ühellema 'T KLEINE KKANTSJE Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland voor leeuwarden en de wijde wereld er omheen Makelaardij ainda 1898 Leeuwarden - Drachten onder de indruk van de preek. Steevast kwam dan het ver haal, dat het jonkje z'n beurs verloren had en dat leverde haast altijd wel wat op: nuts- kes, centen, halve stüvers. En dan als een haas naar het snoepwinkeltje, dat op die zon dagopen was. Herinneringen... Amsterdam Enne Rozema DRENKELING IN NAAUW In het decembernummer schrijft mevrouw M. Gilles over een drenkeling in Het Naauw. Haar lezing van dit verhaal is echter niet juist. Het was n.l. niet mijn grootvader die te wa ter ging, maar een vertegen woordiger, die een goede order had gekregen. Hij werd uitgelei de gedaan door mijn grootou ders. De man liep buigend, dankend en groetend achteruit en tuimelde achterwaarts in het Naauw. Mijn grootouders zagen het aankomen, konden het ech ter niet verhinderen. Wanneer dit heeft plaatsgevon den weet ik niet, maar het moet inderdaad voor 1905 zijn ge schied zoals u opmerkt vanwe ge het hekwerk dat in 1905 in het Naauw werd geplaatst, eerst van hout en daarna per manent. Van het houten hek zijn ook nog afbeeldingen be kend. Op zichzelf is het merkwaardig, dat na zoveel jaar dit verhaal nog regelmatig opduikt. Leeuwarden B. de Bruin n Bosboomstraat afgebeeld, de heer Herman Wallega. Hij was vertegenwoordiger in tabakspij pen. In mijn herinnering zie ik hem nog dagelijks de deur uit gaan met een koffer en een tas om zijn koopwaar aan de man te brengen. Zijn vrouw was volgens mij een Turksma, maar dat weet ik niet zeker meer na al die jaren. Ze hadden twee kinderen, een dochter Lenie, die was onge veer veertien jaar en een zoon Maurits, die een paar jaar jon ger was. Mijn ouders, zuster en ik zijn op 10 mei 1940 in de Bos boomstraat komen wonen en ik heb deze mensen drie jaar meegemaakt. Keurige nette mensen, altijd even vriendelijk en klaarstaand voor iedereen. Ook aan geld kenden zij geen gebrek. In de oorlog moesten de Joden 's morgens voor acht uur hun boodschappenlijstje en een tas naar de groentewinkel brengen, als ze iets nodig hadden, 's Middags na vieren konden ze die dan weer ophalen en be slist niet eerder. Op een dag kon Herman, om welke reden is nooit bekend geworden, zo lang niet wach ten. Toen hij die morgen in de Schrans met een tas met groente uit de winkel van Jelle Terpstra kwam, hebben ze hem opgepakt. Een week later heeft mijn vader gezien, dat Herman met nog meer gevangenen naar het station werd gebracht op transport naar...? Enkele maanden daarna moes ten zijn vrouw en zijn kinderen zich ook melden. Ik zie ze nog verheugd weggaan. Dit klinkt gek, maar zij leefden in de vol le overtuiging, dat zij naar haar man en hun pappie toegingen. Ik zie ze nog weggaan, af scheid nemend van de naaste Eén dezer dagen hoorde ik toe vallig tijdens een gesprek over de Mercuriusfontein, dat in de sokkel van dit standbeeld inder tijd een dichtgesoldeerde loden buis is ingemetseld met daarin een papier, waarop de namen zouden staan van mensen, die iets te maken hebben gehad met de bouw en/of aanleg van de watertoevoer. Mijn schoonvader Lambert Arendshorst, indertijd loodgieter bij de firma Wijbenga op de Put, moet daarop ook nog ver meld staan. Mijn vraag is weet u hier iets van? En zo ja, wanneer is dit dan gebeurd en welke namen staan erop? Leeuwarden R. K. Dijkstra Het is best mogelijk wat u schrijft, maar de inhoud van de loden buis, zo die al bestaat, zal voor ons wel altijd geheim blijven, zo lang de Mercuriusfon tein niet is gesloopt. In de stukken met betrekking tot het bouwen van de fon tein, aanwezig op het Ge meentearchief van Leeu warden, wordt met geen woord over een ingemet selde buis gerept. Maar het is bekend, dat er vroe ger inderdaad wel dergelij ke herinneringen aan het totstandkomen van een bouwwerk werden inge metseld. Red. 't KI. Kr. HERMAN WALLEGA Hoe Groot 't Kleine Krantsje wel is ontdekte ik bij het lezen van het decembernummer, toen ik de foto zag van de Joodse voetbalvereniging Ach- doeth. Op deze foto staat mijn vroegere overbuurman uit de In 1905 kwamen er houten hekjes om het Naauw. MERCURIUSFONTEIN Herman Wallega, geboren in 1901, werd begin juni 1942 gearresteerd en twee maanden later in Auschwitz om het leven gebracht. Zijn vrouw was een Marianne Reindorp, geboren in 1906. Het meisje, Helena Kathari- na, was geboren op 17 juni 1930 en het jongetje, Mau rits, op 18 juni 1936. Red. 't KI. Kr. HET MAGERE JONKJE... Wat was ik vroeger een schriel ventje! Mijn vrienden riepen "Hij liekt Ghandi wel" en ande ren hadden ook een originele naam voor mij gevonden: 'Het bonkepakhuus'. Nou ja, daar leerde je mee te leven; er wa ren zoveel mooie scheldnamen in die tijd. Dit magere jonkje had wel ech te kwajongensstreken, waar mee hij soms bij de maten be wondering kon oogsten. Op de groentemarkt op de Oosterkade bijvoorbeeld, waar tijdens de veiling talloze karren stonden, meestal met stro en andere brandbare rommel gevuld. Een lucifer erin en je kreeg een prachtige brand, het kleine ma gere jonkje stond dan met be wondering te kijken naar de fel le vlammen. Heel leuk was ook het spelletje 'Boodschappen-doen', het liefst in een drukke winkel, een krui denierszaak of zo, waar veel klanten waren. Dan van alles opnoemen, dat keurig werd ge wogen en ingepakt. Hadden ze alles klaar, dan was het: "Eet het nou zelf maar op" en... met een rot gang de winkel uit. Tot op een keer een paar ma ten buiten de deur dichthielden en het jonkje een pak slaag kon krijgen van de kruidenier. Als het zondag was ging je bij vrienden en kennissen uit eten, de een at om twaalf uur, de ander om vijf uur en dat wist je allemaal precies. "Ook mee- eten?" was het dan. Het magere ventje verstond de kunst om op commando te kun nen huilen en dat was makke lijk, wanneer de kerk uitging. "Waarom huil je, jong?", vroe gen dan de kerkgangers, nog buren, ieder met een schamel tasje met wat kleding mee. Er hebben daarna nog een poosje Duitse militairen in de woning gezeten. Deze stonden prompt de eerste avond bij ons op de stoep voor koffie, want ze hadden niets te drinken. Nou, koffie of wat er op leek hadden wij natuuriijK mei voor hen, zodat ze met lindebloe semthee vertrokken zijn. Groningen H. Witteveen

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1989 | | pagina 4