'T KLEINE KEANTSJEi -sssssr VIJFTIEN JAAR JOODS LEVEN IN LEEUWARDEN 1930 -1945 in E.FEITSMA's Verkoophuis begint morgenvroeg ZATERDAG óm 9 uur VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Wy zullen thans alles overtreffen wat tot nu toe is aangeboden Zuiver wollen sjaals waarde 130, 120 en 110 nu voor 38 ct. 3 mooie zakdoeken voor 1 dubbeltje Zuiver wollen damesvesten dat heeft U nog nooit beleefd nu 78 ct. Wit piqué heeren Engelschhemden wie \eelt dat ooit gehoord 159 ct. nans sporthemden 69 ct. neerd mans ondergoed 't Is om 76 ct. s<-»oéen«-' - Zijden sjaals werkelijke waarde 150 pracht dessins voor 74 ct. Zuiver wollen heeren sokken zwaar gebreid voor 43 ct. Onze afdeeling schoenen is zoo ge dig in prijs gezakt als een bak in 't water, ijzersterke jongens laarzen hout gepend kosten r Hout' Op de Voorstreek, twee huizen vanaf de Wortelhaven, vraagt Elie Feitsma voortdurend de aandacht van de kooplustige Leeuwarders. Hij heeft een win kel, die hij aanvankelijk 'Ver koophuis Allemansgading' noemt - later spreekt hij alleen nog van E. Feitsma's Verkoop huis. Eliazer Feitsma (1875), ge trouwd met Rachel de Jong (1877), is een zeer uitbundige adverteerder, die er niet om- heendraait, dat men er verstan dig aan doet bij hem terecht te komen: ,,Wij zullen thans alles overtreffen, Wat tot nu toe is aangeboden" en „Bij ons wordt verkocht voor prijzen, die u be wijzen, dat u in E. Feitsma's Twee Joodse vrienden van vroeger komen elkaar tegen; ze hebben elkaar in een hele tijd niet ontmoet. "Ik ben blij je te zien" zegt de een, "ik zit toevallig net even in moeilijkheden - zou je me hon derd gulden kunnen lenen?" "Honderd gulden?" reageert de ander. "Maar zoveel geld heb ik niet op zak". "En thuis?" "Thuis is alles best, dank je". Verkoophuis nog altijd goed- kooper koopt!" Interessant zijn ook kreten als: zou bijna denken, dat het voor niets is", „Wie heeft dat ooit beleefd" en „Dat moet u komen zien om het werkelijk te gelooven". Waar al zijn spotkoopjes be trekking op hebben? Nu, op sjaals, zakdoeken, pullovers, kousen en sokken, lakens en slopen, herenbretels en bad handdoeken. En schoeisel heeft Elie ook: „Onze afdeeling schoenen is zoo geweldig in prijs gezakt als een baksteen in't water." Na het overlijden van zijn vrouw Rachel de Jong in 1925 is Elie Feitsma hertrouwd met een meisje, dat bijna twintig jaar jonger is, Grietje Kropveld, die in 1894 in het Duitse Rü- tenbrock het levenslicht zag. Elie Feitsma heeft uit zijn eer ste huwelijk twee zoons, Abra ham (1901) en Izaak (1904) en ook zij zijn hele bekende mid denstanders in de stad. Appie en Isie zijn de eigenaars van het schoenenmagazijn 'De Uit komst' op de Nieuwestad num mer 32. Appie, die zelf in de Transvaal- straat woont, is getrouwd met Judith Hendrina Joles, een dochter van de koperslager Jo les van de firma De Bruin en Joles (1903). Er is één dochter tje, Rachel, in de wandeling Roosje en geboren in 1926. En Isie, een heel vooraan staande figuur in het Joodse verenigingsleven, is ook al met een Judith getrouwd, de knap pe Judith van der Kaars (1906), de oudste dochter van de han delaar in lompen Salomon van der Kaars van het Noordvliet. Ook dit echtpaar heeft één kind, een zoontje, dat Eliazer heet, maar Eddy wordt ge noemd - hij is van 1929. De beide Feitsma's annonceren hun schoenenzaak 'De Uit komst' als 'Het grootste schoe nenconcern van het noorden'. Tijdens de viering van het vijf honderdjarig bestaan van de stad Leeuwarden in 1935 plaatsen zij een grote adverten tie in de krant met een foto van hun winkelpand en de treffende tekst: „Daar winkelt de Leeu warder als hij schoenen nodig heeft! Omdat hij prijs stelt op service, op prettige bediening, op grote keuze, op goede kwa liteit en pasvorm en bovendien op de laagste prijzen." Op wat in deze tijd nog 'Uitver koop' wordt genoemd bieden Abraham en Izaak Feitsma >'ij- zersterke jongensschoenen' aan voor de prijs van één gul den negenenvijftig en 'met on verwoestbaar rubber onderwerk slechts een dubbeltje duurder'. Elie Feitsma van De Allemansgading aan de Voorstreek zijn grootvader genoemd en heeft officieel Gosse, maar die naam zint hem niet en daarom wil hij zich Gustaaf noemen - onder die naam - Speciaalzaak Gustaaf de Jong - maakt hij zich bij zijn stadgenoten be kend. Gustaaf trouwt in augustus 1932 met Evelina Maria Gazan (1903) en het jonge paar krijgt twee kinderen, twee meisjes, Bertha (1933) en Margaretha (1936). In 1934 kan Gustaaf de Jong per advertentie bekendmaken, dat hij nu telefonisch aangeslo ten is - 6358 is zijn nummer. Levie en Izaak de Jong hebben nog een broer, Mozes de Jong, die kleermaker en koopman is. Hij woont eerst Bij de Put 9, maar hij verhuist in 1937 naar het pand Gysbert Japicxstraat 6. Mozes de Jong (1868), ge trouwd met Sophia de Kadt (1870), heeft twee dochters, Marianne (1890) en Rosa (1901). Marianne trouwde met Aron Abraham Dwinger (1893), een koopman in zakken, van wie zij zich in 1928 liet schei den; vier jaar na de geboorte van hun dochtertje Sophia Ma- rianna. En Rosa huwdè met Louis de Bruin, die we al eer der tegenkwamen als winkelier in modeartikelen in het Naauw. Isie Feitsma, zoon van Elie, broer van Appie: "Het grootste schoe nenconcern van het noorden" Voor een mooie hoed of een knappe pet kunnen de Leeu warders terecht bij de aloude zaak van De Jong aan de Voorstreek nummer 53, op de hoek van de Sacrementsstraat. De broers Levie de Jong (1862) en Izak de Jong (1863) zijn daar al jaren bekend. Levie is getrouwd met Betje van der Woude (1871) en Izak hertrouwde na het overlijden van zijn vrouw Betje Grootkerk (1870-1926) met de in het Duit se Butzheim geboren Johanna Moser (1874). Levie en Izak zijn in het begin van de dertiger jaren beiden al bejaard en het is daarom, dat de enige zoon van Levie de he renmodezaak overneemt. Deze zoon, geboren in 1902, is naar Er zijn meer Joodse families De Jong in Leeuwarden in de dertiger jaren. In de Slotma kersstraat, eerst op nummer 14, daarna op nummer 1 en tenslotte op nummer 22 woont Meyer Izaak de Jong (1865) met zijn vrouw Leentje Izaaks (1871). Meyer verdient zijn brood als pakhuisknecht, maar ook als venter in aardappelen. Kort na het overlijden van Leentje in 1936 verhuist Meyer naar de Lambert Jacobsstraat, waar zijn zoon Salomon de Jong (1908), getrouwd met Ju lia Veterman (1904), een co- pieerinrichting begint. Meyer de Jong zal daar in 1938 komen te overlijden. het leven geen ministersfunctie weggelegd - zijn alom bekende bijnaam "Gekke Davied" zegt dat al. David Velleman, gebo ren in 1888, woont, samen met zijn zuster Mietje (1875) bij zijn oude moeder in, Jeltje Izaaks, de weduwe van Isak Velleman, in een pand aan de Nieuwebu- ren. Zijn moeder, vijf en tachtig jaar oud, overlijdt daar in november 1930. Wanneer, vier maanden later, ook zijn zuster sterft, woont de beklagenswaardige David voortaan dan eens in dit, dan weer eens in dat Joodse gezin. Gekke Davied, haast al tijd gekleed in een oude zwarte lakense jas en met een grijze pet op het hoofd, is het mikpunt van veel plagerijen. De lieve jeugd jouwt hem na, rukt hem de pet van het hoofd en maakt hem bang door te zeggen, dat hij spek moet eten. Eens ge beurt het, dat ze hem vastbin den aan de hekken van de veemarkt - daar staat David dan, verdrietig en hulpeloos. David Velleman weet misschien niet veel, maar hij wéét wel, wat vrouwen voor een man be tekenen - hij is gewoon wég van het vrouwelijk schoon. Op grond daarvan wordt hij dan wel weer geplaagd. Éen veilig rustpunt vindt Gekke Davied zo nu en dan in de bij eenkomsten van het Leger des Heils; hij doet daar aan de ge zangen en het handgeklap met overgave mee. Een heel bijzondere figuur in de Joodse gemeenschap is Da vid Velleman. Er is voor hem in Isie Feitsma, een heel klein manneke en nogal hoog in de rug, is vooral ook een goede bekende in de voet balwereld. Hij maakt zich erg verdienstelijk voor de Joodse voetbalvereniging Achdoeth en hij treedt ook op als scheidsrechter bij voetbalwedstrijden. Eens gebeurt het, dat hij tijdens het fluiten van een wedstrijd een strohoed draagt - dat kan nog in deze tijd. Maar hij krijgt er een bal tegen aan en de mooie strohoed is kapot. Waarop scheids rechter Isie Feitsma de wed strijd tijdelijk staakt: eerst moet die hoed vergoed wor den, voor hij verder fluit.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1987 | | pagina 7