GIEN MOALENS IN LEEUWARDEN TRAGISCH EN MYSTERIEUS JOHN KRISTEL VROEGER VAAK IN SPOORZICHT 'T KLEINE KRAHTSJE, VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 10 '"t Spiet mie mevrouw, mar ik loof da 'k uutkieke mut naar een an dere goeie daad voor vandaag... heeft er aan de "drukke" zijde van de Nieuwestad, scheef te genover de Langepijp, een heel bekend koffiehuis gestaan met de naam Het Gouden Wagen tje. Het pand, dat al in 1918 is afgebroken, droeg een toepas selijke steen in de voorgevel, "de vergulden waegen". In het begin van de zeventiende eeuw konden de Leeuwarders die steen daar al aanschouwen. En nu is dit ornament nog altijd te bewonderen: het zit ingemet seld in een zijmuur van het Sint Anthony Gasthuis in de Pijl steeg. Wie wel es in 't Ouwe Dokkum ronddwaald het, sal seker vol bewondering de beide koren- moalens bekeken hewwe, die daar nog altied as biezondere blikvangers hoog oppe bolwer ken staan. Curieuze erfstukken uut het verleden, die nog getu- ge van een vroegere industriële bedrievigheid. Toeristische trekpleisters oek, waar de Dok kumers wel wies met binne. Suksowat moois het Leewad- den jammer genoeg niet. Of beter seid, niet méér, want we hewwe hier vanself oek onse industriemoalens had en niet sun bitsje oek. Van ruum veetig Leewadder moalens binne deur ieverig sneupwerk de gegevens achterhaald en er is een tied weest, nou krek twee eeuwen leden, dat er toegeliek meer dan vijf en twintig moalens in dizze stad in actie waren - mut je nagaan, vijf en twintig van die machtige moalens, waarvan de wieken toegeliek rondgiesel- deninnewien. Dat mut, het kan niet andes, een wondermoai skouwspel weest hewwe, mar het is de vraag of die groatouders en over- en overgroatouders van ons dat seis oék su anvoeld hewwe. Se salie die ouwerwet- se moalens wel deur deselde bril bekeken hewwe as wij dat nou met die nijmoadrige stalen gevaarten van teugeswoordig doen en se hewwe er in ieder geval noait lang bij stil staan om se tenslotte op te rumen - de een na de ander, tot er ge- woan gien enkele moalen meer overbleef. De meeste moalens stonnen anne Dokkumeree en an het Vliet, mar er hewwe oek moa lens anne Harlingertrekvaart staan, er stonnen een stuk of wat op 't plak vanne hudige overweg inne Schrans en er hewwe een moai nusje binnen de stadsgrachten staan, inne binnenstad dus, mar dan wel anne waterkant en, krek soas in Dokkum, boven oppe bolwer ken. Het is nou krek vijfentachtig jaar leden, dat de laaste moa len inne binnenstad deur de slopers kot en klein saiagen is en het waar, noatabene, de ge meente seis, die er de opdracht voor gaf. Se kocht in 1895 de moalen De Arend an, liet em nog een jaar of zes draaie om dan het noadlottige besluut te nimmen om hem op te rumen. En wete jimme waar die moa len ston? Wel, boven op het bolwerk bij de Westerplantage, achter het nog bestaande thee- huus, waar het ouwe moale- naarshuuske nog heel lang as een wrakkig spultsje teugenan leurid het. Wat su het mooi weze, denk het es even in, dat die moalen De Arend daar nou nóg ston, as een uniek pronk stuk, as een machtig moanu- ment van werksaamheid uut een lang vervlogen tied. Fenno Heel erg tragisch en ook heel mysterieus, dat was, vijftig jaar geleden, het verdrinken van de kleine Jan Rauwerda, die in de 4e Klanderijdwarsstraat woon de. Kort na het middageten verliet Jan, tien jaar oud, de ouderlijke woning om zijn vader op te zoeken. Die was voerman en Jan dacht dat het leuk was een eindje met hem op de paarde- wagen mee te rijden. Tot zijn teleurstelling echter was vader al weg - Jan kon hem niet meer vinden. Niemand weet wat er toen ver der met het kereltje is gebeurd. Maar 's avonds kwam hij niet thuis en toen werden de ouders ongerust. Overal werd geïnfor meerd, maar er was niet een, die wist waar Jan was geble ven. Ook de buurjongetjes kon den alleen vertellen, dat de jon gen helemaal alleen op pad was gegaan. Bange vermoedens werden de volgende morgen droeve zeker heid, toen een schipper bij de Sneekerkade zijn praam los maakte en hij tussen de wal en het schip de verdronken jongen vond. Waarschijnlijk heeft Jan Rau werda op de praam willen springen en is hij daarbij te wa ter geraakt. Maar er was nie mand, die dat heeft gezien - het verdrinken van het jongetje bleef een mysterieuze zaak. John Kristel and his Band speelden dikwijls in Cabaret 'Spoorzicht' op het Zuiderplein. Achter op de hierbij gereprodu ceerde foto staat dan ook ver meld: "Vanaf zaterdag 3 juni 1934 komen wij wederom het muzikale gedeelte in Hotel Spoorzicht verzorgen". De orkestleider John Kristel werd geboren in 1908 te Am sterdam. Hij stierf in 1986 te Noordwijk. Het orkest bestaat hier uit vijf personen, maar John Kristel vertelde mij eens, dat zijn or kest wel uit zeven tot acht per sonen heeft bestaan. Zijn gehele leven is John Kris tel musicus geweest. De oude re Leeuwarders zullen hem be slist kennen door zijn geregelde optredens bij Sipke Castelein. HAAST IEDERE DAG Ik loop haast iedere dag wel langs het voormalige cabaret-' hotel van Sipke, en in gedach ten hoor ik dan de klanken van de vele orkesten, die hier door de jaren gespeeld hebben. Want de muziek zat op het po dium met de rug naar de straatkant, zodat men de vrolij ke klanken van de toporkesten die hier speelden buiten op straat goed kon horen. Er is eigenlijk niet zo veel ver anderd aan het gebouw, nadat het Rundvee Stamboek het overnam. De ingang is iets ver anderd en het hoge plafond werd dichtgemaakt. Aan dat plafond waren nog een ring en meerdere obstakels bevestigd, zodat zelfs een trapeze-act bij Castelein kon werken. Nederlandse en buitenlandse variété-artiesten van naam tra den hier vanaf 1924 tot de slui ting in 1950(?) op! Enkele namen: Willy Derby, Lou Bandy, Kees Pruis, Tholen Van Lier, zelfs Joseph Schmidt heeft hier eens een avond gezongen, dan de orkes ten Bobby van 't Sas, Scarlet Pimpernels van Arnold Brink man, Bert Klazema, Many Oets, de Ramblers, Dick Wille- brandts met kleine bezetting, enz. Na de oorlog nog de eer der door mij beschreven band 'The Almalfi Band', The New Five onder leiding van Wessel Posthumus. Acrobaten, jongleurs, enz. - ik noem hier maar De Corelli's, Gery, Berny. Als goochelaars Wil van Houten, Rodi Roeters, Leberto en Bob Steffin. En de orkesten begeleidden deze nummers, want de musici had den een grote notenkennis en ervaring. Nog een paar namen: De Kili- ma Hawaïans en de Honolulu Queens. Wat een weelde, dat men iedere week in eigen stad de beste artiesten kon beluiste ren en zien. En de prijzen wa ren, wat het gebodene betrof, laag[ Loopt u langs het gebouw, dan ziet u dat het woord Garage op de garage is weggehaald. Maar het is nog te lezen. Er waren ook nog twintig hotelkamers. En boven in het gebouw ziet men nog de glas-in-lood raam pjes. Het gebouw straalt nog de bouwstijl, van de voor-oor- logse cabarets en dancings uit. En zo past ook John Kristel prachtig in het bovenstaande patroon van voor-oorlogs ver maak. Met wat meer namen te noemen, geef ik de lezer, die die tijd niet heeft meegemaakt, een goed beeld wat er in een kleine stad als Leeuwarden (in 1935 ongeveer 40.000 inwo ners) te doen was. Het was in 1969 dat ik John Kristel in Noordwijk aan Zee ontmoette. Toen hij hoorde dat ik uit Leeu warden kwam, begon hij en thousiast over zijn tijd in Leeu warden te praten. Sipke Castelein was zö'n baas, waar iedereen graag mocht werken, en de stad was vroeger heel gezellig. Hij noemde ook nog de pensions waar zij woonden, onder meer het pension van Jordan aan de Baljeestraat, pensions op de Wirdumerdijk en op de Emmakade. Het ge sprek kwam op Piet de Vries, Bert Klazema en andere Friese musici. John Kristel nam zijn vrouw altijd mee op reis, en ook zij was vol enthousiasme over het oude, gezellige Leeu warden. Daarom deze keer een foto uit 1934 van één van de vele bands, die toen in Neder land onderweg waren. Zij speelden toen ook veel voor de Hecks' Zaken, later Rutex. Ook deze gezellige zaken zijn ver dwenen en niet te vergelijken met de huidige zaken zonder levende muziek. Historisch Variété Archief Leeuwarden Ritsko van Vliet sr.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1988 | | pagina 10