'T KLEINE KRANT5JE
REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR
j.ou
mij
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 15
adviesbureau voor reklame en publiciteit jozef israëlsstraat 6-10 058-124984
Dit is een foto van de eerste klas van de Jongensschool in de Sint
Anthonystraat uit 1924, ons toegezonden door onze abonnee de
heer J. M. Paardekoper te Castricum. "De wereld zag er toen wel
heel anders uit" zo schreef hij ons. Wij leerden, dat Nederland
zeven miljoen inwoners had en België acht miljoen. Leeuwarden
telde bijna vijftigduizend inwoners en Groningen honderdduizend.
Geen radio's, televisies, auto's etc. Men was dus veel meer op
elkaar aangewezen, vandaar, dat je ook meer wist van de familie
verhoudingen. Op deze foto staan veel jongens, van wie de vaders
zeer bekende Leeuwarder persoonlijkheden waren. Van alle vaders
weet ik de beroepen niet, maar van een aantal wel. Bovenste rij
van links naar rechts: Jan Paardekoper (musicus), Nico Cath (oor-,
neus- en keelarts), Herman Faber (caféhouder Baljeestraat), Sem
de Vries (antiquair), Peter de Groot (garagehouder Burmania-
straat), Sietse Boonstra, Wilfred Zetteler (zijn tweede vader was J.
D. Dresselhuys, directeur van de Vulcaan; hij woonde in de grote
villa Neyenrode aan de Spanjaardslaan), Henk Bosman (accoun
tant), het hoofd der school de heer J. Verschuur en Tijn Rom
Colthof (directeur Stanfries). Op de tweede rij: Frans Baart (zijn
ouders woonden in België), Anton Eygelaar (caféhouder Unia-
buurt), Douwe Beek (slager), Jan Talsma (directeur Casolith), Wim
Kessler (Cinemabioscoop), juffrouw Lyckles, Henk Baart (architect),
Evert Hissink (directeur Rotterdamsche Bank), Koos van der Wal
(leraar MTS), Titus Meyer (van de winkel in electrische apparaten
aan de Tweebaksmarkt), Klaas van Dijk (directeur PEB), half zit
tend Anne Nauta (van de sigarenwinkel aan de Stationsweg) en
Martin Jacobs. Op de voorgrond Ko Nubé (hoofd van een school),
Anne Timmer, Jaap Hoogland en Bram Vromen (vrouwenarts).
Koos van der Wal is de enige van het gezelschap, die ik nog
regelmatig zie op de golfbaan van Spaarnwoude. Voor zover nog in
leven zijn allen nu zo 'n zeventig jaar".
(Vervolg van pagina 4)
En
o wee, wanneer ze niet veel
lust in trekken hadden. Hij
sloeg ze nooit, maar wat dan
uit zijn mond kwam was duide
lijke taal.
Wat zag je in die tijd veel trek
honden in de stad! Onder elke
kar zat er wel een. Zo had mijn
ii
vader er ook een, die gek op
katten was. Die kon hij niet rui
ken, of de tanden en kiezen
kwamen te voorschijn. Op een
keer was mijn vader bij een
klant achter de kazerne waar
Saakje Prozee, de bekende
handelaarster in vodden, elke
avond haar poesje uitliet. Gek
was ze met die kat en mijn va
der had dat beestje al eens
goedkeurend bekeken na haar
vraag: "Wat ziet Bouke van
mien mooie poeske?"
Op een keer kwam het beestje
wat te dicht bij vaders kar.
Tommie verroerde zich niet,
maar opeens haalde hij uit en
greep de poes in de nek en
schudde het beestje een paar
maal heen en weer, tot ze
dood op de stenen lag.
Bij terugkomst zag mijn vader
meteen wat er was gebeurd.
Hij keek eens even om zich
heen en bracht Moortje toen
snel naar een donker plekje,
waar niet zo gauw iemand
kwam. Wat had hij ook anders
moeten doen.
Nog hoor ik Saakje Prozee mijn
vader elke keer weer vragen:
"Seg Bouke, hest dou mien
poeske oek sien? Ik bin su on
wennig en ik weet maar niet,
waar ie is. En hij is nog nooit
futlopen.En iedereen in de
buurt maar naar haar poesje
vragen.
Gelukkig heeft ze de waarheid
nooit geweten, anders was mijn
vader weer een klant kwijt ge
weest met alle gevolgen van
dien. Voor de dader van deze
moord en trouwens voor alle
honden, die we hadden, had
den we thuis op de plaats een
mooi hok met een kleedje er in.
En zondags, als we carbonade
kregen, dan mochten onze
trouwe viervoeters nog eens de
bonkjes afkluiven, dat was een
hele traktatie voor de zwoe
gers. Bij deze zijn ze nog eens
postuum geëerd!
Leeuwarden
Rinze van der Heide
•asss s* $5