hellema 'T in< Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 4 HUNTEBURG "U komt maar eens langs" - al dus nodigt de heer L. Looienga uit Hunteburg mij uit, nadat ik mij in 't Kleine Krantsje had af gevraagd waar dat Hunteburg eigenlijk ligt. Dat is gemakkelijk gezegd, want meestal rijd ik met de Skandinavien Express waar schijnlijk langs Hunteburg zon der te stoppen. De verbinding over Nieuweschans is misera bel. Om in Hamburg te komen reist men liever via Zwolle en Deventer naar Osnabrück om daar de Express trein te ne men, die alleen in Bremen stopt. Hartelijk dank voor de reactie van de heer Looienga. Wan neer hij in de Grote Hoogstraat heeft gewoond zijn we een soort buren geweest. Mijn grootvader zat sinds 1930 in het pand Eewal 45, dat schuin op de Grote Hoogstraat uit keek. Zelf heb ik er jaren later met mijn ouders ook gewoond. Nu zitten de notarissen Adema en De Lange in het gerestau reerde oude pand. Ja, nu ken ik de heer Huisman, over wie de heer Looienga schreef, ook wel. Maar ik wist niet, dat hij dezelfde van de Shanghai Bar en de Moulin Rouge was. Hij was ook electri- ciën en hij heeft op de Eewal een radiowinkel gehad. Zijn vrouw was een bekwame pia niste; zij was de pleegdochter van de "vader van het Neder landse cabaret" Eduard Ja cobs. Waar nu het Pannekoekhuisje is woonde ooit de antiquair Looienga. Is de heer Looienga uit Hunteburg familie van hem? Wat 't Kleine Krantsje al niet losmaakt! Leeuwarden Ritsko van Vliet Senior (Robinsonstraat 189) De antiquair uit de Grote Hoogstraat schreef zijn naam volgens het adres boek van Leeuwarden van 1954 met een y. Dat was dus een Looyenga. Red.'t KI. Kr. JOODS LEVEN Via een goede relatie ontvang ik af en toe een nummer van 't Kleine Krantsje. Ofschoon ik niet afkomstig ben uit Leeuwar den heb ik er ruim dertig jaren gewoond, nl. van 1921 tot 1953. Na het overlijden van mijn man ben ik verhuisd naar Zeist, maar ik stel toch nog wel belang in de oude nieuwtjes van Leeuwarden. Vooral de ar tikelen over het joodse leven spraken mij aan, met name die over de familie Velleman, die ik zeer goed heb gekend. Mijn moeder kocht reeds in de winkel aan de Voorstreek en wijlen mijn man en ik kwamen later veel in de zaak aan de Put. Reken maar dat wij er koopjes hebben gehaald, ik heb nu zelfs nog plezier van artikelen daar gekocht, die de tand des tijds hebben weer staan. Ik weet niet of het u bekend is dat de heer Velleman tevens antiquair was. Ik heb nog prachtige stukken in huis, die mijn man indertijd zeer voorde lig van de heer Velleman heeft kunnen kopen. Jakob Velleman was een Jood "pur sang" en een vooraan staande figuur in de synagoge. Hij heeft altijd open en eerlijk tegenover ons gehandeld. Ge lukkig heeft hij de jodenvervol ging niet meer meegemaakt, ofschoon hij de dreiging wel voelde aankomen. Een van zijn laatste uitspraken voor zijn dood was "God wees met mij en mijn arme volk". Hij woonde samen met een van zijn zoons aan de Nieuweburen. Dat ge zinnetje met twee schattige dochtertjes is weggevoerd, maar de andere twee zoons waren met een Christelijke vrouw getrouwd en zijn zo op het nippertje de dans ontspron gen. De jongste, Mozes of "Maupie" heeft ons na de oor log nog eens opgezocht. Ook de families de Kadt en Beem heb ik goed gekend. De tragedie van de zelfmoord van de gehele familie de Kadt, uit gezonderd de kleine David, is iets om nooit te vergeten. De kleine jongen was achtergela ten in het huis, met het verzoek aan een vroegere verzorgster (Christelijk) om hem tot zich te nemen en te verzorgen. Later las ik eens dat David in Ameri ka bij familie terecht is geko men en als erfgenaam rijk was geworden. Ik weet niet of u belang stelt in mijn relaas, maar bedoelde arti kelen riepen zoveel herinnerin gen op. Vandaar mijn reactie. Ik hoop binnenkort negentig jaar te worden en kom de laat ste tijd niet meer in Leeuwar den, maar een en ander inte resseert mij toch nog. Met dank voor uw aandacht en de beste wensen voor 't Kleine Krantsje. Zeist mevr. A. Draisma-Boerema Aan het tragische verhaal van de familie De Kadt moeten we nog het drama van de jonge David toevoe gen. Hij is tater inderdaad in Amerika terecht gekomen, waar hij op nog zeer jonge leeftijd onder een trein ge raakte en dodelijk veronge lukte. Red.'t KI. Kr. VOOR DE VRIJHEID In 't Kleine Krantsje van no vember werd in de rubriek "Op sporing verzocht" het boek "Voor de vrijheid" ter sprake gebracht. Is dat boek soms nog te koop? Ik zou het graag in mijn bezit willen hebben. Utrecht mevr. Tj. Stobbe-Broersma (Detmoldstraat801) Wij kunnen uw vraag niet met ja of nee beantwoor den. Maar stellig zijn er lezers, die er meer van weten. Red. 't KI. Kr. KOSTER VAN GROOS Het relaas van Fenno Schou- stra in het vorige Kleine Krants je over de heer Koster van Groos heeft mij zeer verrast. Immers, als meisje van veertien heb ik vierenvijftig jaar geleden korte tijd bij de familie van Groos aan de Westersingel ge werkt. Ik kwam er in dienst als tweede meisje voor halve da gen van acht tot half een tegen het vorstelijke salaris van drie gulden per week. Het was een riant pand dat de familie bewoonde. Sfeervol en met "ambiance". Er was een inwonend meisje, afkomstig uit Oldemarkt met het haar keurig in een dot en "katoen en zwart dragend", zoals dat in die tijd door de "betere stand" werd vereist. Ik droeg alleen "ka toen". De heer en mevrouw Koster hadden drie schattige kinder tjes, Rolf(je) en een tweeling, een meisje, Ludoe Wilma en een jongetje, August Ferdi nand. Rolfje is intussen Rolf gewor den en enkele jaren geleden las ik, dat hij nu als gyneaco- loog verbonden is aan een zie kenhuis in Amsterdam. Mevrouw hield pension en bij haar op kamers waren o.a. de heer Leonard Tijssen van de bekende boekhandel aan de Nieuwestad en zijn zuster Lies Tijssen. Dat ik er als meisje zo kort was had een reden. Al jong werd ik thuis aan het werk gezet door mijn meer dan kraakheldere moeder, die er van uitging, dat er niet met "de Franse slag" mocht worden gewerkt. Dat principe huldigde ik dus ook bij de familie Van Groos. Op een ochtend werd ik ontbo den door mevrouw, die zei over mijn ijver tevreden te zijn, maar dat ik wel "effectiever" diende te werken. Dat mooie woord kende ik niet, maar ik begreep wel, dat ik gewoon "te helder" was. Met name het schoonma ken van de zeer luxe badka mer, die ik elke dag sopte, vond mevrouw te veel. Nog hoor ik het haar zeggen: "Zo vuil zijn we nu ook weer niet!" Thuis was moeder niet zo blij met dat verhaal. Té schoon? Dat hield je toch niet voor mo gelijk! Zo kwam ik al gauw bij de familie Heijmeijer aan de Sophialaan terecht. Lange tijd later ontmoette ik mevrouw Koster nog eens. Trots vroeg ze me: "Hoe vind je Rolfje?" Mevrouw Spoelder-Faber schreef in 't Kleine Krantsje dat mevrouw Koster van plan was geweest naar Hoorn te verhui zen, waar haar man toen al woonde. Ik begrijp hieruit, dat het echtpaar Koster van Groos uit elkaar is gegaan. Jammer, het waren beiden heel aardige mensen. Ik neem aan, dat zij nu al overleden zijn. Zo kom je, 't Kleine Krantsje lezend, weer namen van men sen tegen, die altijd in de herin nering zijn blijven leven. Ik vond het erg leuk nog eens iets over deze familie te moqen le zen. Leidschendam mevr. J. G. Boer-Lemmers SJAPPIES In zijn artikel over Kara el Ham med in het vorige nummer ge bruikt Ritsko van Vliet het woord "sjappies" voor artiesten op de onderste trede van de artistieke en maatschappelijke ladder. (Daarmee doelde hij niet op Kara el Hammed!) "Waarschijnlijk is dit woord af geleid van Charley Chaplin", schrijft hij, maar hij zet daar veiligheidshalve wel een vraag teken achter. De "Dikke Van Dale" weet het beter. "Sjappie" is een verkor ting van "Sjappietouwer" en dat is een verbastering van het Ma- leise "siapa taoe mal", wat zo iets als "weet ik veel" betekent. Een sjappietouwer is dan een straatslijper en ook wel een op schepper. Met een verwijzing naar Chap lin heeft Ritsko van Vliet het dus mis, maar hij is daarbij in goed gezelschap, want ik heb altijd gedacht dat "Sjappie touwer" ontleend is aan "chapi- teau" en dat is een circustent waarvan het dak van zeildoek langs masten (twee of vier) wordt opgehesen. Dan zou een sjappietouwer dus een circus medewerker zijn. Nu ik het woordenboek van Van Dale toch heb opgeslagen, kom ik op dezelfde bladzijde nog een merkwaardige vermel ding tegen. Dat is "sjappie han- dele mendele": een verbaste ring van drie beroemde componistennamen en wel Chopin, Handel en Mendels sohn. Het geheel betekent heel eenvoudig "hutspot" dus aard appelen, wortelen en uien door elkaar. Ooit van gehoord? Ik niet! Leeuwarden W. H. Kuipers WITTEVEEN Het stukje van de heer Witte- veen uit Groningen over de Rembrandtstraat met de schip per Witteveen deed mij terug denken aan deze man, die me nig krentepofke en Portugeesje van mij soldaat heeft gemaakt; als bakker kwam ik vaak bij hem. Ik moest me dan zelf red den door de deur met een touwtje open te trekken. Er kwam anders niemand op bezoek, maar mij vertrouwde hij alles toe. Vaak moest ik zijn schilderijen bezien, die hij zelf had geschilderd en die op de slaapkamers hingen. Veel zeil schepen, vier- en vijfmasters. Ik zie hem nog voor me staan met zijn roodomrande oogjes, waar hij niet zo veel meer mee zag. Dat moest ik tenminste wel denken, wanneer ik naar de oudgeworden krentepofkes in zijn broodtrommel keek. Vaak zei ik tegen hem dat hij dat oude en groenuitgeslagen brood niet moest eten, maar al tijd was zijn weerwoord: "Daar is nog noait een van doad gaan, Van der Heide." Makelaardij ainda 1898 Leeuwarden - Drachten Er scl Daar had hij dan gelijk in ook - zelf was hij immers al over de negentig toen hij stierf. Als ik bij hem in de kamer zat vlogen de kanaries en zebravinken over je hoofd om vaak een wit te vlek op de tafel achter te la ten. Zo nu en dan vroeg Witte veen me voor een bakje koffie maar dan zei ik altijd maar: "Ik mag niet zoveul koffie drinke van dokter". Dit waren de herinneringen aan Witteveen, die de hele wereld had bevaren en daar ook veel over sprak. Nog denk ik wel eens aan hem - waar zouden zijn schilderijen nu hangen? Leeuwarden Rinze van der Heide RAAD VAN ARBEID Bij het nog eens opnieuw sneu pen in een mij gebracht stapel tje Kleine Krantsje kom ik in het septembernummer '87 een foto tegen van de Nieuwestad Daarop de winkel van Buwalda met daarboven de Raad van Arbeid en uw vraag was: "Wie kan zich herinneren dat de R. v. A. op de Nieuwestad was?" Tot en met het decembernum mer zag ik geen reacties en ik neem aan dat ik nu nog de eni ge ben die u antwoord geeft. Ik herinner me heel goed dat de Raad van Arbeid daar geves tigd was, want toen ik in juli 1925 veertien jaar werd en de leeftijd had te mogen werken, moest ik in de portiek van de fietsenwinkel Buwalda een deur binnengaan. Een trap naar bo ven bracht ijiij in het kantoor op de verdieping en aldaar kreeg ik mijn arbeidskaart. Ik weet ook nog dat de man die de kaart uitschreef Kammenga heette. Dat weet ik zo goed, omdat die meneer (evenals on dergetekende) woonde op de Hollanderdijk in wat wij kinde ren toen noemden middel- buurt" (Hollanderstraat). Ik was toen dus veertien en had acht klassen achter de rug, waarvan zes in de Schoolstraat (op school 5) en twee (7e en 8e leerjaar) op de vroegere Ge meenteschool aan de Keizers gracht. In mei eindigde het schooljaar en ik kwam toen als dertienjari ge van school zonder nog te mogen werken. Ik was als vijf jarige op school gekomen in mei '15 en heette dus een „vroege leerling". Aan verder leren kwam je als oudste van zeven kinderen niet in het stuk voor. Zo gauw mogelijk gaan (vervolg op pag. 10)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1988 | | pagina 4