UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM 'T KLEINE KRANTSJEi LEEUWARDEN VAN A TOT Z OPSPORING VERZOCHT Leeuwarden 100 jaar geleden Is de W van de Waag, het ge bouw, waarvan de afbeelding in bijna geen enkele folder ovei Leeuwarden ontbreekt en waar aan geen vreemdeling zonder meer voorbij zal gaan. In de loop van de eeuwen altijd tijdig gerestaureerd, bleef de oude Waag in een voortreffelijke con ditie voor ons bewaard en als een onmisbaar monument staat dit pronkstukje van bouwkunst uit vroeger tijden nu in het hart van onze moderne stad. De over-over-overgrootouders van de over-over-overgrootou ders van onze over-over-over grootouders hebben de brede ruimte tussen de „stille" en de „drukke" kant van de Nieuwe- stad nog zonder dit schilder achtige gebouwtje gekend, want heel vroeger stond de Stads Boter en Zout Waag een dertig meter verderop: vlak bij de Tontjespijp en tegenover de Sint Jacobspoort, die de stad eens op dit punt van de buiten wereld afsloot - ongeveer op de plaats dus, waar nu een te lefooncel staat. Maar dat is wel lang geleden, want nog voor 1600 werd „onze" Waag gebouwd, omdat het oude gebouwtje door de zich snel ontwikkelende handel tenslotte te klein bleek te zijn. Op een punt, dat als stand plaats voor de Waag geschikter werd geacht - pal tegenover de Ee, die hier op het water van de Nieuwestad uitkwam, begon men in 1595 met de bouw en VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN noordelijke en de zuidelijke kant. De bovenverdieping was eerst bestemd voor het houden van verkopingen „van vastigheden ten voordele van de Diakonie- armen", maar later hield het Krijgsgericht er zittingen, werd ze tot Burgenvacht bestemd en vond de Nachtwacht er een on derdak. Om de handel te bevorderen stond de stedelijke regering in 1643 toe, dat de kooplieden de Waag gebruikten als beursge bouw, waarin ze elke morgen tussen elf en twaalf bijelkaar konden komen. Alleen, wan neer de regen een verblijf in de open en tochtige benedenver dieping minder plezierig maak te, mochten de heren verhuizen naar de bovenzaal. In 1786 kreeg de Waag een bredere luifel, die door twintig houten kolommen gedragen werd. Tot zo'n honderd jaar ge leden hebben deze houten pila ren het gebouw ontsierd: toen, bij een algehele restauratie in de jaren tussen 1884 en 1890, werden ze verwijderd en kreeg de Waag het schilderachtige aanzien, dat ze nu nog heeft. Overigens heeft die luifel in de loop van de jaren altijd de aan dacht van het stadsbestuur ge vangen gehouden en meer dan eens werd ermee geëxperimen teerd om de boter, die er onder opgeslagen werd, nóg beter te kunnen beschermen tegen de zon. Zo werd het afdak in 1816 een el breder gemaakt, zodat er toen 1300 in plaats van 900 vaten boter in de schaduw kon den staan en een kwarteeuw later bracht men iedere markt dag aan de oost- en aan de westzijde van de luifel twee los se schermen aan, die 's avonds weer werden weggeno men. Tot 1884 zou het gebouw z'n bestemming als boterwaag nog behouden: toen trokken de bo- terverkopers naar het veel gro tere Beursgebouw aan de Wir- dumerdijk, dat vier jaar eerder al was gereedgekomen. pagina 11 Onze abonnee mevrouw J. C. Boer-Lemmers, Dr. Van Noort- straat 148c te Leidschendam, verzoekt opsporing van BOE KEN. Mevrouw Boer schrijft ons het volgende: „Welke (oudere) le zer kan mij helpen aan het boek 'Een winter op Schok land'. De schrijver is Renger- sen en de uitgever Kluitman te Alkmaar. Het boek is niet meer in de handel. Voorts zoek ik de boekjes 'Och heden ja' van Keikes. Gaarne reactie: tele foon 01715 - 1668. Ik zou er erg blij mee zijn." Onze abonnee de heer H. Hiel- kema, 't Grachtje Over 92, 1625 PL Hoom, verzoekt op sporing van de tekst van enke le LIEDEREN. De heer Hielke- ma berichtte ons: "Met mijn oudste broer van plusminus drie en tachtig had ik een ge sprek over liedjes, die onze ou ders geregeld zongen. Het eerste is een lied over de Friese Landverhuizer. Ik herin ner me het refrein en dat is, meen ik als volgt: Amerika, moai moast do hjitte Do hast my brea en wolfeart jün Mar ik bid de himel.Jou my in grêf yn Fryslèns grün. De der de regel weet ik niet zeker. Dan was er een lied, dat be zong de werkers in de nacht en heette, meen ik "Zij, die niet slapen". Daarin was een cou plet, waarin een machinist werd bezongen, zo van: "Voor op de bok, daar zit de proleet. Meerweetikniet. Mijn vraag is of lezers van 't Kleine Krantsje deze liedjes kunnen aanvullen en eventueel verbeteren. Mijn telefoonnum mer is: 02290-38371 Oproepen voor deze rubriek OPSPORING VERZOCHT kun nen schriftelijk ingediend worden bij de Redactie van 't Kleine Krantsje. De oproeper, worden gratis geplaatst. Deze service geldt alleen voor abonnees van 't Kleine Krantsje. drie jaar later moet het Waag- gebouwtje zijn voltooid, want een gedenksteen in de muur geeft dit jaartal aan. Het gebouw zag er toen nog wel wat anders uit dan nu, want door niet minder dan zes brede poorten konden de boter- verkopers de benedenruimte betreden: er zaten twee toe gangspoorten in de oostelijke en de westelijke muren en in totaal vier in de muren aan de PRUIMEN "Pruimtabak wordt vooral door de arbeidende klasse en dé schippers gekauwd; de minste kwaliteiten dienen daarvoor. In het voorbijgaan zij vermeld, dat het tabakspruimen vroeger vrij algemeen schijnt te zijn ge weest, blijkens de kwispedoors, waarvan vele particulieren, nu nog in hunne woonkamer, som mige zelfs in hun salon, maar vooral vele herbergen en koffie huizen haast op iedere tafel, een exemplaar te zien geven." Dr. Ph. Kooperberg-1888 TABAK "Van de reeks der genotmidde len is het vooral de tabak, wel ke te dezer plaatse dient te worden behandeld. Hoogst be langrijk is het gebruik, dat van dit artikel wordt gemaakt. Be halve de 131 kruidenierswin kels, die nagenoeg allen ook tabak verkoopen, bevinden zich te dezer stede 26 tabaks- en sigarenwinkels. Nog geen twin tig jaren geleden, was van de zen laatsten hier niet één aan wezig. in alle standen en op alle leeftijden wordt tabak ge bruikt en, dit durven wij gerust beweren, ook misbruikt; erger lijk zelfs is het te zien, hoe door velen reeds op zeer jeugdigen leeftijd het op zich zelf reeds niet onschadelijke kruid over matig wordt gebruikt; het kan niet uitblijven of de gezondheid moet daarvan schadelijke ge volgen ondervinden, en menig bleek gezicht zal hieraan wel zijn ontstaan moeten toeschrij ven." Dr. Ph. Kooperberg -1888 Een zekere B. Lampe verstuurde deze kaart aan 'Den heer Raukema te Leeuwarden in het Oranje Bierhuis' en dat moet dan in 1910 zijn geweest, toen onze stad de sensatie beleefde van vliegdemonstraties boven de Wiiheiminabaan. Een van de demonstranten was deze Jan Olieslagers, 'de Vliegmensch', die een jaar later met zijn primitieve toestelletje zou neerstorten op deze zelfde Wiiheiminabaan, waarbij hij trouwens zelf het leven behield.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1988 | | pagina 11