de behoring van betonde friesland
MET EEN TIENDEHANDSBUSJE
NAAR DE OLYMPISCHE DAG
'T KLEINE KRANTSJE
HET MOOIE VERHAAL VANGRADDUS CASTELEIN
'toeye
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 9
KOLLUM
Enkele weken geleden las ik de
overlijdensadvertentie van Ger-
hardus Castelein. Daardoor her
innerde ik me een van zijn mooi
ste verhalen. Behalve een prima
atleet was Graddus een smoute
verteller. Het verhaal, dat me nu
weer te binnenschoot is al ouder
dan vijftig jaar - zo lang geleden
heeft Graddus het me al eens
verteld.
RUDI DE JONG
De geschiedenis betrof het deel
nemen van een aantal Leeuwar
der atleten aan de Olympische
Dag in Amsterdam. Het plan
daarvoor werd te berde gebracht
door Rudi de Jong, een brood
bezorger, die - zo ging dat toen
nog - als een raket de stad door
kruiste om tijdig zijn klanten te
bedienen.
Rudi was een geweldig goede
vierhonderd meter loper en op
een trainingsavond kwam hij
met het idee aan die Olympische
Dag mee te doen. Maar hij had
weinig succes met zijn plan;
door een gebrek aan geld bij de
meesten moest het overgaan.
Een paar dagen later evenwel
riep een stralende Rudi de mak
kers weer bij elkaar: er was een
klein wonder gebeurd! Rudi had
een erfenisje van een tante ge
kregen en nu wilde hij, bij ge
noeg deelnemers, een autobus
je kopen, een zoveelste hands
uiteraard.
Hij vond nu wel gehoor en Rudi
kocht een busje voor naar ik
meen twee honderd gulden; af
gesproken werd dat alle deelne
mers de lasten zouden dragen.
Zo werd er dan toch nog een
ploeg ingeschreven voor de
Olympische Dag en op een vrij
dagmorgen reed het hele stel
richting Amsterdam. Rudi ge
heel verheerlijkt in zijn auto, die
het, althans in het begin, prima
deed.
DE FINANCIEN.
Maar het duurde toch niet lang
of zo nu en dan liep de motor
warm, er kwamen een paar lek
ke banden en er ontstonden nog
wat meer kleine mankementen.
Een en ander vergde nogal vyat
tijd, maar eindelijk werd toch
Amsterdam bereikt. Daar aan
een agent de weg naar het
Olympisch Stadion gevraagd.
De politieman wierp een criti-
sche blik op het vehikel en zei:
"Met deze wagen drie kwartier
doorrijden en dan rechtsaf."
Maar het stadion bleek al direct
om de hoek te zijn en Rudi voel
de zich in z'n wiek geschoten
door het geringschattend gedrag
van de agent.
Omdat de financiën al duchtig
waren aangesproken - de bus
zóóp benzine en olie - was enig
onderling overleg wel noodzake
lijk en besloten werd te over
nachten bij het Leger des
Heils.
De volgende morgen kwam de
troep volkomen geradbraakt aan
de start waardoor de westrijden
geen doorslaand succes ople
verden. Maar de heren hadden
toch enorm plezier en vol goede
moed werd de terugreis aan
vaard.
Maar toen begon de ellende pas
goed. De ene lekke band na de
andere, dan weer een kokende
radiateur of een ander ongemak.
Uiteindelijk werd toch Harlingen
bereikt, maar toen bleken de
banden in een dermate slechte
conditie te zijn, dat ze volge
stouwd moesten worden met
gras uit de berm.
Stapvoets rijdend kwam het ge
zelschap diep in de nacht in
Marssum aan en toen volgde de
krachttoer om de bus de terp op
te duwen. Chauffeur Rudi gaf
aldus de bevelen. Maar nu nam
de getergde bemanning het niet
meer: Rudi werd uit de bus ge
sleurd en ook aan het duwen
gezet.
MURW
Volkomen murw kwam de expe
ditie tenslotte in Leeuwarden
aan, waar bleek dat sommigen
door uitputting de ogen niet
open hadden kugnen houden -
?e sliepen als marmotten.
Het busje kon gelijk naar de slo
per en Rudi liet zich een paar
maal niet op de training zien. Zo
eindigde de reis, die een triomf
tocht had moeten worden.
Maar Graddus Castelein, die
over de hele geschiedenis
prachtig kon vertellen, bezorgde
ons lachkrampen, dat wel.
Cothen A. N. Bulthuis
heeft er in de Grote Hoogstraat
een fraaie toren gestaan, de
Nieuwe of Sint Jacobstoren,
waarvan de standplaats nu nog
altijd is te zien: het is het pleintje,
dat aan de Klokstraat ligt. De
toren werd in 1883 door novem
berstormen zwaar geteisterd en
hing toen lelijk uit het lood. Het
jaar daarna werd het mooie mo
nument gesloopt. Plannen de to
ren te herbouwen brachten heel
wat geld in 't laatje maar toch
niet genoeg om tot een realisatie
over te gaan. Het bleef bij een
namaaktoren van linnen, latten
en papier, die in 1905 in de Sint
Jacobsstraat werd opgericht ter
ere van het bezoek dat koningin
Wilhelmina toen bracht aan de
stad.