GESCHIEDENIS BLAUWE WEESHUIS
IN FRAAI BOEK VASTGELEGD
'T KLEINE KEAHTSJEi
De Blauwe Wezen
Van Leeuwarden
Een uniek boek
over de
Geschiedenis van het Nieuwe Stadsweeshuis
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11
"Voor onze voorouders in de
17de en 18de eeuw was tuchti
ging van kinderen een normale
zaak. Thuis en op school
maakte het kind al vroeg ken
nis met plak en roede; prenten
maakten het vertrouwd of in elk
geval bekend met lijfstraffen.
Indachtig het bijbelwoord, dat
de tucht niet aan de knaap
mag worden onthouden, spaar
den liefhebbende ouders de
roede niet en slaan was dan
ook een gewaardeerd opvoe
dingsmiddel. Kastijding was
niet alleen een middel om het
kind van de hellestraf te redden
maar ook om het in het gareel
te houden. Dit gold zeker in het
kunstmatige weeshuisgezin,
waar onder een honderdkoppi-
ge bevolking de orde moest
worden gehandhaafd. Daar
kwam vooral in de 19de eeuw
nog bij, dat een verwaarloosde
en ongeregelde opvoeding
werd beschouwd als de belang
rijkste oorzaak van criminaliteit;
disciplinering was ook in dat
opzicht in het belang van het
kind zelf. Het strenge regiem
speelt de hoofdrol in onze
beeldvorming omtrent de vroe
gere weeshuizen: niet het op
voeden van de kinderen, maar
het stipt naleven van het regle
ment stond voorop. De straffen
waren hard en erop gericht het
kind murw te maken, zodat het
zich weer zou voegen in dè
tredmolen van het dagelijks be
staan.
Aldus een fragment uit het pas
verschenen boek "De blauwe
wezen van Leeuwarden", de
geschiedenis van het vroegere
Nieuwe Stadsweeshuis tussen
het Jacobijnerkerkhof en het
Schoenmakersperk. Dit boek,
een prachtige uitgave, is ge
schreven door de heer Hotso
Spanninga, nu leraar geschie
denis in Dokkum, in nauwe sa
menwerking met de vroegere
ambtenaar van het Gemeente
archief, de heer Wim Dolk, die
er eveneens bijzonder veel
werk voor heeft verzet.
Het Nieuwe Stads Weeshuis
heeft bijna drie eeuwen be
staan. in 1676 werd het in ge
bruik genomen en in 1953 gin
gen de weeshuisdeuren
voorgoed op slot. In de tussen
liggende tijd zijn er duizenden
weeskinderen grootgebracht.
Zij werden de "blauwe wezen"
genoemd naar de uniforme
blauwe weeshuiskledij.
Behalve deze blauwe wezen
waren er ook "rode wezen" in
het oude Leeuwarden. Dat wa
ren de jeugdige bewoners van
het Old Burger Weeshuis, dat
al in 1534 was gesticht - zij
stonden in tegenstelling tot de
"arme" blauwe wezen als de
"rijke" rode wezen bekend, ook
alweer omdat zij aan de kleding
zodanig herkenbaar waren.
Het opvallend vlot geschreven
boek over de blauwe wezen
vertelt ons alles over de ge
schiedenis van het tehuis en
zijn bewoners en ook veel over
de wezenzorg in al die eeuwen.
In het - zeker verrassende -
begin van het boek wordt mel
ding gemaakt van een specta
Noord Nederlandse
Boekhandel
Voorstreek 34
Leeuwarden
tel. 058-123827
culaire gebeurtenis die als het
broodoproep bekend gebleven
is:
"Tegen het middaguur van vrij
dag 25 juni 1847 haastte de
kruidenier Benjamin Henneman
zich om de blinden van zijn
winkel aan de Voorstreek te
sluiten en de deur te grende
len. In de stad was grote op
schudding veroorzaakt door
hongerige benden, die ruiten
ingooiden en bakkerswinkels
plunderden en het leek hem
Een van de illustraties uit het boek: een sfeervol hoekje van de oude binnenplaats.
veiliger met zijn nering op te
houden tot de rust was her
steld. Toen hij niet ogenblikke
lijk opendeed werd er een
steen door het bovenvenster
gegooid. Om erger te voorko
men lichtte Henneman de gren
del en vroeg waarmee hij van
dienst kon zijn. Het opdringend
"grauw" wilde voedsel en
dreigde geweld te gebruiken
als het zijn zin niet kreeg. Zo
snel mogelijk nam hij samen
met zijn knecht de aangereikte
petten en zakken aan en vulde
die met gort, bonen en rijst,
waarmee de hongerige oproer
lingen genoegen namen
Uit het verdere verhaal blijkt,
dat deze kruidenier Henneman
een van de leveranciers van
het Nieuwe Stads Weeshuis
was, die verschrikkelijk in de
knoei kwam omdat hij overeen
gekomen was goederen te le
veren tegen een vooraf vastge
stelde prijs - toen de prijzen
aanzienlijk stegen kon hij nau
welijks meer aan zijn verplich
tingen voldoen.
Het voortreffelijk verzorgde
boek - natuurlijk in een blauwe
band en met een blauw stofom
slag - is uitgegeven door de
Stichting Het Nieuwe Stads
weeshuis Leeuwarden, die na
het verdwijnen van het wees
huis zelf ontstond en die nu het
nagelaten vermogen beheert.
Dat vermogen is intussen ge
groeid tot ongeveer zes en een
half miljoen gulden, zoals de
wethouder van Sociale Zaken,
tevens voorzitter van de Stich
ting, mevrouw J. G. Vlietstra
ons in een voorwoord onthult.
Het grootste deel van dit ver
mogen bestaat uit onroerend
goed, zoals boerderijen en lan
derijen; de rest wordt gevormd
door effecten en obligaties.
Jaarlijks kan er, dankzij de ren
te van deze bezittingen, een
bedrag van ongeveer tweehon
derdduizend gulden voor ver
schillende sociale en maat
schappelijke doeleinden
beschikbaar worden gesteld.
Ook daardoor al leven de her
inneringen aan de blauwe we
zen nog altijd voort - de grote
betekenis, die het Nieuwe
Stads Weeshuis eeuwen lang
voor onze stad heeft gehad,
laat zich gelden tot in onze tijd.
We mogen daarom dankbaar
zijn met het totstandkomen van
dit boek over de geschiedenis
van het Nieuwe Stads Wees
huis, een boek, dat zeker niet
ten onrechte al een standaard
werk werd genoemd
De prijs van het boek, verkrijg
baar bij de Noord Nederlandse
Boekhandel aan de Voorstreek
in Leeuwarden is vijf en dertig
gulden. Warm aanbevolen dus!
Sch.
Ter waarschuwing.
Het is aan de politie gebleken,
dat de waarschuwing tegen per
sonen, die langs de huizen loop-
en met gedrukte getuigschriften,
waarin zoogenaamd door de fir
ma N. V. Rolf von den Baumen
verklaard wordt, dat zij een aan
tal jaren bij haar zijn werkzaam
geweest en tevens de redenen
van hun ontslag worden ge
noemd, nog niet voldoende is
doorgewerkt. De personen
trachten op deze wijze het me
delijden van de ingezetenen
zoowel hier ter stede als in de
omgeving op te wekken.
De commissaris van politie
waarschuwt nogmaals tegen
deze personen, daar hem bij in
formatie bij de firma von den
Baumen bleek, dat de laatste
driejaren dergelijke getuigschrif
ten niet zijn uitgereikt en de pa
pieren, gedateerd 1923, waar
mee genoemde personen
loopen, dus vervalscht moeten
zijn.
(1931)