TOEN ER NOG GEEN RADIO
EN TELEVISIE WAREN
HIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
'T KLEINE KRANTSJE-
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 13
Drie en zestig jaar lang ben ik
met het goeie been uit bed ge
stapt. Moeiteloos. Dag in dag uit.
Maar plotseling ging het niet
meer. Wat voor dag het ook
was, ik kwam met het verkeerde
been uit bed. Mijn hele dag was
dan weer bedorven. Ik werd er
tenslotte radeloos van. Tot een
goeie vriend mij aanried mij te
abonneren op 't Kleine Krantsje.
Dat heb ik gedaan en zie: nu
stap ik weer als vanouds met het
goeie been uit bed. Zo kunnen
mijn dagen niet meer kapot.
Dankzij 't Kleine Krantsje!
(E. E. te E.)
werd het begin van elke kermis
ingeluid door het gebeier van de
klokken van de Oldehove. Het
werk werd dan neergelegd en
het kermisvolk, dat er heel lang
voor had gespaard, stroomde
toe. Ander vermaak was er niet
of nauwelijks, zodat de kermis
goede zaken kon doen. Interes
sant was het en dat is eigenlijk
altijd zo gebleven, dat de men
sen beweerden, dat de kermis
sen "vroeger" veel mooier wa
ren.
Als nu, tengevolge van bijvoor
beeld een conflict, radio en
T.V. voor korte of langere tijd
zouden uitvallen, dan zou dit
gemis door zeer velen onge
veer als een ramp worden be
schouwd.
Iets waarvan men het bestaan
niet kent, kan niet als een ge
mis worden ervaren. Wij oude
ren die geen radio en T.V. ken
den misten die dus ook niet.
Het leek mij interessant eens
uit de herinnering op te halen
hoe men vooral 's avonds zich
verpoosde.
SPELLETJES
Er werd veel gelezen, er wer
den spelletjes gedaan, er werd
gemuciseerd en gezongen. Wat
muziekinstrumenten betreft, be
perkten die zich meestal tot de
mondharmonika en de fluit.
Op familiebijeenkomsten, zoals
verjaardagen, jubilea, trouwda
gen, werd er behalve-gezongen
ook veel voorgedragen.
Als er in Leeuwarden kermis
was, werden er indertijd anti-
kermisbijeenkomsten door pro
testants Christelijke organisa
ties gehouden. Er werd daarbij
ook veel voorgedragen. Ik ben
daar een keer naar toe ge
weest met een vriend, die de
kunst van het voordragen goed
verstond.
SUCCES
Hij had nogal succes gehad
met een voordracht op rijm in
veel coupletten, ik meen van
Nap de la Mar en hij achtte die
erg geschikt. Maar hij bleek de
plank volledig mis te slaan.
Hij begon als volgt:
Opa was dood; hij was eens
klaps gestorven
nadat hij met oesters zijn
maag had bedorven.
En opoe, die hem de ogen
mochtsluiten,
riep: God heeft zijn ziel, maar
ik heb de duiten.
Toen hij zover was gekomen,
greep de voorzitter verontwaar
digd in. Dit ging te ver! Mijn
vriend ging dus niet-begrijpend
en teleurgesteld af.
Mijn moeder was erg muzikaal
en mijn broers ook. Zij had een
bundel met liederen "Kun je
nog zingen, zing dan mee". Er
kwamen veel liedjes in voor,
die wij ook op school hadden
geleerd, maar daarnaast ook
onbekende. De noten werden
in cijfers aangegeven. Mijn
moeder zong die niet alleen
vlot op 't eerste gezicht, maar
kon ook elke melodie, omge
keerd op cijfernoten zingen.
VEEL PLEZIER
Om op drie stemmen te kunnen
zingen schreef zij de tweede en
derde stem voor ons. Onder
haar leiding studeerden wij die
dan in. Wij beleefden daarvan
ontzettend veel plezier. En ik -
denk daar nog met veel genoe
gen aan terug.
Gezien dit plezier in gezamelijk
zingen werden mijn broer en ik
lid van het toen bestaande
Evangelische Knapenkoor on
der leiding van meester de
Jong. Mijn jongste broer was
daarvoor nog te jong. Eens per
jaar was er van dit koor een
uitvoering voor ouders en fami
lie in het zaaltje in de Grote
Hoogstraat, waarbij ds. Heesen
voorging in gebed. Mijn ouders
gingen daar met mijn jongste
broer, die toen denk ik drie jaar
was naar toe. Het was in
1913/14.
Tijdens het gebed van dominé
hoorden mijn broer en ik, die
met het koor al opgesteld ston
den op het toneeltje, tot onze
ontzetting uit de zaal: "Ik mut
zo nodig piese moeke".
Het was onze jongste broer; wij
herkenden zijn stem direct. Wij
zagen moeder vol schaamte
met hem uit de zaal vertrekken.
De winkelier Louis Cohen, die zijn zaak had aan de Kelders, was de uitgever van deze fraaie prentbriefkaart, waarop we dit
stukje binnenstad vereeuwigd zien. De kaart is door een G. van der Woude uit de Saskiastraat in Leeuwarden verstuurd aan
Mej. M. Dijkstra, Café De steenen man in Zurich bij Harlingen en via haar kwam de kaart op de een of andere manier in Groot
moeders Ansichtenalbum terecht. En vandaar dus weer in deze krant het kan vreemd lopen met prentbriefkaarten!
Dominé haperde even en er
was een lichte beroering in het
publiek.
Een moment om niet licht te
vergeten!
Wij zongen dus veel thuis.
FEEST
Ook mijn grootouders, die nu
en dan overkwamen, zongen
graag en goed. Het was altijd
een waar feest als zij overkwa
men. Eén lied dat zij zongen
herinner ik mij bizonder. Tegen
woordig zou men dat een "pro
test song" noemen. Het ging
over de toen nog wel bestaan
de klasse-justitie. Eén van de
vele coupletten luidde als volgt:
Een man sloeg een konijntje
dood,
waarvoor men hem een jaar
opsloot.
Meneer de graaf, 't is onge
hoord,
kreeg ook maar twaalf maan
den vooreen moord.
Zo zijn dus mensen en konij
nen één
Is dat nu billijk? Neen, oh
neen! (bis)
Liederen, die wij nu "smartlap
pen" zouden noemen waren
toen ook al erg in trek.
Een lied in zeer veel couplet
ten, dat ons als kleine jongens
erg aangreep, zong mijn moe
der nog al eens. Ik herinner mij
de woorden helaas niet meer,
maar het ging over een koning,
die zijn wellustig oog had laten
vallen op een dienstmaagd in
het paleis. Zij weerstond alle
verlokkingen en geschenken
standvastig, waardoor hij ten
slotte in toorn ontstak en haar
in een ton met spijkers liet slui
ten en bij een berg liet neerrol-
len.
IN TRANEN
Mijn broer en ik zaten dan on
der de tafel, om niet te laten
zien hoe wij om dit verschrikke
lijk lot huilden. Als zij het dan
eens een keer weer zong,
hoopten wij in stilte dat het mis
schien deze keer nog goed zou
aflopen.
Nostalgische herinneringen op
dit gebied, hebben er toe ge
leid, zoals mij bekend is, dat
sommigen een studie hebben
gemaakt van oude - bijna -
vergeten .liederen en daar een
documentatie van hebben aan
gelegd. Misschien beschikt
men daar over de volledige
tekst van bovengenoemd lied.
Laag Soeren C. Reenalda