker bracht, want dat wilden ze graag heb ben. Ze hadden het zelf trou wens ook te koop. Evenals anderen schreef ook de* heer Ritsko van Vliet te Leeu warden over de befaamde kook kunst van de dames. Zij hadden ook heren-kostgangers op ka mers, o.a. de heer August Schweigmann, de heer Hobach, reiziger van Erdal en de heer Zonneveld, reiziger voor Glim. "In het pand ernaast woonde de heer Groenveld, congierge van de Raad van Arbeid, dan kwam Van der Schel, die in huisvlijtarti kelen deed, de Raad van Arbeid en vervolgens nog de apotheek van Ten Velthuis en de ijzerhan del Van der Meulen. In het hele kleine huisje woonde de postze gelhandelaar Harterink. Tussen 1930 en 1936 liepen op deze kant van de Eewal tientallen postzegelverzamelaars, zoals nu het geval is achter Vroom en Dreesmann. Op de hoek tenslot te woonde August Delea, de In nummer 507 van ons Kleine Krantsje schreven wij een verhaal over de onduidelijkheid in overlijdensadvertenties: de onbegrijpelijke gewoonte van de meeste mensen om het overlijden van familieleden in annonces in de krant aan te kondigen, zonder te vermelden wie en wat de overledene nu precies was geweest. Heden overleed Jan Jansen, punt streep uit. Wij hebben op dit verhaal verschillende reacties gekregen en komen er nu nog graag even op terug. In de eerste plaats ontvingen wij een brief van onze abonnee de heer W. H. Kuipers te Leeuwarden, die ons het volgende schreef: schoorsteenveger. Aan de an dere kant van het pand van de dames Smits woonde voor de oorlog een kapper, later zat er een clichéfabriek in het pand en in het huis op de hoek, dat nu zo mooi verbouwd is, zat de familie Dantuma, fabricage van muziek instrumenten. Het Nationale Reddingsleger had ook al eens in dat pand gezeten en in de tijd dat Leeuwarden de smaak van de taxis te pakken kreeg, zat de Singer Tax er een tijdje in." "Ik woon sinds 1955 in Den Haag" schreef ons de heer J. Romkes, "maar als oud Leeu warder zag ik direct dat dit de winkel was van de dames Smits. Het was nog een ouderwetse winkel, zoals er overal in den lande aanwezig waren. Ze zijn nu allemaal verdwenen door de opkomst van zelfbedieningswin kels en supermarkten." Genoeg nu over deze lieve da mes Smits. Nu de winnares van het boekje "Leeuwarden, ach ja, zo was het.Het werd me vrouw Johanna Bakker-Rauwer- da, Krijn van den Helmstraat 79 te Leeuwarden. Ook de opgave van de vorige maand in onze rubriek "Ook dit is Leeuwarden" heeft een aantal goede oplossingen opgeleverd. "Dit is het pand Weaze nummer 35" schreef de heer Piet Jorna te Leeuwarden, "en het wordt bewoond door mej. Schweer, die daar zeven en tachtig jaar geleden ook geboren is. Moge mej. Schweer, die erg veel be langstelling heeft voor cultuur en historie, nog jaren in dit leuke grachtenhuisje wonen" aldus de heer Jorna. De uitgeloofde boekjes, "Leeu warden, ach ja, zo was het". en "Populaire Leeuwarders" gaan naar de heer L. Popma, Engelsestraat 59 te Leeuwar den. "Ik ben het met u eens dat rouw advertenties eigenlijk het (voor malige) beroep van de overlede ne zouden moeten vermelden. Juist de dag voor het verschij nen van 't Kleine Krantsje nr 507 las ik twee van die droeve ken nisgevingen met mij bekende namen, maar het kunnen best vreemden voor mij zijn geweest. Uw vijfde voorbeeld van zo'n verwarringwekkende adverten tie stelt mij trouwens nog voor een heel ander raadsel. Het gaat om 'onze oom en oudoom', die verderop als 'weduwe' wordt aangeduid. MERKWAARDIG Merkwaardig is, dat meestal wel de koninklijke onderscheidingen worden vermeld, zoals 'ridder in de orde van Oranje Nassau'. Je weet dan alleen maar dat het om iemand gaat uit de 'betere krin gen', want de gewone man brengt het nooit verder dan een eremedaille in brons, zilver of goud, ook al weer naar de maat schappelijke stand. ('Wat hebt u daarvoor gedaan?' werd eens gevraagd aan ie mand, die ridder in de orde van Oranje Nassau was geworden. Het antwoord was: 'Niets, maar wel zeer langdurig.'). Vaak helpen de ondertekenaars je op de goede weg, maar ook dat is veel moeilijker geworden, nu men in veel gevallen volstaat met de voornamen: 'Ot en Sien, Pirn en Mien, Jan en Pietje, Piet en Jantje'. De overledene zou dan wel wéten om wie het gaat, maar ja, zo'n advertentie is er voor de levenden, ook mensen die de familieleden niet zo goed kennen dat ze aan de voorna men genoeg hebben. Uw bezwaar tegen 'heden over leden' bij advertenties die een dag of enige dagen na het over lijden verschijnen, deel ik niet. Het 'heden' slaat op de in de advertentie opgenomen datum en dat is correct." NA-APEN Wat dat obligate "Heden over leed" betreft handhaven wij ons bezwaar in zoverre, dat wij het gedachteloze na-apen betreu ren: omdat Jan en Piet de over lijdensadvertentie aldus begin nen, doet Klaas het ook, zonder er bij stil te staan, wat hij nu eigenlijk zegt. Waarom niet gewoon meege deeld, dat de verscheidene gis ter of eergister of maandag of dinsdag overleed? Dat is toch de meest duidelijke en gangbare taal? Daar komt nog bij, dat een overlijdensadvertentie nimmer op de dag van het verscheiden in de krant komt te staan, maar altijd een, twee of drie dagen daarna. Waarom dan toch altijd dat ondermijdelijke "heden over leed", zoals ook bij het reeds eerder door ons beschreven ge val van een stadgenoot, die drie, misschien wel vier maanden dood in huis had gelegen voor men hem vond. Ook toen zag de familie nog kans de wereld te laten weten, dat hij "heden over leed". Dat iemand in een door ons af gedrukte advertentie zijn of haar zeven en negentigjarige oom als "weduwe" liet overlijden, is niet alleen de heer Kuipers, maar ook andere abonnees opgeval len; wij kregen er meer schrifte lijke en telefonische meldingen over. Wellicht is deze fout van de Exe cuteur-Testamentair, die de ap- nonce ondertekende, toe te schrijven aan de verloedering van de Nederlandse taal en dan komen we op een volgend punt met betrekking tot overlijdensad vertenties in de krant. VERVLAKKING Wij werden namelijk naar aanlei ding van ons eerste verhaal ook opgebeld door onze abonnee, mevrouw Damsma te Jelsum, die ons zei op de advertentieaf deling van een dagblad te heb ben gewerkt en zich daar be hoorlijk te hebben geërgerd, aan de vervlakking van de taal, met name zoals die in overlij densadvertenties wordt ge bruikt. Inderdaad is het zo, dat we re gelmatig in de krant overlijdens advertenties tegenkomen, waar in de Nederlandse taal geweld wordt aangedaan, terwijl de stel lers van de annonce het toch zo goed bedoelden. Maar onzinnig zijn en blijven na tuurlijk teksten als: "Na een langdurige ziekte nam God tot zich", "Dapper tot het einde heeft God", en "Na een moedige strijd is door God", want God was niet ziek, was niet dapper en was ook niet moedig. Ook een kreet als "Dankbaar voor wat hij voor ons betekend heeft ging van ons heen" klinkt wat vreemd, omdat bedoeld zal zijn, dat de nabestaanden dank baar zijn en niet de overledene - hoewel dat, strikt genomen, nog wel zou kunnen ook. "Het is allemaal zo oppervlakkig wat ze opgeven" aldus mevrouw Damsma, "en het gaat meestal buiten het hart om.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 6