REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR DE LEEUWARDER POLITIE RAPPORTEERT Mi 'T KLEINE KRAHTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 15 adviesbureau voor reklame en publiciteit jozef israëlsstraat 6-10 058-124384 Nachtverblijf aan de wacht verleend aan Pieter Bos, oud 19 jaren, geboren en thuisbehorende alhier, sedert zijn ontslag uit de gevangenis wonende bij Willem Dijkstra (Slanke Willem) in de Reigerstraat, die hem nu niet in huis wilde hebben, omdat hij niet genoeg kostgeld kon betalen. Door de politiedienaar Kruit een twist beëindigd tusschen den arbeider Albert Fontein, wonende Pottebakkers- plaats, die in huis ruzie had met zijne dochter, waardoor zich reeds vele huurlieden bij de woning hadden verza meld. Peter Peters, pianostemmer, wonende bij Teffer in de Blokhuissteeg, klaagt dat hij, de Speelmansstraat pas- seerende, in zijn been is gebeten door een hem onbe kende hond, die uit de winkel van de aldaar wonende winkelier T. Kuiper kwam, waardoor bovendien zijn pan talon is gescheurd. De wonde is, hoewel niet bepaald ernstig, toch niet geheel onbeduidend. Nachtverblijf verleend aan Jacobus Deinema, schoenma ker, geboren alhier, die na eenige dagen in het Stedelijk Armhuis te zijn geweest, uit eigen beweging deze inrich ting maar weer heeft verlaten, voorgevende dat hij naar Amerika gaat. Kennisgeven door den heer Schultz, wonende Zaailand, dat zijn schoonzuster, die gescheiden woont van hare man, bij zijn moeder wil binnengelaten worden, wat ech ter geweigerd wordt en waardoor nu een menigte men seden zich om hun huis verzamelde. Zij dreigde de gla zen te zullen inslaan, indien zij niet werd binnengelaten. De politiedienaar Turksma, op onderzoek uitgezonden, brengt Juffrouw Schultz aan de wacht, daar zij een ruit met haar parasol heeft ingeslagen en voorgeeft zich nu te willen verdrinken. Nadat zij gekalmeerd en haar ge vraagd was of zij naar hare woning wou worden geleid (zij is uitbesteed bij den winkelier Streekstra in de Blee- kerstraat) gaf zij te kennen liever aan de wacht te willen blijven en morgen een klacht wegens mishandeling te gen haarman en schoonbroeder in te dienen. Bij den blikslager Ros, wonende Peperstraat, is een brandende petroleumlamp van den zolder gevallen, waardoor een begin van brand is ontstaan. Met een natte dweil en een emmer water is dit echter gebluscht. De opperbrandmeester heeft de zaak onderzocht en in orde bevonden. Geen spuiten zijn uitgerukt. De Majoor der Rijksveldwacht Jager, wonende in de Schrans, brengt aan het bureau Jan Akkerman, oud 18 jaren, straatmaker, wonende Achter de Witte Hand, die zich verzette tegen de arrestatie van twee zijner kamera den, die na aanmaning zich niet rustig wilden gedragen. Hij verkeert in een opgewonden toestand en is onder den invloed van sterken drank, waarom hij ter kalmeer ing in bewaring is gesteld. De stuurman van de stoomboot Friesland klaagt reeds meer dan een uur voor de Prins Hendrikbrug te hebben gelegen om doorgelaten te worden, hetgeen niet kon geschieden door de afwezigheid der brugwachter Vliet- stra. Na diens terugkomst afgewacht te hebben wilde deze hem niet laten doorgaan, ook niet op aanmaning van den politiedienaar Taatgen. Turkstra, er heen gezon den, rapporteert na onderzoek, dat de boot er nu door was gelaten en dat Vlietstra niet wist, dat hij zich op dat uur niet van de brug mogt verwijderen, voorgevende geen verordening of instructie te bezitten. (Vervolg van pag. 4) de firma Bolte en Gorter aan de Westerkade. Het eerste huis aan de andere kant van de straat had aan de zijkant nog een stuk tuin. Van het Molenpad gescheiden door een lage schutting. Halverwege die schutting stond één of an der laag boompje hetwelk vaak veel rupsen herbergde. Schuin tegenover ons woonde de fami lie Van Wijlen. De heer Van Wijlen was gevangenbewaar der. Zoon Henk werd gymnas tiekleraar en later inspecteur bij het onderwijs. Dan kwam de fa milie Meijer van Putten (van de schietvereniging Hertog Hen drik) met ook dochter Marie. Verder Feiters (firma Mohr- mann) en tegenover Hamer de familie Scheppink. De vader was bij "het spoor". De Hamers en Scheppinks hadden elk, als laatsten in de straat, een tuin tot de helft van de straat. Het was bij Scheppink eigenlijk meer een bleek. Meest gras dus. Ik zie daar nog de trouwe rij van dochter Annie met dans- leraar Suardus de Jong. Die dag kwamen net de Patijntjes van Van der Zee en consorten in de straat en dat was dus •feestmuziek blazen. Misschien hadden ze wel een tip gekre gen. Verder waren daar nog de dochters Mien en Trijntje en de kortelings overleden zoon Her man, die rijwielhersteller gewor den is. Na de familie Scheppink kwam daar de groentehande laar Dorenbos (één o en dus geen familie) te wonen. In te genstelling met de familie Scheppink met drie dochters en één zoon warert er bij Doren bos drie zoons - Jelle, Douwe en Piet - en één dochter. Nu in navolging van mevrouw Zijderveld even de indeling van de huizen in de Bisschopstraat toen. Met nog wat er bij. Door de voordeur kwam je in een lange gang. Die werd door mij gebruikt om te leren fietsen. Zittend op de bagagerdrager van de fiets van mijn vader ging het naar het eind van de gang. Dan, met de benen op de grond, weer terug. En dan weer proberen. De zijmuren hebben het geweten. Na de gang kwam de keuken. Met provisorisch aanrecht. Achterin rechts de plé - w.c.'s waren er toen nog niet - en links de re genwaterbak. Leiding was er ook niet. Naast de gang eerst de voorkamer met bedsteden onder de trap. In die voorkamer kwamen we nauwelijks. Na de trap de achterkamer. Daarin aan de zijwand twee bedste den. Tussen de bedsteden was een trapje naar de z.g. kelder, een verlaging van zo'n 15 a 20 cm in de vloer onder de bed steden. De trap naar boven tel de 16 treden. Boven was de trapopening afgescheiden door een houten hekwerk. Ondanks dat kan je natuurlijk ook wel naar beneden vallen. Wat mij dan ook is overkomen toen ik op een avond even naar boven ging om een stuk hout te halen. Waarom, ik weet het beslist niet. Enfin, ik een vierkante stok van ongeveer 15 cm. Stond boven aan de trap en duikelde zomaar naar beneden, de ruwe stok achterna. De trap deur stond open. Toen de stok rechtop op de vloer viel ik er met m'n hoofd naar beneden op. Allemaal bloed op de gang muur. In het Diakonessenhuis hebben ze door in mijn voor hoofd nog een gat te maken het onder mijn hersenpan schoongemaakt. Het litteken is nog te zien en natuurlijk de deuk boven op mijn hoofd. Bui ten die littekens en een flinke hersenschudding heb ik er ver der niets van overgehouden. Je kunt als klein kind zeker veel hebben, 'k Moet nog onder de 10 geweest zijn. Rechts van de trap was de slaapkamer van mijn ouders. Links was een grote zolder welke, toen m'n broer en ik wat groter waren, in tweeën werd gedeeld door een gordijn. Naast de trap werd onze slaapkamer en het andere gedeelte bleef zolder. Als het regende hoorde je dat erg op het zinken dak wanneer je op bed lag. Maar dat gaf je toch wel een bepaald heerlijk ge voel. De Bisschopstraat, een oecu menische straat, waar we als kinderen veel plezier hebben gehad en dat nooit zullen ver geten. Een heel verhaal, alleen door de vermelding van een brand. Leeuwarden Chris Doorenbos

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1988 | | pagina 15