DE LEEUWARDER POLITIE RAPPORTEERT
'T KLEINE KRANTSJE
EEN
GELEDEN
OPSPORING
VERZOCHT
QSd-4 jou fief futqe
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 15
Door de pot.dienaren Kruit, Wijdema en Polak aan de
wacht gebracht O.K., oud 16 jaren, arbeider a.d. Stroo-
cartonfabriek, wonende Wissesstraat, die in beschonken
toestand met een scheermes de woning is binnengedron
gen van de weduwe Wever, mede aldaar wonende Achter
de Witte Hand en daarmede een dochter, genaamd Maria
Wever, oud 16 jaren, in den hals en het aangezicht
verschillende diepe en gevaarlijke wonden heeft toege
bracht, terwijl hij de tante van het meisje, genaamd Jantje
Wever, oud 57 jaren, wonende Torenstraat, bij diens
pogingen om het meisje te beschermen, ook met het
scheermes in het gelaat heeft gestoken. Bovendien had de
woesteling nog een stuk sabel bij zich. De verwonden zijn
in het ziekenhuis door Dr. Kooperberg in behandeling
genomen. K. blijft in bewaring, terwijl proces verbaal is op
gemaakt. Tusschen de verwonde en den dader moet eene
liefdesbetrekking hebben bestaan.
Auke Boomsma, timmerman, wonende Kromme Elleboog
steeg klaagt, dat zijne vrouw gescholden is door Lydia
Boonstra, voddenschiftster, mede wonende aldaar.
Een zevenjarig zoontje van den banketbakker Bange,
wonende Over de Kelders, is bij de 'Oude Waag in de
gracht gevallen en spoedig gered door den politiedienaar
Turksma, die zich daartoe gekleed te water begaf.
De politiedienaar Van der Leest rapporteert, dat hij te ruim
12 uur aan den Oostersingel voor de bewaarschool eene
huilende vrouw aantrof, van wie hij vernam, dat haar vier
en een halfjarig gebrekkig en ziekelijk jongetje alleen in de
school was achtergelaten, daar hij moest schoolblijven.
Met sleutels van den juist ter plaatse komenden gods
dienstonderwijzer Grosjean is het slot in den schooldeur
geopend en het kind aan de moeder medegegeven. Hij
had danig geschreid. Het kind is genaamd Pieter Boerrig-
ter, wonende Noordvliet 41
Jacob de Vries, arbeider, wonende Blokhuisplein, klaagt,
dat een zoontje van Bijlsma op de Koeheuvel onzedelijke
handelingen heeft gepleegd met zijn zevenjarig dochtertje.
Antoon van Schagen, oud 37 jaren, verver, wonende in de
Modder, die in den Prinsentuin bezig was met het verven
van het balkon van het koffiehuis en daartoe op een
plankje, gedragen door een touw, was gaan staan, is naar
beneden gevallen, waardoor hij inwendig gekneusd is
geraakt, zoodat de hulp van Dr. Metz moest worden
ingeroepen. Een andere werkman, zekere Johannes
Berndes, wonende Weerklank, die van dezelfde plank
viel, kwam met den schrik vrij. Het ongeluk is toe te
schrijven aan het breken van het touw, dat nogal oud
schijnt geweest te zijn, doch door hen zelf was aange
bracht.
Door politiedienaar Wigboldus aan de wacht gebracht
Albert Moesker, oud 24 jaren, geboren te Hoogezand, ge-
domiliceerd te Wilden/ank, liedjeszanger, die volgens op
gave van Amsterdam is gekomen en morgen naar Gronin
gen wil vertrekken. Doorzijn havelooze kleding liepen vele
personen achter hem aan, zoodat genoemde politiedie
naar hem aan de wacht heeft gebracht.
Door deurwaarder A. Voet op de Nieuwestad aan politie
dienaar Botter medegedeeld, dat hij op de kermis eenige
malen is lastiggevallen door zekeren De Wilde, een schip
per, dien hij vroeger eens een bevelschrift heeft moeten
overhandigen en dat bedoelde persoon nu bedreigende
uitdrukkingen tegen hem heeft gebezigd. Deze persoon is
genaamd Jan de Wilde, potschipper, van tijd tot tijd in deze
gemeente komend.
De politiedienaar Turkstra rapporteert, dat hij een twist
heeft beëindigd tusschen den kermisreiziger Terpstra en
diens vrouw, met hun schip liggende in de gracht bij de
Prinsentuin. Terpstra bevond zich in een door drank opge
wonden toestand op zijn schip en maakt schandaal, zoodat
er een oploopje ontstond. De orde werd door genoemden
politiedienaar hersteld.
(Vervolg van pag. 4)
want we hebben er nooit meer
verstoppertje gespeeld.
Ook trof ik "onze meester"
eens in de kruidenierswinkel
van Coop Excelsior op 't Olde-
galileën. Nou, dat was heel
wat, dat je met je meester in de
winkel stond. Hij vertelde de
winkeljuffrouw dat ik in zijn klas
zat en zo mooi zong in zijn
koor. Hij was toen ook dirigent
van zangkoor Jong Excelsior
waar ik lid van was. Maar zei
hij, ik was wel een "enfant terri
ble". Jarenlang heb ik me het,
hoofd gebroken wat dat wel
mocht zijn. Ik ben al vijfenveer
tig jaar niet meer woonachtig in
Leeuwarden. Kom er nog gere
geld en vraag me af wie zijn er
nog allemaal uit deze klas?
Haarlem A. Faber-Jansen
OORLOGSHERINNERINGEN
Bij het lezen van de verhalen in
't Kleine Krantsje over de
groentemannen kwam mij, bij
die van Klaas Mollema, weer
een gebeurtenis uit de oorlogs
jaren in de gedachte.
Ik was ondergedoken en werk
te nu eens hier en dan weer
daar, uiteraard zonder geldige
papieren, zo heb ik ook een
poos bij Mollema gewerkt: ven
ten met aardappelen en uien.
En ik bestreek met een bakfiets
een flink stuk van de stad.
Op een keer kwam ik van "Bij
de Put" door de Sacraments
straat, richting Voorstreek. Ik
zal zo ongeveer de Synagoge
voorbij geweest zijn - en ieder
een weet hoe smal de Sacra
mentsstraat daar is - toen er
ineens vanaf de Voorstreek
twee mannen van de Grüne
Polizei de Sacramentsstraat in
kwamen.recht op mij af. Ik
schrok geweldig en ik weet
nog, dat m'n eerste opwelling
was de bakfiets in de steek te
laten en er vandoor te gaan.
Maar meteen besefte ik ook,
dat ik dan juist de aandacht op
me zou vestigen. Dus reed ik
met bonzend hart en met -
voor zoveel mogelijk - een sta
len gezicht rustig door. Toen
we elkaar ontmoetten gingen
de heren mij, de een links en
de ander rechts, voorbij en lie
pen door. Ik durfde pas op de
hoek van de Voorstreek om te
kijken. Ik zag hen niet meer.
Hadden ze me aangehouden
en naar "Ausweis" o.i.d. ge
vraagd, wellicht had ik het ver
haal nu niet kunnen schrijven.
Deze gebeurtenis doet mij den
ken aan een andere keer, toen
ik ook "door het oog van de
naald" ben gegaan. Het was
ook in mijn onderduiktijd, maar
ik weet niet meer of het vóór of
na m'n aardappeltijd was. Ik
werkte toen bij Wanda in de
Oosterstraat, de zaak van
"Wanda bezocht, koopjes qe-
kocht!"
Daar werkten ook twee dames:
Mien Kouer en Annie de Jong.
Ik maakte er vissnoertjes en
was er verder gewoon "winkel
bediende". Op een middag
kwam ik terug van de w.c. in de
winkel en meteen riep Mien
Kouer uit: "Drijver wat mag je
blij zijn, dat je niet in de winkel
was." In die tijd had men een
zogenaamde Z-kaart nodig om
te mogen werken - het fijne
weet ik er niet van, maar ik heb
wel eens zo'n kaart gezien. Ui
teraard had ik zo'n ding niet.
En juist in die paar minuten,
dat ik naar het toilet was, wa
ren er twee heren geweest, die
het personeel op het bezit van
een Z-kaart controleerden.
Zo zie je maar weer, dat het
noemen van slechts één naam
in 't Kleine Krantsje vaak een
reeks van herinneringen kan
oproepen.
Groningen E. Drijver
(Vervolg van pag. 6)
den, waarvan één voor de ou
ders, met daarin nog een krib
voor een klein kind. Verder
sliep het vaak zeer talrijke
kroost, jongens en meisjes
door elkaar, in allerlei hoeken
en gaten.
In de kamer werden alle huis
houdelijke bezigheden verricht.
Het schamele middagmaal
moest er worden gekookt, de
was werd er gedaan en ge
droogd, want daarvoor was bui
ten, in steeg of slop, geen
plaats. Voor verwarming werd
de slechtste soort turf gebruikt.
De kwade geuren en dampen
bleven in het woonvertrek han
gen, want ventilatie ontbrak.
Een groot gebrek was, volgens
dr. Kooperberg, het ontbreken
van washokken voor gemeen
schappelijk gebruik, die in an
dere plaatsen wel werden ge
vonden. Al in 1856 had de
'Plaatselijke commissie van ge
neeskundig toeverzicht' daar
voor gepleit, maar het gemeen
tebestuur was aan dat oor doof
gebleven en ook van de 'huis
jesmelkers' viel niets te ver
wachten.
Wat er in de tweede helft van
de vorige eeuw aan het bou
wen van betere woningen werd
gedaan, is het onderwerp van
een volgend verhaal.
W. H. Kuipers
Oproepen voor deze rubriek
OPSPORING VERZOCHT kun
nen schriftelijk ingediend worden
bij de Redactie van 't Kleine
Krantsje. De oproepen worden
gratis geplaatst. Deze service
geldt alleen voor abonnees van 't
Kleine Krantsje.
Onze abonnee de heer B. R.
Douma, secretaris-penning
meester van de Vereniging
"Friesland 1940-1945" verzoekt
opsporing van EEN ONBE
KENDE, die op 19 februari
1944 wist te ontvluchten uit de
Klanderij. Deze onbekende
moest door de politieman H. Al-
bers, destijds wonende aan de
Tjerk Hiddesstraat nummer 8,
op last van de Duitsers worden
gearresteerd. Albers, aan wiens
"schuld" het te wijten was, dat
de man de benen nam, werd
daarvoor door de Corpschef
van de Gemeentepolitie Leeu
warden, de kapitein Taco Man-
sen, gestraft met het inhouden
van vier vakantiedagen.
De heer Douma wil nu graag
weten wie de naam van de ont
snapte kan vertellen en voorts
of hij, of een familielid van
hem, nog in leven is. Onze
abonnee woont Stinzenflora
145, 8935 LG Leeuwarden, te
lefoon 058-884922.