T KLEINE KEAHTSJE
RADIOMEDEWERKERS BEROEMD
TOEN RADIO ALLEENRECHT HAD
VOOR LEEUWARDEN EN OE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 6
"De radio is een jengelding ge
worden", heeft Jules de Corte
kort geleden geschreven. Vroe
ger was de radio dus anders
en beter dan nu, naar het oor
deel van deze bekende liedjes
zanger. Hij heeft wel een beetje
gelijk, maar dus ook wel een
beetje ongelijk. Met vijf zenders
valt nu eenmaal meer te beluis
teren dan vroeger, toen Hilver
sum I en Hilversum II (in -de
grijze oudheid: Huizen) de
dienst uitmaakten. Er is dus
keus genoeg, maar je moet het
programmablad raadplegen om
naar eigen smaak te kiezen.
Ook in omroepland is een goe
de gids onontbeerlijk en die
vertelt dat er geen nee te koop
is in dit geluiden-warenhuis.
Een zender voor het nieuws,
een zender voor de aardigheid
jes, een voor de popmuziek
met 'papalderapapraat', een
voor klassieke muziek en dan
nog een voor de waterstanden
en andere nuttige wenken, ook
in het Turks en andere bijna
Nederlands geworden talen -
het kan niet op! --
GEEN KEUS.
Maar weet u wat het is?
Vermoedelijk weet u niet wat
het is en daarom ga ik het u
vertellen. Het grote probleem is
dat de mensen geen keus we
ten te maken, ,,'t Is allemaal
niks," zeggen ze en dus laten
ze de radio maar uit of op een
laag pitje doorsudderen. We
zien dat ook op een heel ander
terrein. Mevrouw gaat naar een
modezaak om een nieuwe jurk
te kopen. Ze graait links en
rechts, boven en onder in de
rekken waar ze bij duizenden
hangen: effen, met stippen, met
klokken, met bloemen.er is
inderdaad geen nee te koop.
Maar thuisgekomen na een
vermoeiende middag, verzucht
ze: "Er was niks bij.
Toen de radio nog het alleen
recht had, waren de radio-me
dewerkers beroemd. Hun naam
was op ieders lip. Die heldenrol
is nu toebedeeld aan de televi
sie-medewerkers. Koos Poste-
ma, Willem Duys, we kennen
ze door de t.v. Nemen we nu
eens een radio-man die in kwa-
Dajos Bela
Als kind dacht ik dat de lei
der van het beroemde amu
sementsorkest Dajos Bela in
Leeuwarden woonde. Zijn
naam prijkte namelijk op
een winkelgevel op de Kel
ders. Hij mocht dus wel een
ereburger van onze stad
worden genoemd.
Blijkbaar dacht de heer Hiel-
kema, de eigenaar van de
zaak, er ook zo over, want
hij had deze welbekende
naam aan zijn winkel ver
bonden. Maar Dajos Bela
raakte als orkestleider, be
kend van de radio, op de
achtergrond en toen gaf de
heer Hielkema zijn winkel
de naam "De Optimist". Zo
is het gebleven.
liteit deze beide heren naar de
kroon steekt (vind ik, maar
smaken kunnen verschillen!)
dan kom ik als voorbeeld te
recht bij Gerrit den Braber, die
als interviewer een "smoute
prater" is en het gesprek veel
meer draagt dan zijn tegenspe
ler. Luistert u geregeld naar
hem? Wel eens van gehoord,
denkt u nu, maar ik ben er nog
nooit eens echt voor gaan zit
ten. Joop van Zijl: een bekende
figuur want hij is een van de
nieuwslezers van het televisie
journaal. Weet u dat zijn fami
lielid Hans van Zijl hetzelfde
doet als radio-nieuwslezer? De
stem kent u, de naam niet;
geen wonder want die wordt
nooit genoemd. Niet belangrijk,
moeten we toegeven, maar
waarom worden de namen van
de t.v.-nieuwslezeressen en -le
zers dan zo nadrukkelijk in
beeld gebracht? Maartje van
Weegen heeft al die ellende
toch niet zelf uitgevonden?
Geachte luistervinken en ander
radio-gevogélte, voor mij ligt
een merkwaardig boek van net
nog voor de tweede wereldoor
log. Het is de "Encyclopaedie
voor radio-luisteraars", samen
gesteld door J. J. L. van Zuylen
en in mei 1939 uitgegeven.
Daar komen ze in voor, de ra
dio-beroemdheden van die da
gen, die het voorrecht hadden
via de microfoon het Neder
landse volk te mogen toespre
ken of toezingen; de groten van
de aarde en van de aether
daarboven.
Toch blijkt ook in 1939 de tand
des tijds zijn slopend werk aan
beroemdheden te hebben ver
richt. Van bekende ensembles
uit de jaren twintig is geen
spoor in dit naslagwerk te vin
den, terwijl ik daar onuitwisbare
herinneringen aan heb. Dat wa
ren de orkesten van Kovacs
Lajos (Avro), Dajos Bela en
Marek Weber, allemaal in de
Duits-Hongaarse stijl, al was de
eerste een Nederlander, die
naar ik meen Louis Schmidt
heette. Dat kan wel uitkomen,
want „smid" is in het Hongaars
„kovacs". Ze werden wegge
vaagd, toen de amusements
muziek op de Amerikaanse toer
ging, met vooraan de Ramblers
(van de Vara), onder leiding
van Theo Uden Masman
(Maaaar.wij komen te
rug.
SNIP EN SNAP
Het populairste programma van
voor de oorlog was zonder twij
fel de "Bonte Dinsdagavond-
trein" van de Avro, met veel
muziek, zang en grapjes. Heel
Nederland schaterde om de
praatjes van Snip en Snap,
twee dames die door de beken
de revue-komieken Willy Wal
den en Piet Muyselaar werden
verbeeld. Bij drommen en in
tientallen bussen kwam het pu
bliek toegesneld om in Hilver
sum zo'n dolle avond bij te wo
nen!
Kunt u zich nog het lied van de
Bonte Dinsdagavondtrein herin
neren? De woorden zijn te vin
den in de "Encyclopaedie"; ik
schrijf ze even voor u over.
Elke dinsdag doet een bonte
dinsdag a vond trein
alle huizen aan van ons land.
En ze leert de mensen weer
een beetje vrolijk zijn
overal waar zij belandt.
Tjoeke, tjoeke. tjoeke,
geeft haar veilig spoor!
Tjoeke, tjoeke, tjoeke,
laat haar lachend door!
Want de volgepropte Bonte
Dinsdaga vond trein
puft uw zorgen aan de kant!
Ja, de radio werd steeds on
stuimiger in de jaren dertig,
toen de mensen hun crisiszor-
gen wel eens wilden vergeten.
Het bedaarde Boris Lensky-trio
was niet langer "toonaange
vend" met viool, cello en piano.
Maar in een volgend verhaal
zullen we toch aandacht beste
den aan de vele kleinen die
met elkaar de radio groot heb
ben gemaakt!
W. H. Kuipers