OPBLOEIENDE GROENTEHANDEL
IN NAOORLOGSE JAREN
'TKLEIHE KRAKTSJE
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
Er zijn nu practisch geen zelf
standige groente- en fruithan
delaren meer in Leeuwarden -
zij hebben de strijd tegen het
groot winkelbedrijf verloren.
De neergang begon met de
branchevervaging in de jaren
zestig. Kruideniers trokken arti
kelen uit het groentepakket
aan, te beginnen met de zuur
kool, gratis bij aankoop van
een rookworst. De slagers volg
den, want hun product werd
ook door de kruideniersbranche
misbruikt.
Toen het kwaad zich uitbreidde
bleef ook de groentehandel niet
in gebreke. Koffie in de groen
tezaken onder eigen merk en
voor een schappelijk prijsje.
Zelfs de textielhandelaren be
gonnen mee te doen aan de
afbraak van de gevestigde nor
men in de handel, ledereen
trok steeds meer branche
vreemde artikelen aan, tot er
zowat in elke winkel een soort
supermarkt ontstond.
SUPERMARKT
De groenteboer verkocht zeep
poeder en de slager zuurkool
en zoute snijbonen. De kruide
nier nam er een paar kisten ap
pels en peren en sla en bloem
kool bij. Producten, die elk
gezin bijna iedere dag nodig
had, zoals aardappelen, wer
den als lokartikelen aangebo
den om de mensen vooral
maar in de eigen zaak te krij
gen en ze bij de collega van
daan te houden.
Tot overmaat van ramp begon
nen de grootbedrijven zich ook
nog op de groentebranche te
storten en werd het product
een van de grootste concurren
tieartikelen. Zo moest lang
De supermarkt heeft veel zelfstandige groente-en fru'tthandelaren doen verdwijnen.
zaam aan de kleine groente
man, de strijd opgeven.
De overheid greep in, toen het
voor de meeste kleine zelfstan
digen aan de late kant was en
er al veel leed was geleden om
het zelfstandige bestaan. De
een na de ander moest de
strijd opgeven.
Zij, die nog een kans hadden
om ergens anders aan het
werk te komen deden de win
keldeur op slot en verdwenen
in de industrie of op een kan
toor. Er was toen nog wel kans
op latere leeftijd werk te vin
den.
VERDWENEN
De kleinhandelaren in aardap
pelen, groenten en fruit ver
dwenen dus van het toneel. De
winkelstraten, waarin hun pro
ducten altijd een fleurige onder
breking vormden van al het tex
tiel en de schoenen, werden
koud en onpersoonlijk.
De oudere klanten moesten
omschakelen naar de opko
mende supermarkten, waar de
klant niet meer koning, maar
een nummer was. Het vertrou
welijke praatje, dat de kleinhan
delaar, de winkelier, de venter
of de koopman met z'n klanten
had, was verdwenen. De opko
mende generatie kopers voelde
zich al gauw thuis in de snelle
afhandeling bij de super: het op
de beurt moeten wachten om
bediend te worden werd hoe
langer hoe meer als een be
zwaar gevoeld.
Een hele branche is practisch
verdwenen. In heel Leeuwar
den tel ik nu nog maar een stuk
of zeven, acht speciale groente
en fruithandelaren, maar opvol
gers zullen ook zij niet meer
vinden. De overheid stelde een
saneringsfonds in, waarin de
oudere mensen, die beneden
een aanvaardbaar inkomen za
ten, gedurende drie jaar kon
den worden opgenomen. De
laatste drie jaar van het zelf
standig werkzaam zijn waren
voor velen de bitterste van hun
bestaan.
De welvaart steeg overal om
hen heen, maar zij bleven ach
ter, omdat de manier van za
kendoen niet meer paste in het
schema van de tijd. Er werd bij
veel kleinhandelaren de laatste
jaren, toén zij nog werkten, ar
moede geleden; in die jaren
was er nog geen WAO en ook
geen andere mogelijkheden -
die kwamen eerst later, vele ja
ren later.
Al jaren had ik het plan om
deze geschiedenis eens op pa
pier te zetten, daarmee vol
doend aan de oproep, die eens
in 't Kleine Krantsje stond van
de heer R. Poelstra, die ook
veel over de stad weet te ver-
tellen en die, net zo als ik, in
Leeuwarden geboren en geto
gen is.
MENEER HUIZUMER
Zelf heb ik dertig jaar een
groente- en fruitzaak op de
Nieuwestad gehad, vijftien jaar,
van 1950 tot 1965 aan de stille
kant in de zaak van Carel Da
mes en vijftien jaar op de druk
ke kant, tot 1980, in de zaak
van de Huizumer Fruit- en
Groentehal, waarvan ik de
naam al spoedig veranderde,
toen men mij als "Meneer Hui
zumer" begon te betitelen.
Het was een mooi vak, elk jaar
getijde had zijn eigen produc
ten, altijd wisselende prijzen,
altijd wisselend publiek. Om ge
zondheidsredenen moest ik de
zaak beëindigen; ook had ik
geen opvolger, die het bedrijf
verder zou kunnen exploiteren.
Het bezwaar om de zaak door
anderen te laten voortzetten
was de geweldige explosie van
de huurprijzen van de panden
op deze winkelstand. Gelukkig
konden wij, mijn vrouw en ik,
zelf bepalen, wanneer wij er
een punt achter zouden zetten
en toen zich die kans voordeed
hebben we onze werkzaamhe
den beëindigd. Dertig jaar was
een hele lange tijd in een erg
arbeidzaam beroep met lange
dagen, met veel uren en met
na de winkelsluiting nog de ad
ministratie, kortom, het was al
tijd bezigzijn.
NOG VIER NAMEN
Nu ik hiermee mijn verhaal be
sluit rest mij nog om vier na
men te noemen van collega's
uit die tijd, die ook lang hun
"vak" uitoefenden in de straten
en wijken van het toenmalige
Leeuwarden. In de eerste
plaats Klaas van der Meulen,
die met zijn paard en wagen
vanaf de Troelstraweg dagelijks
de route deed en dan Ale van
der Meulen, geen familie van
de eerste, die zijn pakhuis had
aan de Bote van Bolswertstraat
en die met zijn auto de wijk be
diende.
Verder de bij veel Leeuwarders
bekende markt- en straatven
ters Fokke van der Veen met
zijn zware basstem en motor
bakfiets en als laatste, maar
niet de minst bekende Jan
(Lord) Stobbe, een straatven
ter, zoals we die toen noem
den, die altijd opgewekt zijn
werk deed, al had hij een zwa
re taak om iets te verdienen.
Een mooi "vak" is practisch
verdwenen; de kleine gemoe
delijke zaakjes op de hoek kun
nen niet meer bestaan en bij
de wisseling der tijden kennen
we ook de wisseling in het za
kendoen. Het een is het gevolg
van het ander en, terugziend,
zeggen we met velen: "Och he
den ja..zo was het!"
Vdb
Verkeersongevallen.
Gistermiddag reed Gooitzen
Feenstra met een fruitkar van
den heer C. Fahner van de
Beursbrug in de richting van de
Waeze, toen hij werd aangere
den door een vrachtauto van de
„Stanfries", die hem van achte
ren wilde passeeren. De botsing
was hevig genoeg om den in
houd van den wagen over den
weg te verspreiden, terwijl ook
de bestuurder tegen den grond
vloog, evenwel zonder zich ern
stig te bezeeren.
Dat de vruchten belangrijk wer
den beschadigd, laat zich begrij
pen.
(1931)