OUDERDOM
MONUMENTVOOR
DE PATIJNTJES?
UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
'T KLEINE KRANTSJE
DE DERTIGER JAREN
Oud Wartenaster
Het volgende
nummer van
't Kleine Krantsje
verschijnt op
22 april
't Kleine Krantsje is
een uitgave van Fen-
no Schoustra's Publi-
citeitskantoor.
Ze kwamen dus te wonen in handkar. Het verkeer bestond
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 13
een benedenwoning in de
Leeuwerikstraat 83, naast de
poort.
Moeke kreeg weduwe-pensi
oen, want Vader had bij het
"spoor" gewerkt. Dat was na
tuurlijk mooi, want ondanks het
verdriet om haar veel te vroeg
gestorven man, had ze finan
cieel geen zorgen en dat bete
kende heel wat in 1932.
Het huis was maar eenvoudig,
met twee slaapkamers en een
uitgebouwde keuken, die 's
winters bar koud kon zijn en
ook niet volledig waterdicht
was.
Aan de overkant van de straat
werden kort daarop volledige
woningen gebouwd tegen een
prijs van 3600,- per stuk!
Maar Moeke nam geen risico
en bleef in haar huisje wonen
onder het motto: beter een
goede arbeider dan een kale
burger. Ze is er blijven wonen
totdat ze er in 1976, bijna tach
tig jaar oud, de laatste adem
uitblies.
Voor kinderen waren de tijden
in de jaren dertig ideaal. De
bakker, de melkboer en de
groenteman kwamen dagelijks
aan de deur, "beleefd aanbeve
lend". Voor kinderen hadden
zij, noodgedwongen, een zwak,
want die konden hun ouders
gunstig stemmen. De melkboer
kwam dagelijks met zijn hand
kar uit Jelsum gelopen. In alle
vroegte had hij daar op de
melkfabriek zijn koopwaar al in
geslagen. Grote melkbussen
stonden op de kar en de melk
werd er per maatbeker uitge
schept.
De bakker had reeds een bak
fiets en als het deksel omhoog
kwam rook het heerlijk naar
vers brood. De meeste prijzen
lagen beneden het dubbeltje.
De groenteman had als hulp
een hond onder zijn grote
voornamelijk uit dit soort voer
tuigen: handkarren en bakfiet
sen, soms een paard en wa
gen. Auto's waren zeldzaam,
hoewel je voor een kwartje met
de Citax kon worden veivoerd!
Opa en Opoe woonden dus in
het St. Anthony Gasthuis, ka
mer 14. Hij kwam daar vaak,
want Opa was een geweldige
man, waar hij hoog tegenop
zag. Opoe was een stille
vrouw, waar hij een heel klein
beetje bang voor was, want ze
kon zo streng kijken. Maar met
Opa kon je lol hebben. Hij lach
te dan zelf ook hard mee. Zo
hard, dat zijn mond zich open
de en de ene tand die nog in
zijn onderkaak zat, zichtbaar
werd. De tand zat rechts voor
aan en was donkerbruin, want
daarmee hield Opa zijn onaf
scheidelijke pijp vast in de
mond.
In het knusSe kamertje brandde
de kachel, gestookt met turf.
Harde baggelaars, die hun pe
netrante lucht verspreidden. De
kachel, een salamander met
het Franse opschrift: "Je brüle
tout l'hiver, sans m'éteindre"
omgeven met een mooie zwart
gelakte mantel van gegoten ij
zer. De turfbak stond er naast
en de roodkoperen doofpot er
achter. Daarin werden de gloei
ende turfjes "gedoofd" voor la
ter in de test van de stoof.
Op zaterdagavond was het
feest. Dan aten ze altijd bij Opa
en Opoe. Een heerlijke stuut,
brood met abrikozenjam van
Flipje uit Tiel en zwart rogge
brood. Als hoogtepunt een be
kertje waterchocolade.
Of het nu komt omdat kleinkin
deren hun grootouders altijd als
erg "oud" beschouwen, de
grootouders van vroeger "toon
den" toch wel een stuk ouder
dan nu door hun steevast zwar
te kleren. Opoes met lange
Toen ik in een vorig artikel schreef over het Leeuwarder draaiorgel, dat in vroeger
tijd kwam spelen op het plein voor de Ambachtsschool, moest ik ook aan de
Leeuwarder Patijntjes denken. Ook zij speelden in de twintiger jarenf toen ik die
school bezocht. Pas veel later heb ik me gerealiseerd wat dit eenvoudige muziek
gezelschap voor je heeft betekend in je jeugd.
Als kleine jongen, zittend op de schouder van mijn vader, heb ik ze al Sinterklaas
liedjes horen blazen op het Blokhuisplein, terwijl de goedheilig man zich voor de
ramen van de bovenste verdieping van het toen nog bestaande Stadsziekenhuis
vertoonde. Wat klonken die liedjes mooi daar op dat plein, waar de klanken
weerkaatst werden door de muren van de gevangenis.
En wat konden ze in de kersttijd met een eenvoudig kerstliedje als Stille Nacht
toch een sfeer oproepen! Je bleef dan stil staan luisteren, zonder te beseffen, dat
hun klanken niet door verkeerslawaai werden overstemd.
Als ik dit alles nog eens overweeg meen ik dat we toch wel wat aan de Patijntjes
verschuldigd zijn. Hebben de inwoners van Liverpool voor de Beatles niet een
standbeeld opgericht, de Patijntjes zijn toch voor de Leeuwarders en velen daar
buiten, waartoe ook ik behoor, even belangrijk.
Het zou de stad Leeuwarden tot eer strekken en het stadsbeeld zou er door
verrijken, als er voor de Patijntjes een monument werd opgericht. Ik wil graag een
financiële bijdrage leveren. Wie bindt de kat de bel aan
zwarte jurken en zwarte ge-
breiden sokken en kousen. De
Opa's met een zwart pak, met
vest, horlogeketting over de
buik, zwarte pet op, zwarte
hoge schoenen of zwarte klom
pen. Werden de mensen toen
door het toch wel veel zwaar
dere en sobere leven vroeger
oud dan nu?
•X'XyXlXvX.:
:.xxsaï;ï
Hun zwarte kleren accentueer
de die ouderdom stellig.
Wij kleinkinderen wisten niet
beter en waanden nog een
zeer lang leven vóór ons eer
wij zo verwaren.
En nu, ruim vijftig jaar later is
het al zo ver.
Maar zwarte kleding is nu wel
taboe.
En we achten ons ook nog lang
niet zo oud als Opa en Opoe
toen!
OBSERVER
De Redactie van 't Kleine
Krantsje is erg geïnteres
seerd in oude kranten van
voor 1970. Wie heeft er nog
wat op zolder liggen? Tele
foon: 120302.
Het was in 1902, dat 'Johan' deze prentbriefkaart verstuurde aan 'Den Weled. HeerJ. van Asperen, Middenweg 47 in Water
graafsmeer' en we moeten nu vrezen, dat Johan en Van Asperen er beiden al niet meer zijn. Dat geldt trouwens ook voor de
oude Vrouwenpoortsbrug, die we hier zien en die in de dertiger jaren vervangen is door de kiapbrug, welke er nu nog is. De
kaart was een uitgave van W. Eekhoff en Zoon.