'T KLEINE KRANTSJE bssss> VIJFTIEN JAAR JOODS LEVEN IN LEEUWARDEN 1930 -1945 VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Als na de schoonmaak alles glanst Moge hij U niet ontbreken Een kunstvoorwerpwaarop het oog Nooit moede is gekeken. SANDERS' Kunsthandel St. Jacobs straat 18 Wanneer de dertiger jaren be ginnen is de Joodse kunsthan del van Sanders in de Sint Ja- cobsstraat al decennia lang een bekende zaak. in 1890 be gon Salomon Sanders in het pand nummer 1 met het verko pen van spiegels en lijsten. Acht jaar later verplaatste hij zijn zaak naar nummer 18 aan de overkant. Als vader van niet alleen een dochter, maar ook van drie zoons, hoefde Salomon San ders zich over een eventuele opvolging geen zorgen te ma ken; het wordt de jongste zoon Louis, die later in de voetspo ren stapt van papa. Louis Sanders (1905) een broer van Jo Sanders, die we al eerder tegenkwamen, trouwt met Froukje Polak (1907), een van de Gerzongirls, die we ook al eens eerder hebben ont moet. Samen maken zij de zaak in de Sint Jacobsstraat tot een begrip - de kunsthandel van Sanders zal lange tijd de enige kunsthandel van beteke nis in Friesland zijn. Beneden is de winkel, boven is een kunstzaal, waar regelmatig wordt geëxposeerd. Bewonde raars van het werk van schil ders als Piet van der Hem, Cor Reisma, Germ de Jong en Ar- naut Colnot kunnen er op ge zette tijden hun hart ophalen. Op een steenworp afstand van Sanders Kunsthandel, bevindt zich, aan het Naauw, het oer oude modemagazijn van De Bruin, in 1859 door een Ph. van Raalte opgericht. De zaak wordt later voortgezet door Abraham de Bruin, die nog weer later opvolgers vindt in zijn beide zoons Mozes (1893) en Louis de Bruin (1985). Mozes, gewoonlijk Maupie ge noemd, woont boven de zaak; hij is niet getrouwd. Broer Louis trouwt met Rosa de Jong en dit echtpaar krijgt twee kinderen. Binie (1927) en Bram (1930). De firma De Bruin heeft een rij ke sortering aan artikelen: sjaals, vesten, ruches, galons, knopen, gespen, corsages, ceintures, kantkragen, kantre- vers, enfin, veel te veel om op te sommen. Opvallend en grappig tegelijk is het, dat het blijkbaar heel lang duurt voor de beide'broers De Bruin in de gaten krijgen, dat de naam van hun straat ge schreven dient te worden met twee a's. Jarenlang hebben ze het in hun advertenties over het Nauw; pas in 1942 schrijven zij in een advertentie in de krant zoals het hoort; het Naauw. straat te verbreden en dan zal het bedrijfspand van David Turksma moeten verdwijnen - het wordt met de grond gelijk gemaakt. David zelf komt kort daarna (1934) te overlijden en hij zal het niet meer meema ken, dat er na de verbreding, merkwaardigerwijs, tóch weer een Joodse zaak op de hoek van de Peperstraat en de Wea- ze verschijnt. Het is Corset Royal van Jonas de Bruin (1894) en Kaatje Co- hen (1889), die hun zaak eerst in een pand Over de Kelders hebben gehad. Mevrouw De Bruin doet de zaak in de Pe perstraat, de heer De Bruin vertegenwoordigt het bedrijf als reiziger. Het echtpaar heeft een dochter, Dora, geboren in 1922. Op de negende mei 1940, wan neer de Duitse troepen zich al gereedmaken ons land te over rompelen, adverteert Corset Royal in de krant met een extra aanbieding voor de Pinksterda gen; "Bustehouders vanaf vijf en zestig cent, onderjurken één gulden tien en directoires vijf envijftig cent." Er is een hele rijke Jood ge storven en een lange rij treu renden volgt hem op zijn laat ste reis naar de begraafplaats aan de Jelsumerstraat. Daar valt een jongeman bijzon der op door de wanhopige ge baren, die hij maakt. "U bent familie?" vraagt de man, die naast hem staat, iet wat bezorgd. "Nee, dat is het hem juist" ant woordt de jongeman. Op de hoek van de nog smalle Peperstraat en de Weaze vin den we de Textielgoederenhan- del van David Turksma, die zelf aan de Nieuweburen woont. David (1875) is ge trouwd met Regina Dwinger (1874) en vader van een doch ter, die Bertha heet. .In oktober 1926 trouwt deze Bertha Turksma (1904) met de knappe, in Amsterdam geboren Samuel Muller (1901) die ook al in de manufacturenhandel zit. Het paar woont eerst boven de Goederenhandel van Ber tha's pa op de hoek van de Weaze en de Peperstraat, waar in 1927 een zoontje geboren wordt, een David. In 1930 ver huizen de Mullers naar het pand nummer 51 aan de Bleek- laan, waar drie jaar later nog een dochtertje, Esther, het le venslicht ziet. In het begin van de dertiger ja ren valt het besluit de Peper Wie in deze dagen een- prettig pension zoekt, zou terecht kun nen bij Eva Emilie Hertog, een Limburgse van geboorte (1879), die in de Engelumer- straat woont op nummer 39. Eva heeft een mislukt huwelijk achter de rug. Zij trouwde met een Oostenrijkse horlogema ker, Samuel Graf (1871), die haar een zoon schonk, Louis Ignace, geboren in 1908. Met Samuel Graf, die Oostenrij ker blijft, heeft Eva Emilie in de Speelmansstraat gewoond. Na de scheiding, in 1927, kwam zij in de Engelumerstraat terecht. In januari 1936 komt Samuel Graf te overlijden; zoon Louis Ignace is inmiddels naar Hol land, naar Leiden, verhuisd. Terwijl veel Joodse stadgeno ten ver buiten de oude binnen stad prettig wonen in bijvoor- v - - V De textielgoederenhandel van David Turksma op de hoek van de Weaze en de nog smalle Peperstraat. beeld de Goudenregenstraat, de Steynstraat of de Transvaal- straat, zijn anderen bij wijze van spreken niet uit het oude stadscentrum weg te slaan. Een van die echte, trouwe bin nenstadfiguren is de schoen maker Samuel Dupont, die dan weer hier woont en dan weer daar, maar altijd op een steen worp afstand van Bij de Put. In 1931 vestigt hij zich in de Speelmansstraat, in 1933 gaat hij naar de Pijlsteeg, in 1934 kunnen we hem vinden in de Sacramentsstraat en in 1937 woont hij aan de Nieuweburen. Zo ongeveer ieder jaar pleegt hij te verhuizen dus; vandaar dat in 1938 het hele hebben en houwen van de huishouding weer voor een volgende verhui zing bij elkaar wordt gebracht. Maar nu verlaat het gezin Du- pont de stad om naar Amster dam te gaan. Samuel Dupont (1882) is ge trouwd met Rebekka Reindorp (1880) en het paar heeft vier kinderen: Sara (1909), Herman (1910), Abraham (1917) en Hartog (1920). Sara is winkel juffrouw, Herman is fabrieksar beider en Abraham en Hartog staan beiden als meubelmaker te boek. De meisjes zijn: Rika (1912), Rachel (1913), Bertha (1915), Bernardina Henderina (1917) en Nicolina (1919). Vijf jaar na de geboorte van het laatste meisje kwam er - toch nog - een zoon: Izak. Israel is koopman in bakkers waren en het was in 1916, dat hij vanuit Bolsward naar Leeu warden kwam. In 1936, eind oktober, komt er een belangrij ke dag voor het grote gezin. Dochter Bertha trouwt dan met Emanuel van der Kaars, de zoon van de bekende slager uit de Breedstraat. Het feestelijk verlichte Naauw in 1935 met'links de'modezaak van De Bruin Een van de grootste Joodse gezinnen woont eerst in de Schoolstraat en later, van au gustus 1933 af, aan de Span jaardslaan op nummer 133. Het is dat van Israel de Jongh (1882) en Marianne Polak (1879), respectievelijk geboren in Coevorden en Wildervank. Het echtpaar heeft zes kinde ren, vijf dochtefs én' eén zoóh: Sam Velleman begeeft zich naar het station om met de trein naar Amsterdam te gaan. Op het perron ziet hij een gloednieuw toestel staan met een bordje erbij: "Voor een cent uw gewicht en uw toekomst" Sam stapt op de schaal en gooit een cent in een gleuf. Er komt een kaartje te voor schijn met de tekst: "U heet Sam Velleman en weegt 160 pond". "Da's natuurlijk toeval." denkt Sam. Hij werpt nog een cent in de gleuf en weer bericht het kaartje: "U heet Sam Velle man en U weegt 160 pond". Sam wordt er helemaal op getogen van; hij kan er maar niet genoeg van krij gen. Voor de derde maal gaat hij op de schaal staan en nóg eens gooit hij een cent door de gleuf. Dan komt er een kaartje met de tekst: "Sufferd, je hebt de. trein gemist

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1987 | | pagina 7