hellema
Makelaars en
Taxateurs
voor geheel
Friesland
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 4
Maar veel vertier was er niet.
Er was alleen maar een kleine
tuin, waar je, als je dat wou,
een sigaretje kon roken. Maar
ik heb er toch prettige herinne
ringen aan overgehouden.
Leeuwarden
Rinze v. d. Heide
De Hooidollen 442
OUD PANWERK
Onlangs stond er in 't Kleine
Krantsje een foto van een teke
ning van de heer A. J. Argelo,
die hij omstreeks 1925 van het
Oud Panwerk had gemaakt.
Dit Oud Panwerk kan ik me
nog herinneren uit mijn jeugdja
ren, omdat mijn pake Wopke
Bergsma daar heeft gewoond.
Hij was getrouwd met Jeltsje
Poelsma en zij kregen zes kin
deren, van wie er nu nog een
in leven is, Rinske, die in het
klooster is getreden.
Mijn vader, Piet Bergsma, is
het vorige jaar overleden. De
anderen waren Janneke, Geert,
Makelaardij alnda 1890
Leeuwarden - Drachten
KI
den, wat altijd in de herinnering
is gebleven.
Het kinderziekenhuis was er
toen nog niet. Nooit vergeet ik
die nacht, dat ik met mijn
vrouw met een tas met zijn
kleertjes erin terugkeerde naar
huis.
Als je nu in het nieuwe zieken
huis komt ervaar je de situatie
jwel even anders. Je gaat door
leen draaideur en komt in een
grote hal met prachtige marme
ren tegels. Er is een restaurant,
waar je een bakje koffie kunt
drinken of wat anders kunt ge
bruiken. En mocht je nog even
naar de kapper willen, dan kan
dat, want die is er ook.
Het is eerst wel even zoeken
om bij een familielid of kennis
te komen. Sommige bezoekers
zijn dan ook doodmoe, wan
neer ze er na lang slenteren
eindelijk zijn. Maar het grote
complex, van buiten en van
binnen wit geverfd, doet het,
naar ik gehoord heb, heel
goed.
Nu ik over beide ziekenhuizen
iets heb gezegd wil ik ook nog
even iets zeggen over het
Stadsziekenhuis aan het Blok
huisplein. Daar heb ik nog eens
veertien dagen gelegen voor
een operatie aan mijn knie.
Wat was het daar klein en ge
zellig! Ik kwam er in de serre te
liggen met een riant uitzicht
over het Zuiderplein tot aan de
Beursbrug toe.
Frans en een, die ik nooit ge
kend heb, een meisje, dat,
meen ik, vlak na de geboorte
gestorven is. Rinske Bergsma,
Zuster Wobina, is nu tachtig
jaar en woont in een klooster te
Ootmarsum.
Vaak gingen wij vroeger als
broers en zusters en natuurlijk
aan de hand van vader Piet
Bergsma op zondagmorgen
wandelen naar het Oud Pan
werk. Pake bezoeken. Rondom
zijn boerderij lag een bleek,
waarin we vaak speelden. Ook
de stal en de hooizolder waren
ons speelterrein.
Van cfe situatie binnen herinner
ik me de bedstee. Grote open
kasten met deuren ervoor. Zo
iets zie je thans zowat niet
meer, maar 't deed gezellig
aan. Ook hing er altijd die heer
lijke ouderwetse geur van pijp
tabak.
In een van de huisjes, die we
op het schilderijtje van de heer
Argelo konden zien, woonde
ook mijn overgrootvader, Geert
Bergsma, naar wie een van de
zonen van mijn pake genoemd
was. Deze was getrouwd met
Gees Gardenier.
Janneke was getrouwd met
Joop Leemeyer. Frans Berg
sma, getrouwd met Marie Pan-
bakker, woonde op 't Noord-
vliet. Mijn vader, Piet Bergsma,
was getrouwd met Annie Jorna.
Wanneer we allen naar het
Oud Panwerk gingen liepen we
meestal over een zwarte grint
weg, langs scheepshuizen, die
aan het Vliet lagen. Lopend
over een smal betonnen brug
getje kwamen we dan bij Pake.
Langs de sloot, die voor de
boerderij liep, stonden knotwil
gen. Die zijn ook te zien op het
schilderijtje van de heer Argelo.
Nijmegen Martin Bergsma
OOTJE OKEL
Onlangs stond er een foto in't
Kleine Krantsje van het Bos-
huysengasthuis. Ik ben daar
veel met mijn moeder binnen
de poort geweest. Achter het
raam, dat op die foto zichtbaar
was, woonde Anna Okel. Zij
was ongehuwd en via een neef
van haar uit Den Helder waren
we met haar in contact geko
men.
Natuurlijk kregen we als kind
van haar altijd een snoepje uit
een trommeltje. Als zij jarig was
kregen we een stuk taart, maar
die smaakte vaak naar kamfer.
De taart stond in de klerenkast
en vandaar die kamfersmaak.
Met nieuwjaar kregen we het
schild van de scheurkalender,
als er weer een nieuwe kalen
der in haar kamertje hing.
Ze was erg zuinig. Een keer
kwamen wij er en toen at zij
andijvie, die zuur was gewor
den. Moeder zei: ,,Dat moet je
weggooien". „Nee hoor" zei
ze, „ik doe maar net of ik zuur
kool eet..."
Moeder noemde haar altijd
„Ootje Okel", maar wij moes
ten „Juffrouw Okel" zeggen.
Als moeder jarig was kreeg ze
van haar altijd een gulden. Van
de laatste gulden heeft Moeder
een glazen jampotje gekocht,
dat wij nu bezitten en aange
duid wordt als „Het potje van
Ootje Okel".
In 1935 werd zij ziek en kwam
ze in het Diakonessenhuis.
Haar handtasje had zij toen on
der haar kussen en daar mocht
niemand aankomen. Moeder
(vervolg op pag. 15)
Er verandert de laatste jaren
veel in onze oude stad, maar
het verdwijnen van het Diako
nessenhuis doet de deur toch
wel dicht. Tenminste, wanneer
we bedenken, dat zoveel oude
en nog jongere Leeuwarders
hier nog zulke mooie of minder
prettige herinneringen aan heb
ben overgehouden.
Ik was er zeer onlangs nog om
er een paar bezoekjes af te
leggen. Bij het naar binnen
gaan merkte je dat Van Egten
met zijn bloemen en Sjeerdsma
met zijn fruit al vertrokken wa
ren. Jaren hebben ze hier met
hun handel gestaan.
De Vries, de portier, zat nog op
zijn oude vertrouwde plekje
achter de balie, maar ook al
niet meer voor lang - hij ver
huist eveneens naar het nieu
we ziekenhuis.
Door de lange gangen lopend
merkte je al, dat het stiller werd
en er kwam een vreemde stilte
op je af. Ik dacht aan al die
mensen, die hier in de loop der
jaren hebben gelegen. Velen
met een bange verwachting in
hun hart en toch ook nog ho
pend op beterschap. Wat moet
hier wat afgepiekerd zijn
De een moet meer meemaken
dan de ander. Persoonlijk heb
ik gelukkig niet zoveel met het
Diakonessenhuis te maken ge
had. Wel zijn mijn schoonmoe
der en mijn zoontje hier overle
Het Diaconessenhuis: verleden tijd.
ZIEKENHUIZEN
Het Oud Panwerk: een romantisch hoekje