DEGENGEVECHT
LIEP UIT OP
GROOTDRAMA
pagina 5
NU AL ZES GENERATIES
VOSSENBERG- IN-VERF
Met Bartholomeus Joseph Vossenberg, dertig jaar oud, zit nu al de zesde genera
tie van het Vossenberg-geslacht in de handel in verfwaren in Leeuwarden. Zijn
vader, ook al een Bartholomeus Joseph, geboren in 1929, zit er ook nog in,
grootvader, eveneens een Bartholomeus Joseph (1894), was verfhandelaar, over
grootvader, Georgius Albertus (1867), zat al in de bekende winkel bij de Langepijp
aan de Nieuwestad, betovergrootvader Bartholomeus (1839) was een koopman in
verfwaren en bet-bet-overgrootvader Georgius Alberts, geboren in 1800, verdiende
waarempel ook al de kost met het onontbeerlijke artikel verf. Zes opeenvolgende
generaties in dezelfde branche - er is, bij ons weten, geen tweede Leeuwarder
familie aan te wijzen, van wie hetzelfde kan worden gezegd. Het lijkt ons een
absoluut record, waarvan helaas moet worden gezegd, dat het waarschijnlijk niet
nóg eens verbeterd wordt: de jongste generatie mag zich verheugen in het bezit
van dochters, maar, jammer, jammer, niet in het bezit van een zoon.
Wanneer we iets willen vertel
len van het in alle opzichten
kleurrijke Vossenberg-verhaal
kunnen we het beste beginnen
bij Jacobus Fursenburg, gebo
ren in Leeuwarden in het jaar
1705. Die man is soldaat en
het zal heel, heel slecht met
hem aflopen.
Hij sticht, als een goede rooms-
katholiek, een gezin met zeven
kinderen'. Het achtste is in aan
tocht op een dag in maart
1739, wanneer Jabob Fursen
burg zich in een herberg op
Schenkenschans bevindt. Hij is
daar samen met een maatje uit
de dienst, een zekere Dirk
Jans.
Wanneer het moment van afre
kenen aanbreekt, blijkt dat Ja
cob Fursenberg zijn schuld niet
geheel kan voldoen: hij komt
precies vijf stuivers te kort.
Maar Dirk Jans helpt hem uit
de brand en de herbergier kan
worden betaald.
RARE DINGEN
De volgende dag wordt door
Jacob Fursenburg en Dirk Jans
dezelfde herberg op Schenken
schans bezocht en nu gebeu
ren er hele rare dingen. Jacob
en Dirk krijgen onenigheid over
het geleende kwartje van de
vorige dag en misschien wel
door de genuttigde alcohol,
loopt de twist zo hoog op, dat
Dirk z'n makker uitdaagt tot
een degengevecht.
Jacob gaat, er mee accoord en
daar staan de partijen al gewa
pend tegenover elkaar. Maar
dat duurt maar heel even: vrij
wel onmiddellijk wordt de strijd
ten gunste van Jacob beslist -
Dirk Jans stort dodelijk gewond
ter aarde.
Omstanders raden Jacob Fur-
stenberg aan er vandoor te
gaan en zij verschaffen hem
voor de vlucht zelfs een paard.
Nog dezelfde avond evenwel,
een uur of vier na het gevecht,
treft de politie de gezochte Ja
cob aan in een particulier huis
in Huins, waar hij net een partij
pannekoeken zit te eten. Bij het
ontwaren van de gewapende
macht begint Jacob te zwaaien
met het pannekoekenmes,
maar hoe hij zich ook verzet,
het mag niet baten - hij wordt
gearresteerd.
Jacob Fursenburg zit al bijna
zeven maanden vast, wanneer
hij vanuit de gevangenis in een
keurig handschrift een brief
schrijft aan een van zijn broers.
Hij bericht daarin over de twee
weken eerder plaats gehad
hebbende geboorte van zijn
jongste kind. ("Gij weet nog
wel, dat mijn lieve vrouw de 30
van September is bijvallen van
een jonge dochter") en hij
schrijft, dat zijn broer vooral de
groeten moet doen aan een ze
kere mevrouw Straal: "Voor al
de groetenis aen Vrou Straal.
Doen u uterste best want het
komt er op aen."
'Vrou Straal' is kennelijk bij de
noodlottige vechtpartij aanwe
zig geweest (misschien is zij
wel de kasteleinsvrouw van de
herberg op Schenkenschans!)
en zij kan voor Jacob ontlas
tende verklaringen afleggen.
Maar de justitie, die de brief
eerst onder ogen krijgt, vreest
dat Jacob's broer Vrou Straal
zal beïnvloeden en stuurt het
schrijven niet door - het ver
dwijnt zo in het dossier.
Precies zes weken later wordt
tegen Jan Fursenburg het von
nis uitgesproken en, hoe is het
mogelijk, het kan niet zwaarder
zijn. De gevangene wordt "ten
exempel gecondemneert omme
bij den scherprechter op't scha
vot geleidet, aldaar met den
sweerde geexecuteerd en van
't leven ter doodt gebragt te
worden".
En zo geschiedt het ook: de
beklagenswaardige Jacob Fur
senburg wordt onthoofd en de
weduwe blijft in jammer en tra
nen achter met acht kindertjes,
van wie de oudste elf jaar en
de jongste dus nog geen twee
maanden is.
Die oudste, een Pieter, die zich
net als zijn broers en zusters
Forssenburg noemt, wordt gar
denier en wel op een stuk land
Achter de Hoven. Ook zijn
zoon Bartholomeus, die als
Vossenberg in de boeken komt,
zal daar het beroep van garde
nieruitoefenen.
BEGIN VAN
TRADITIE
Maar dan, kort na het afsluiten
van de achttiende eeuw, begint
de traditie van de Vossen-
bergs-in-verf. Bartholomeus
heeft een zoon, Georgius Al
berts, ofwel Jurjen Vossenberg,
geboren in 1800, die knecht
wordt bij Adrianus Petrus Mo
lenschot, verver en glazemaker
in de Beyerstraat.
Deze Jurjen is zo kien om te
trouwen met een dochter van
zijn baas en zo kan hij de zaak
van zijn schoonvader overne
men. In de veertiger jaren ver
huist hij naar de Voorstreek bij
de Meelbrug, waar het bedrijf in
verfwaren van Georgius Vos
senberg tot 1870 gevestigd
blijft.
Het echtpaar krijgt negen kin
deren en de oudste zoon, Bart-
Vijf en negentig jaar geleden, in 1894, vestigden de Vossenbergs
zich aan de Nieuwestad. Met verf, behang, glas en, natuurlijk,
kaarsen voorde donkere dagen.
holomeus, geboren in 1839, op
de kop af honderd jaar na de
jammerlijke executie van zijn
overgrootvader, treedt in de
voetsporen van papa. Ook hij
wordt koopman in verfwaren
en fabrikant van lakken en ver
nissen en hij vestigt zich in een
pand aan de Tuinen noordzijde.
Bartholomeus krijgt op zijn
beurt weer tien kinderen en de
oudste, Georgius Albertus, die
in 1863 het levenslicht ziet,
komt aanvankelijk bij zijn vader
in de zaak aan de Tuinen.
Maar in 1896 begint hij voor
zich zelf en wel op de Nieuwe
stad, waar hij vlak bij de Lan
gepijp een pand aankoopt. Dat
is, toepasselijk gezegd, een
schilderachtig klein pandje met
een trapgevel in de trant van
het naastliggende perceel van
Ganzevoort.
In 1904 gaat dit winkelhuis te
gen de grond: er komt een mo
derne gevel voor in plaats en
het oudste zoontje van Georgi
us, Bartholomeus Joseph Vos
senberg, negen jaar oud, mag
er officieel de eerste steen voor
leggen. Het spreekt vanzelf dat
daarmee ook zijn toekomst als
verfman verankerd is: ook hij
zet de nu al oude traditie voort.
Het is in 1918, dat vader Geor
gius met zijn broer Johannes
en z'n zoon Bart een firma op
richten, waarin de zaken van
de Nieuwestad en de Tuinen
worden ingebracht en ook
wordt er nu - aan de Emmaka-
de - een eigen verfmalerij ge
sticht. Na acht jaar, in 1926,
wordt de firma weer ontbonden.
Ook komt er een eind aan de
verfmalerij, maar de zaken aan
de Nieuwestad én de Tuinen
blijven zelfstandig bestaan.
In 1948 wordt er aan de Nieu-
westad-zaak een glasslijperij en
een glas in loodatelier toege
voegd, beide ondergebracht in
een pand aan de Bagijnestraat.
Nu Bartolomeus Vossenberg
zijn zaak eenvoudig 'Bart Vos
senberg' heeft genoemd, zal hij
het wel raadzaam vinden, dat
zijn bedrijf deze naam in de
toekomst houdt. En zie wat er
gebeurt: zijn zesde kind wordt
ook weer Bartholomeus Joseph
genoemd en het is uitgerekend
hij, geboren in 1929, die zijn
vader opvolgt in de zaak.
DOOR DE WOL
GEVERFD
En om nu het verhaal helemaal
rond te maken: ook de zoon
van deze Bart krijgt officieel de
naam van Bartholomeus Jo
seph Vossenberg en, het
spreekt vanzelf, ook deze Bart
komt in de zaak. Alzo als de
zesde generatie Vossenberg-
in-verf. Hij werkt, zou je kunnen
zeggen, met een familieerva
ring van bijna tweehonderd jaar
en hij moet, het kan niet an
ders, als geen van zijn voor
ouders door de wol zijn ge
verfd!
BartenBart, de vijfde en de zesde generaties Vossenberg-in-verf.