'T KLEINE KBANTSJEi
DE TORENSTRAAT: LANG GELEDEN
„JE MOET HEM IN DE GATEN HOUDEN
WANT HIJ HEEFT STREKEN.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 6
(Vervolg van pag. 5)
Daarna begon hij een verhande
ling te houden over wat er aan
de hand was.
Men zegt dat een hond loops is,
maar hoe men dat bij een merrie
noemt ben ik vergeten. Uitvoerig
werd me verteld dat de merrie
van de officier, laten we maar
zeggen: liefdes-perikelen had.
Piet had daar de geur van in de
neus gekregen en nu was hij
helemaal overstuur. "Wacht hier
totdat je ons niet meer ziet en
loop dan verder". De hengst zal
nog wel een tijdje onrustig blij
ven.
De wachtmeester had gemakke
lijk praten. Met Piet was niets
meer te beginnen. Hij stond op
zijn achterbenen en zwaaide
met zijn voorbenen in de lucht,
onder luidruchtig gehinnik. Ge
lukkig waren de teugels vrij lang
zodat hij me deze niet uit de
handen kon rukken.
Stel je voor dat de officier alleen
geweest was. De hengst moest
en zou de merrie beklimmen.
Eerst de officier van zijn paard
afgooien om er zelf op te gaan
zitten en dan te bedenken dat hij
dat wou doen met mij op zijn rug,
kon het nog schandaliger?
Het paard liep de gehele verdere
weg niet naast me maar al maar
om me heen te draaien, voortdu
rend luid hinnikend.
Bij het hek van de weide liet ik
eerst het paard in de wei om
direct het hek achter hem te slui
ten. Nu moesten nog de riemen
van het halster af. Hij hield zijn
hoofd geen ogenblik stil zodat ik
daarvoor geen kans kreeg. Ik
ben op de grond gaan zitten en
heb zijn hoofd zover mogelijk op
het hek getrokken. Vervolgens
heb ik de riemen om de onderste
plank vastgeknoopt en toen was
het niet moeilijk om de muske
tons van het halster te openen.
Een grote spanning viel van me
af. Zittend in het gras moest ik
eerst bijkomen. Ik produceerde
een heel lelijk scheldwoord, dat
luchtte op. Wandelend naar de
boerderij voelde ik pas hoe mijn
achterwerk geleden had onder
de woeste rit. Op het Kalverdijk-
je hoorde ik de hengst nog hinni
ken.
Hij kon me wat, als ant
woord produceerde ik nog een
scheldwoord. Die schobbejak
had mijn mooie rit totaal bedor
ven. Op de boerderij hing ik de
riemen op zijn plaats. De boer
was bezig in de schuur en vroeg:
"Wel, hoe is het gegaan?"
"O, prima, niets aan de hand, als
je Piet maar laat voelen datje de
baas bent, dan is hij zo mak als
een lammetje." "Ja, zei de
boer", maar toch moet je hem in
de gaten houden, want hij heeft
streken."
Hilversum J. K.