PALEIS VAN JUSTITIE IN BRAND ONDER DE MAAT 'T KLEINE KRANT5JE VREEMDE FIGUREN IN FRIESLAND GROTE SENSATIE IN 1919: ERG LEUK OM CADEAU TE DOEN! ERG LEUK OM CADEAU TE DOEN! Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor- Leeuwarden Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor - Leeuwarden VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 Bij het zien van afbeeldingen van het Paleis van Justitie, komt mij steeds de brand in de gedachten, in februari 1919, welke ik als jongen van negen jaar van dichtbij heb gezien. Het was winter, er lag sneeuw en het vroor. We woonden Achter de Hoven toen opeens overal geroepen werd: "Het Gerechtshof brandt!" Wij als jongens hollend op klompen er heen: in één run naar het Zaai land, zoals wij dat noemden. Het was geloof ik op een vrij dag en dus was er veel publiek in de stad. De markt was nog niet op het piein en vandaar was er ruimte genoeg om het schouwspel goed te zien. Vol gens de geruchten was de brand ontstaan in de woning van de inwonende concierge, op de verdieping links van de zuilengalerij. Het verhaal ging dat de huisvrouw een pan met eten, om warm te houden, in het bed had gestopt. Er had waarschijnlijk iets geschroeid aan de buitenkant van de pan en zo was het gekomen! Het was de tijd dat ook veel hooi- kisten voor het zelfde doel wer den gebruikt; brandstof was toen nog duur. Wij stonden vanzelf al gauw vooraan en za gen het gebouw in het midden boven de ingang flink branden. HANDKARRETJE De brandweer was al in actie. Nu, dat stelde nog niet veel voor. Als er in die tijd brand uitbrak zag je eerst een stuk of wat politieagenten met een handkarretje lopen, ja hardlo pen! In dat karretje lagen een standpijp en een paar rollen slang. Aangekomen bij de brand werd de standpijp op de brandkraan in de straat ge plaatst en daaraan een eind slang met mondstuk gemon teerd. Even later namen de "echte" brandweermannen, vaak schilders en timmerman nen, gewend om op ladders te werken, hun taak over. Zij moesten dan eerst wel van huis of van hun werk opgetrom meld worden. Bij het Paleis was de brand weer dus al in actie; er werd vanuit de waterleiding water gegeven met handbrandspui ten. Ja zeker, met handbrand spuiten. Er waren op veel plaatsen al stoombrandspuiten sedert 1850 en voor 1900 ook al motorspuiten, maar Leeuwar den was in 1918 nog maar een stad van zo'n 40.000 inwoners en de brandweer was voor der gelijke calamiteiten niet goed uitgerust. De mannen deden echter hun best en als de pom- pers vermoeid werden, konden ze afgelost worden door solda ten, want we hadden toen ook nog een garnizoen. De brand woedde op de zolder. Daar lag de hele wintervoor raad turf. Het hele gebouw werd, net als bijna alle gebou wen in de stad, door middel van grote turfkachels ver warmd. De kleine straaltjes uit de hand spuiten konden nauwelijks de dakgoot bereiken en ook de waterleiding had te weinig druk om meer effect te hebben. Er moet toen naar Grouw gebeld zijn om meer water in de water toren bij de Schrans te pompen want die liep bijna leeg. We kregen in die tijd het drinkwater nog uit het Pikmeer. Intussen brandde en rookte het flink door en er verscheen al rook door het front boven de pilaren. Wij stonden vanzelf te wachten tot de pilaren zouden omvallen, maar dat gebeurde niet, helaas vonden wij. Wel brandde al spoedig het fronton, waaraan het Wapen van Friesland was bevestigd, door. Plotseling kwam het Wapenschild naar beneden, even later gevolgd door de twee leeuwen, terwijl de gekrulde staarten nog even bleven zitten en toen met de rest van het houtwerk verdwe nen. Na korte tijd brandde ook de zoldervloer door en viel er onder een verschrikkelijke von kenregen een grote voorraad brandende turf naar beneden. Toen kreeg de brandweer er ook meer greep op en ook de op het dak staande spuitgasten kregen de zaak beter onder controle. De brandladders werden op handwagens vervoerd en dan met mankracht bij de gevel op geschoven. Een hele grote was erbij, die stond op wielen en werd halverwege ondersteund met een paar lange staken, maar het was behelpen. Het haalde niet bij het materiaal van tegenwoordig. Een groot gedeelte van het midden van het gebouw was toen al in een puinhoop veranderd. Maar ook verder in het gebouw was het een puinhoop geworden, niet door vuur of water, maar door de paniek die daar ontstond. "HELPERS. De halve inventaris werd door zogenaamde helpers door de ramen op straat gekwakt. Ik heb wel eens gehoord dat hier door meer vernield is dan door het vuur. Honderden grote boe ken en dossiers werden zoda nig vernield dat alles nieuw ge bonden moest worden. Maar de brand werd geblust! De volgende dag ben ik nog eens gaan kijken en zag dat het hele gebouw omgeven was door een ijsbaan, alle bluswater was op straat bevroren en de gevels waren behangen met ijspegels. Aan de kant van het Ftuiterskwartier stak een grote eiken tafel met de vier poten door een raam. Men had hem niet verder kunnen krijgen en toen maar laten zitten. De bo venste poten waren flink be schadigd door neervallend hout. Het gebouw werd weer grondig gerestaureerd en dus ook van een nieuw wapen voorzien, maar niet weer van het Friese, maar van het Nederlandse wa pen. Veel later verdween het ij zeren hek en de lantarens op de hoeken. Bij de bouw van het Paleis van Justitie in de vorige eeuw, vergaderden de Provinci ale Staten ook hierin, tot er op de Tweebaksmarkt een mooie Statenzaal is gebouwd. Ik ben geen bouwkundige maar ik vind het altijd nog een van de mar kantste gebouwen van de stad. Na deze brand zag men bij het Gemeentebestuur wel in dat er iets moest gebeuren bij de brandweer en er werden, als ik het goed heb, zes motorspuiten aangeschaft. Deze moesten nog wel met handkracht ver plaatst worden. Maar al gauw werden ze met een kalm gan getje door een auto voortge trokken, toen het motortijdperk ook voor Leeuwarden begon. Deze spuiten waren vanzelf een geweldige verbetering. Dat bleek o.a. bij grote fabrieks branden, als van de papierfa briek van Landstra en Deibei aan de Harlingertrekweg en bij de Olieslagerij aan het Vliet van Hommemaen Eskes. Voor de laatste oorlog hadden we al autospuiten en een Magi- rusladder. Met deze autoladder zag ik de gehate Landwacht of tewel de Janhagel de vlucht nemen over de Afsluitdijk. Al gauw na de bevrijding was de wagen weer terug in de stad. Van alle grote branden hier in Leeuwarden vond ik het ergste het afbranden van de Am bachtsschool. Niet omdat ik die school zelf heb bezocht, maar ik vond het het mooiste school gebouw dat Leeuwarden ooit heeft bezeten. Tot slot nog even een voorval met een brandspuit, niet in Leeuwarden maar in Assen. Ik was daar in 1929 onder dienst, voor mijn nummer, zoals dat toen heette, o.a. Bart Sterken- burg, nu in Australië, was mijn dienstmakker. Bij alles wat we daar leerden hoorde ook een oefening in het brandblussen! HANDSPUITJE De brandweercommandant was de Itn. Ten Berge, een sportie ve en gemoedelijke vent. We traden aan en marcheerden af naar het spuithuis bij de Ach terpoort. Och man, daar ging de deur van het hok open en wat stond er? Een heel oude handspuit op een laag karretje! Het apparaat was blijkbaar ver geten door Napoleon bij zijn af tocht in 1815. Het vehikel werd naar de gracht gereden bij het Hospi taal en daar werd de handspuit van de kar gesleept en in de onderwal opgesteld. De zuig- slang in het water en de pers slang uitgerold en door de spuitgast in positie gebracht. Een man of vier aan de pomp zwengel en toen op commando van de luit. pompen en ja, er kwam warempel water uit. Maar wij vonden de straal maar niets en het viermansschap werd opgehitst om harder te pompen. Dat gebeurde, maar dat kon de slang niet meer houden en die barstte prompt. De luit. dweilnat en: einde oefe ning! Dit was in '29, dus tien jaar na de brand van het Paleis van Justitie in Leeuwarden. Toen verwachtte men daar dus niet zulk gereedschap om nog iets te kunnen uitrichten bij zo'n groot complex van drie kazer nes, een hospitaal, magazijnen en munitieopslagen. De Asser brandweer was toen echter al prima uitgerust. Zo, nu blus ik mijn eigen schrijfwoede maar weer, tot opnieuw de vlam er uitslaat. Leeuwarden G. Brinck Nieuw boek van Fenno L. Schoustra: Rely's vader Hotze Jorritsma - Ds. Barger - Oeno van Teyens - Jan Electrisch - Dominee Zelle - Peije Rasp - Freerk Siekmans - Gosse Halder- Eije Wijkstra- Jelle de Wal - Rinse Sipma - Wiebren Wierstra. In de boekhandel: 19,50. (Pergiro besteld: 98 10 62:/ 24,-) Nieuw boek van Fenno L. Schoustra: Frieslands allerkleinsten in de laatste anderhalve eeuw: Jan Hannema, Admiraal Tom Pouce, Marten en Hieke de Vries, Anne Jager, Jentje van der Land, Sjoerd, Fokje en Jan de Vries, 'Klaine Gerryt Kaizer'. In de boekhandel: 14,90. (Per giro besteld: 98 10 62:/ 19,50)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1987 | | pagina 5