IN MEMORIAM
G. CASTELEIN
BOMMEN INDERDAAD
UIT DUITS VLIEGTUIG
'T KLEINE KRANT5JE
ZESTIG JAAR GELEDEN
EEN LANGE JACHT
BLIND
GANGER
ONDER
SPOOR
BAAN
RAMP WUBRAND DE GEESTSTRAAT
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 11
Op de leeftijd van zes en zeventig jaar is de vorige
maand te Leeuwarden overleden de heer Gerardus
Castelein, die veel oudere Leeuwarders zich zullen
herinneren als een uitblinkende figuur op het atletiek-
veld in vooroorlogse jaren.
Gerardus Castelein, een zeer sympathieke sportman,
boekte veel successen als hardloper op de lange en
superlange afstand. Hij is vele jaren gewoon onver
slaanbaar geweest, hoewel hij wel zware concurrentie
ondervond van atleten als de ook al overleden Brouwer
en Jappie Walstra.
Kort na de oorlog raakte Gerardus Castelein zijn supre
matie kwijt, toen hij het tegen een opkomende jonge
generatie moest afleggen. Het was de later zo bekend
geworden Hans Huizinga, die hem op het sportterrein
aan de Bleekerstraat als Fries kampioen onttroonde op
de vijfduizend meter.
Daarna is 'de lange" Castelein geruisloos van het
sportveld verdwenen; voor veel bewonderaars bleef
slechts de herinnering aan een prachtige sportloopbaan
bestaan.
Ook twee broers van Gerardus, Japie en Wiep Castelein
hebben als hardlopers in diezelfde vooroorlogse tijd
triomfen geboekt, maar de nu overleden Gerardus was
toch veruit de snelste van de drie.
Uit enkele interessante reacties,
die wij kregen op het verhaal in
ons vorige Kleine Krantsje over
de bommen, die in de oorlog een
aantal huizen aan de Wybrand
de Geeststraat verwoestten,
hebben wij een bevestiging ge
kregen van de stelling, dat het
geen Engelse, maar Duitse
bommen waren, die deze ramp
veroorzaakten.
Een van onze vrouwelijke abon
nees vertelde ons, dat zij op de
dag van de tragedie, die zes
mensenlevens kostte, door de
Willem Loréstraat liep. Daar
werd haar aandacht getrokken
door een zeer laagvliegend
Duits vliegtuig, waarvan het ken
teken, het bekende kruis, duide
lijk in het maanlicht was te zien.
Het vliegtuig maakte een bocht
en onmiddellijk daarna klonk het
gedreun van de neervallende
bommen.
Volgens onze informante zaten
op dat moment Engelse vliegtui
gen veel hoger in de lucht.
„Voor mij is het altijd een zeker
heid geweest, dat Duitse bom
men deze ramp veroorzaakten"
aldus deze abonnee, die er
eveneens van overtuigd zegt te
zijn dat het Duitse brandbom
men waren, die de oorzaak wa
ren van de ramp bij het Panwerk
en het Mariahof - ook daar vie
len verschillende doden te be
treuren.
Een beeld van een deel van de grote verwoestingen, die er in de
Wijbrand de Geeststraat werden aangericht.
Verder reageerde op onze be
richtgeving onze abonnee de
heer Kalverboer uit Leeuwar
den, wiens vader, Wouter Kal
verboer, het hoofd was van de
Luchtbescherming op de dag
van de ramp in de Wijbrand de
Geeststraat.
De heer Kalverboer Senior, die
zich onmiddellijk na de ramp
naar de Wijbrand de Geeststraat
begaf, vond daar de zogenaam
de staartstukken van de bom,
met daarop, duidelijk leesbaar,
de Duitse tekst, waarover ook
onze abonnee de heer Hampie
Efdé al sprak.
„Mijn vader heeft die staartstuk
ken meteen in zijn auto gelegd"
aldus de heer Kalverboer Junior,
„maar ze zijn hem door de Duit
sers weer afhandig gemaakt."
Eenige opgeschoten knapen be
vonden zich gisteren om middag
in den afgesloten tuin achter de
fabriek voor gecondenseerde
melk, aan het Nieuwe Kanaal,
waar een bed met wortelen hun
ne begeerlijkheid wekte. Sommi
gen plukten er van. Dat werd
gezien door een der gebruikers
van dat terrein, die even verder
de hulp inriep van een ander; ten
einde de knapen zoo mogelijk in
handen te krijgen. De laatsten
hadden er geen erg in, dat ze
achtervolgd zouden worden en
sommigen van hen waagden
nog een aanslag op een wortel
bed van een tweede bouwveld.
Dat gaf eenig oponthoud en
daar eerst merkten ze, dat ze
gezien waren en zetten het op
een loopen.
Een der achtervolgers moest on-
verrichterzake terugkeeren, toen
de vluchtelingen dwars over den
spoorweg het hazenpad kozen
in de uitgestrekte landen, doch
geheel ingesloten door breede
wateren van Kanaal en Potmar-
ge. Ze moesten vast loopen, nu
de dam in het laatste vaarwater
onlangs is verwijderd.
De vervolgers, dit wetend, had
den maatregelen genomen, dat
ze niet konden ontkomen, door
de uitgangen naar den weg te
bewaken. Een hunner ging toen
een wedloop aan met de reeds
vermoeide knapen, waarvan en
kelen over een sloot wisten te
komen, om vervolgens in de be
groeide hoven schuil te kunnen
gaan. Drie bleven er evenwel
achter en twee er van moesten
dra den kamp opgeven, terwijl
de derde op een der uitgangen
toezette, waar hij gevat werd
door den bewaker bij het hek.
Tot zoover hebben wij met vele
andere wandelaars de jacht ge
volgd en hoe 't verder is gegaan,
weten we niet.
Wij hebben dit zoo uitvoerig ver
teld, om de jeugd te waarschu
wen tegen het rooven van vruch
ten uit andermans tuinen. Nu er
zooveel open tuinen liggen
langs de wegen is de verleiding
grooter dan vroeger, maar ook
zal de bewaking van het publiek
zeker scherper zijn en de straf
fen, als de overtredingen voor
den rechter komen, allicht
zwaarder dan in gewone tijden.
(1917)
WIET JOU EENMAAL BE
DRIEGT DOET JOU ON
RECHT, WlE't HET TWEE
KEER DOET, DOET JOU
RECHT
EEN DAG, WAAROP JE NIKS
LEERD HEWWE, IS EEN VER
LORENDAG
JE WET NIET WA T JE KANNE,
VOOR JE HET PREBEERD
HEWWE
BELANGRIEKER DAN JE
MOEILIJKHEDEN IS HET
HOE T JE OVER JE MOEILIJK
HEDEN DENKE
Zit er nog altijd een blind
ganger, een niet ontplofte
bom, onder of vlak naast
de spoorbaan ter hoogte
van de Condensfabriek?
Dat is een bange vraag, die
we ons moeten stellen na
wat we een dezer dagen
hoorden uit de mond van
de heer Kalverboer te
Leeuwarden. Diens vader,
Wouter Kalverboer, was
het hoofd van de Techni
sche Dienst van de Lucht
bescherming in de oor
logsjaren.
Volgens mededelingen van
hem aan zijn zoon moet er
altijd een blindganger zijn
blijven liggen na een bom
bardement, waarbij ver
schillende huizen in de Ju-
lianastraat, pal naast de
Condensfabriek, werden
verwoest en waarbij ook
dodelijke slachtoffers vie
len.
Het zou moeten gaan om
een zware bom, waarvan in
die oorlogsdagen eenvou
dig werd gezegd: „die zien
we nooit meer terug." Vol
gens de heer Kalverboer
Junior zijn er nooit pogin
gen ondernomen deze bom
te verwijderen.