TOEN DE GRONINGEN IV VERGING
'T KLEINE KRANTSJE
TRAGEDIE OP HET IJSSELMEER
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 9
Ruim vier maanden voor het einde van de Tweede We
reldoorlog voltrok er zich op het IJsselmeer een drama,
waarvan eigenlijk maar weinig bijzonderheden bekend
gebleven zijn. In de nacht van zondag 7 op maandag 8
januari van het bevrijdingsjaar 1945 kwamen er ter
hoogte van Urk twee schepen, die een dienst onderhiel
den tussen Lemmer en Amsterdam met elkaar in aanva
ring. Het waren de bekende Jan van Nieveen en de
Groningen IV, welk laatste schip jammerlijk ten onder
ging. Van de rond honderd opvarenden van de Gronin
gen IV verloren waarschijnlijk enkele tientallen het leven
- zij zaten opgesloten onder in het schip, toen dit
onverwacht snel zonk. De andere opvarenden van de
Groningen IV konden door de Jan van Nieveen worden
gered.
Het oorlogsnieuws van die da
gen trok zozeer de belangstel
ling naar zich toe, dat deze tra
gedie op het IJsselmeer aan
veler aandacht ontsnapte. De -
uiteraard kleine - Friesche Cou
rant van maandag de achtste
januari maakte met geen woord
melding van het verschrikkelijke
ongeluk. Wel werd de lezers
breedvoerig onthuld hoe slecht
het nog altijd met de geallieerde
legers ging en hoe glorieus
daarentegen de oorlog voor de
Duitsers verliep.
DUITSE SUCCESSEN
Zo konden, aldus de krant, de
geallieerden de Duitse aanval
tussen de Saar en de Rijn niet
tot staan brengen, boekten de
Duitsers belangrijke successen
bij Bastonge en "verflauwden"
alle Amerikaanse aanvallen op
de noordelijke Ardennen. Ook
aan de fronten in Hongarije en
Italië louter malaise voor de ge
allieerde troepen - in Italië ble
ven alle Britse aanvallen zonder
succes en in Hongarije dreef het
dappere garnizoen van Boeda
pest de Sovjets moeiteloos op
de vlucht.
De Friesche Courant, die in
deze tijd nog maar driemaal in
de week verscheen, kon ook op
woensdag de tiende januari nog
niets melden van de scheeps
ramp op het IJsselmeer. Pas op
de vrijdag daarna kon de krant -
heel summier - berichten, dat zij
vanuit Amsterdam had verno
men, dat de Groningen IV was
vergaan. En hoewel de krant
melding maakte vap niet minder
dan vijfentwintig verdronkenen,
viel dit droeve nieuws toch dui
delijk weg tegenover alle andere
berichten van de oorlog, die nu
ten einde liep.
Heel veel Friezen zullen dan ook
geen enkele herinnering hebben
aan deze scheepsramp in oor
logstijd, die onder andere om
standigheden zonder twijfel heel
veel meer indruk had gemaakt
en waarvan het juiste aantal
slachtoffers bij ons weten nooit
helemaal bekend geworden is -
waren het er inderdaad vijfen
twintig, of minder, of zelfs nog
meer misschien?
"ETENHALERS"
De Groningen IV, onder com
mando van kapitein A. van der
Meer, maakte in die noodlottige
nacht de oversteek van Lemmer
naar Amsterdam met vooral veel
"etenhalers" aan boord - men-
De droeve restanten aan boord van de
Groningen IV van wat eens fietsen zijn ge
weest. Ook een maaimachine maakte de
laatste reis van het schip mee.
Zo kwam de Groningen IV in Enkhuizen aan de wal te liggen nadat het onfortuinlijke schip ruim anderhalf
jaar na de ramp boven water werd gebracht: helemaal begroeid en één grote brok roest.
sen uit het westen, die voor hun
hongerende familieleden thuis in
Friesland voedsel hadden ge
haald. Hun fietsen stonden bo
ven op het dek en het waren
allemaal damesfietsen - heren
fietsen liepen in die glorieuze tijd
gevaar door de Duitse bezetters
te worden ingepikt.
Behalve deze "legale" passa
giers waren er ook vier onder
duikers aan boord - zij hadden
zich boven op het schip onder
het dekzeil verstopt.
Direct na de botsing met de gro
tere Jan van Nieveen verdween
het voorschip van de Groningen
IV grotendeels onder water - er
was in de boeg een geweldige
scheur ontstaan. Vrijwel onmid
dellijk brak er op het achterschip
paniek uit, toen drie daar aanwe
zige Duitsers hun pistolen trok
ken en dreigden de kapitein van
de Jan van Nieveen dood te
schieten - dit moest wel een ge
val van sabotage zijn!
DRAMATISCHE TONELEN
niet allen bleken zich te kunnen
redden.
IN DE DIEPTE
Toen alle passagiers - voor zo
ver mogelijk - waren overgestapt
aan boord van de Jan van Nie
veen, die de Groningen IV ook
op sleeptouw nam, maakte kapi
tein Van der Meer nog tweemaal
een ronde door de kajuit en de
machinekamer. Maar nauwelijks
was hij van boord of de staalka
bel, die de Groningen IV met de
Jan van Nieveen verbond, knap
te als een draadje af en het
aangevaren schip verdween in
de diepte.
Heel snel bleek toen ook, dat het
ongeluk velen het leven had ge
kost - bij een snelle inspectie
aan boord van de Jan van Nie
veen bleken er verscheidene
passagiers te ontbreken.
Na de oorlog is de ongelukkige
Groningen IV als een enorme
brok roest en geheel begroeid
weer boven water gebracht -
eerst toen werd het duidelijk
welk een enorme klap het schip
bij de botsing met de Jan van
Nieveen had gehad.
Liggend aan de kade in Enkhui
zen vormde het wrak een gruwe
lijk aandenken aan de honger
winter - in het ruim dreven nog de
resten van aardappelen, die uit
de verteerde zakken waren ge
rold. En... de restanten van brui
ne bonen en tarwe en vaatjes
vis, die redding hadden moeten
brengen in de nood van velen in
Amsterdam.
DIEPE SPOREN
De ramp met de Stanfries IV,
ook op het IJsselmeer in het
begin van de dertiger jaren, liet
diepe sporen achter in de herin
nering van velen, de tragedie
van de Groningen IV herinneren
zich vooral de direct betrokke
nen - zij, die er zelf bij zijn ge
weest en zij, die er verwanten bij
verloren.
(Vervolg van pag. 6)
dat de pliesje al un hele tied an
ut dreggen was... Nou, ik op un
holletje terug naar moeke om
ut te fertellen en te fragen of
ik'r hene mocht. Mar moeke
stuurde mie naar skoal en flug
oek anders kwam'k nog te
laat... Mar die morren op skoal
gong ut heiendal niet goed. Ik
docht mar an tante Syt, hur ou
ders en 'r broer. En ik docht an
de ferhalen die we leerden op
catteke waarin we hoorden dat
lieve meensen toch altied inne
hemel komme en dat tante Syt
nou wel weer droge kleren an
hevwe su en misskien kreeg se
van Onze Lieve Heer wel un
paar fleugels omdat se niet
goed lope kon-
Bij de begrafenis saten Koos
en ikke achter ons huus teugen
de muur. Der konnen we alles
goed kieke. Oppe stoepen
stonnen un heleboel meensen
uut'e buurt en inne bleek foor 't
huus un stuk of wat mannen in
donkere kleren en frouwen met
un swat gerdiensje foor ut ge-
sicht. Die suden straks wel
metlope achter de koets an. Wij
sagen de kist achter inne wa
gen met swatte kleden skuven
en in ut koetske stapten hur
ouders, un ouwe groatmoeke
en hur broer. Toen skoven de
bidders langs de liekwagen en
un man, met un napoleonsteek
op, fooran. De mannen langs
de weg nammen hun petten af
en der gong tante Syt, foor al
tied bij ons fut...
Wij kropen stief teugen mekaar
an en ik sloeg mien arm om
Koos sien skouders. En toen
nam Koos sien harmonika en
speulde eerst héél sacht en
droeveg... Der kreeg je rillings
fan langs je rug en ineens lie
pen de tranen soa mar langs
mien gesicht en drupten op
mien bloate knibbels... Toen,
somar plots, gierde Koos in
lange uuthalen sien ferdriet
recht de hemel in. Koos guulde
op sien harmonika. "O, Lieve
Heer, docht ik, "wees lief foor
onze tante Syt, luuster mar's...
Oek Koos froeg ut op sien me-
nier.. énders kan ie ut niet sêg-
ge..
Atze
Intussen worstelden veel passa
giers op het kleine trapje dat
naar de achterkajuit leidde om
aan dek te komen - in het voor
onder ontstonden tegelijkertijd
dramatische tonelen, omdat
daar door de aanvaring een deur
klem was gaan zitten, waardoor
een aantal passagiers zich als
ratten in de val bevonden. Pas
nadat een matroos - met blote
voeten! - een paneel van de
deur had ingetrapt konden er
enkelen ontsnappen, maar lang