LEEUWARDER MUZIEKKORPSEN IN DE GOEIE OUDE TIJD 'T KLEINE KRANTSJE FOTOPRIJSVRAAG VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 12 Ruim zestig jaar geleden was een veertien-jarige Leeuwarder jongen zó sterk door muziek aangetrokken, dat hij een se rieus instrument wilde leren be spelen. Tot die tijd speelde hij wel verdienstelijk op de mond- harmonika en op een witbenen fluitje, terwijl ook de occarino tot zijn instrumentarium behoor de. Maar hij wou meer en be ter! Als er een muziekuitvoering was ergens in de stad zoals in de Arendstuin, Prinsentuin, op de Lange Piep, in de Gymnasi umstraat Huizum, of een op tocht op Koninginnedag of op 1 mei, dan ging hij kijken en luis teren. Er waren toen nogal wat corp sen! Om er enkele te noemen „Ons Genoegen" o.l.v. P. de Ruiter, „Looft den Heer" o.l.v. Emanuel van Wageningen, „Concordia" o.l.v. de heer Stelpstra, „Leger des Heils" (op de Brol!). Of de post en de politie toen al hun corps had den is twijfelachtig. Wel was er nog een bijzonder goed be- drijfsorkest, n.l. dat van de zui velfabriek „Lijempf", dat geleid werd door de militaire kapel meester van Leeuwen, die hier voor iedere week uit Assen over moest komen. Eigenlijk werd het „Lijempf'-orkest een beetje als een elite-corps be schouwd! VOLHARDING En dan was daar het zeer goe de Fanfare-orkest „Volharding" uit Huizum o.l.v. Spitter, later Bauke de Jong en nog later Leendert Kramer, voortgeko men uit het corps, waar hij de 1e trombone bespeelde. In het jaar 1923 was „Volharding" op gericht. Onze Leeuwarder jongen kreeg een kans toen bij „Looft den Heer" leerlingen geplaatst kon den worden. Hij meldde zich aan als leerling en koos de clarinet als instrument. De ver eniging gaf hem een clarinet in bruikleen plus een lesboekje van Kessels uit Tilburg. Eens per week kreeg hij les van de oud-kapelmeester-dirigent Emanuel van Wageningen, die op de yoQrstreek in de piano zaak van Blank woonde. Hij was niet jong meer, maar vitaal genoeg om leiding te kunnen geven aan orkest en leerlingen. Mede-leerlingen waren destijds o.a. C. G. Roelofsen, later zelf dirigent van „Looft den Heer" en Sake Tiemersma, later ook dirigent en componist. Toen het lesboekje ongeveer tot opgave 100 was ingestu deerd, vond de dirigent het wel voldoende om hem aan een 3e partijtje in het grote orkest te zetten. Dat was in het begin natuurlijk niet gemakkelijk, maar vol moed en enthousias me zette hij door en de resulta ten werden steeds beter. Voorzitter was destijds een ze kere Adema, penningmeester de dikke PTT-man Spoelstra. Verder nog enkele namen zo als de heren Posthumus, Klomp, Kempenaar, Gerben de Jong, Aardema, Keimpe Dijk stra, en de gebroeders Herre- ma. Repetities en vergaderin gen werden altijd door de voor zitter met gebed geopend. Als je zo in het verleden zit te wroeten komen al die herinne ringen weer boven. Eén van de hoogtepunten van „Looft den Heer" was het be zoek van de marsenkoning Blankenburgh uit Duitsland, die in de muziektent van de „Prin sentuin" een marsenconcert di rigeerde, dat door „Looft den Heer" werd gegeven. Onverge telijk is de lange rij medailles, die hij daarbij op zijn rokkos- tuum droeg. Op Koninginnedag was er voor de muziek altijd veel te doen. 's Morgens was er de zangauba de op het Hofplein voor de Commissaris van de Koningin door de kinderen van alle scho len. Dan een muzikale rond gang, soms begeleiding van de „Kleppermars", ingestudeerd in de Beurs. Die dag werd beslo ten met een „Oranjeconcert" en feestavond in de Harmonie. De jaarlijkse feestavond van „Looft den Heer" werd altijd in de Zalen Schaaf gegeven. Eerst een concert en tot besluit een toneelstuk door één of an dere groep. Grimeur: kapper Kindermans. Soms. giogep we Qok naar een concours, o.a. een keer naar Kollum. Een eerste prijs werd altijd uitbundig maar zonder uit wassen gevierd. Onze jonge clarinettist was in middels opgeklommen van het 3e partijtje via de 2e partij naar de 1e partij. Op een gegeven moment wilde hij wel eens wat anders. Hij had mooie jaren meegemaakt bij „Looft den Heer", maar hij vond de mu ziek, zoals die door het Fanfa reorkest „Volharding" uit Hui zum werd gebracht, toch veel aantrekkelijker. Maar de clari net past niet in een fanfareor kest. Geen nood, een sopraan- saxophoon is ook een rietinstrument, is ook recht ge bouwd, terwijl de kleppen onge veer gelijk liggen als bij de cla rinet, alleen ligt de G-klep op de sax op de plaats van de C- klep op de clarinet, maar dat went gauw genoeg. SAXOPHONIST Bij „de Volharding" konden ze nog best een sopraan-saxopho- nist gebruiken en dus werd onze Leeuwarder jongen als lid saxophonist ingeschreven. Voorzitter was toen de heer Epema, penningmeester kap per Zondervan. De namen van de resterende bestuursleden komen misschien nog wel eens. Dirigent was destijds Leendert Kramer, drogist in de Schrans, een zeer muzikaal mens, die helaas vrij jong is overleden. Hij wist „Volhar ding" tot een hoog muzikaal peil op te voeren en te houden. De muzikanten waren stuk voor stuk enthousiaste leden, waar onder de gebroeders Kuipers, gebroeders Beek van de be kende bloemisterij, de Jong uit de Schrans, Kramer Sr. Het was een bijzonder prettige ver eniging, die ook naast het mu siceren zorgde voor de nodige afwisseling. Zo hield men nu en dan een kaatswedstrijd onder de leden, waarbij het partuur van onze Leeuwarder jongen zelfs eens een eerste prijs won, hoewel hij van kaatsen geen begrip had! Gelukkig wisten zijn partuurgenoten er meer van Ook maakte het corps wel eens .eenuitstapje, zoals in 1939. Toen ging het corps met aan hang van vrouwen, kinderen en vrienden met de boot vanuit Harlingen naar Vlieland. De in strumenten gingen mee want er moest natuurlijk muziek worden gemaakt op de boot en aan land. Al met al werd dat een prettig uitstapje, waarover nog lang nagepraat werd. Op concoursen werden goede successen geboekt. Zo b.v. op een concours in Bolsward. „Volharding" had een prachtige grote bezetting en dat was vooral in marsmuziek goed merkbaar. In Bolsward werd het marsconcours aan een gracht gehouden, publiek aan de ene kant van de gracht, mu ziek aan de andere kant. Men had een prachtige mars gekozen, n.l. „March of the Heralds" van Alford Deze mars had als inzet een machtig signaal voor het hoge koper, waarna het hele corps vol klank en kleur inviel. Dit was aan die gracht wel zo'n machtig geluid. Onvergetelijk! „Volharding" haalde hiermee een dikke eer ste prijs naar huis. Op de eerst volgende repetitie, die altijd in de zaal van Café „Tivoli" aan de Huizumerlaan werd gehou den, werd in een feestelijke stemming nog nagepraat over het succesvolle optreden. Diri gent Leendert Kramer werd ge- Op de foto het muziekcorps Volharding met, derde van links, de dirigent Leendert Kra mer in donker costuum. Let op de 'uniformen': petten met het harp-insigne. huldigd voor zijn aandeel in het succes. Jammer genoeg kwam er een einde aan een prettige muzika le periode bij „de Volharding". Onze Leeuwarder jongen ver trok uit Leeuwarden, maakte el ders nog jaren muziek, maar dat is niet belangrijk voor ons „Kleine Krantsje". In al die jaren (ruim 60) heeft hij geleerd, dat de spreuk „Amicitia per Musicam" (Vriendschap door Muziek) in grote trekken waarneid wordt als er met enthousiasme gemu siceerd wordt. Rijk en arm, jong en oud, allen kunnen hier een belangrijk aandeel bij leveren. Men brengt met muziek fleur in het leven van de medemens. En dat is heel vaak dringend nodig!! Schrijver van deze herinnerin gen meent hiermede een aan vulling te hebben mogen leve ren op het artikeltje van de heer L. Scheepstra uit Assen in ,,'t Kleine Krantsje"nr. 521 van juli 1987. Met groeten aan alle amateur muzikanten. Utrecht. Ald-Ljouwerter. (vervolg van pag. 3) Binnen deze 'winkelhaak' be vond zich het hofje, waarvan de naam mij ook al weer ont schoten is. Ik wil ook nog wel even kwijt, hoe de aanblik van dit hofje in mijn geheugen is blijven hangen. Hier woonde in dertijd de grootmoeder van een buurjongen. Ik weet niet of hij nog leeft: er vielen al zo veel om ons weg. Hij heet(te) Sieger de Jongh. In diens gezelschap bracht ik wel eens een bezoek aan deze bewoonster. We kre gen dan „als bedankje voor het bezoek" een sneetje 'krente- brood. En zo geschiedde het in die. dagen. Een kindermaag kon altijd nog wel een aanvul ling gebruiken. En nu maar hopen, dat ik geen flater sla. Het zou trouwens niet de eerste zijn en ik zal mij maar bij voorbaat strelen met de gedachte dat het mij gege ven mag zijn nog vaker een vergissing te mogen begaan." Tot zover de heer Rijpstra uit Amersfoort. En dan nu de win nares van het uitgeloofde prijs je, een exemplaar van het foto boekje 'Leeuwarden, ach ja, zo was het. Dat werd mevrouw C. Fleur-Copini, Slenk 73 te Sn.eek. v.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1987 | | pagina 12