PRIVAATTONNEN MET DE HANDEN GELEEGD TSJERKJE HOUDT ERMEE OP 'T KLEINE KRANTSJE DIE 'GOEIE' OUWE TIJD VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Onlangs op bezoek in het Trio- tel Ziekenhuis werd ik op mijn schouder getikt door Rienus Poelstra met wie ik aan Achter de Hoven op School 13 heb gezeten. "Zeg Rinze" zei hij, "dou skriefst altied sukke mooie stukjes in 't Kleine Krantsje, mar jou hewwe nog nooit over de ouwe Jachthaven skreven, de haven, waar ik geboren en opgroeid bin. Wuust daar ook niet es een stukje over skrieve, dat suu'k hartstikke leuke vie- ne!" Nou goed dan, die Jachthaven van toen. Die was te bereiken langs een weg, die vanaf de spoorhekken bij de Condens door het land liep. De spoor hekken werden toen nog met de hand bediend door een me- neerTabak. Op de helft van de weg, die zich door de weilanden slinger de, stonden de houten huisjes van de families Van Egten en Postmus en anderen. Liep je verder, dan kwam je bij de Woonschepenhaven met aan de oever de wagens van het Woonwagenkamp. De woonschepen waren vaak klein gekocht maar werden in de loop der jaren door de steeds groeiende gezinnen noodzakelijkerwijs met hoge kajuiten en allerlei andere bouwsels uitgebreid. In de zo mer was er nog wel te toeven In die lichte houten woonwa gens en woonscheepjes, maar in de winter was het daar aan het voeteneind van Leeuwar den altijd doordringend koud. En veel voorzieningen waren er Zonder twijfel de meest markante herbergierse in Friesland staat op het punt de tapkraan voorgoed te sluiten. "Tsjerkje van de Klieuw" houdt er mee op. Vijf en tachtig is ze nu, deze mevrouw Tsjerkje Huitema, en zij vindt het nu mooi genoeg. Zij heeft de oude herberg op de Klieuw, midden in de wijde wereld tussen Bols- ward en Sneek, verkocht en de nieuwe eigenaar geeft er een andere bestemming aan. Tientallen jaren is "De Klieuw" een zeer gewild trefpunt geweest; het bezoe ken van de oeroude zaak werd door heel veel mensen als een bijzondere attractie beschouwd, En, laten we het nou maar ronduit zeggen, Tsjerkje was dat ook. Een zeer markante vrouw, die haar bedrijf op een niet te vergeten wijze bestierde. niet. Wel was er een waslokaal, maar daar kon je 's winters nooit lang in verkeren - meest al was alles er bevroren. De bevolking bestond groten deels uit venters of kooplieden, die met het herstellen van rie ten matten de kost verdienden. Ik kan me nog een zekere heer Zwerver voor de geest halen, die, wanneer hij het niet te druk had met stoelmatten, zijn har monica ter hand nam om in de stad zijn vrolijke wijsjes te laten horen. Verder waren er ook scharen- en messenslijpers en wie er niet in slaagde aan de kost te komen zat in de steun, wat geen vetpot was in die donkere dertigerjaren. Een opvallend type was een vrouw, die Kouwe Ries werd genoemd en die soms haar be hoefte deed in de berm langs het water dat aan de spoorlijn grensde. Als we naar school gingen moesten we over de spoorlijn en eens zagen we, dat Kouwe Ries weer aanstal ten maakte om te gaan zitten. We wachtten even en gooiden toen een dikke steen in haar richting in het water. Dat gaf een hele consternatie: Kouwe Ries, onder het eendenkroos, haastte zich overeind te komen en ging er, steeds achterom kij kend, ijlings vandoor. Aan de ingang van die woon gemeenschap grensde het ter rein van de Gemeentereiniging en dagelijks zag je dan ook de paardenwagens van de reini ging naar de stad en weer te rugrijden. Eerst nog met die sterke Belgische paarden er voor, later met een tractor met aanhangwagen. De mensen, die er op het ter rein werkten hadden wel een baan! Elke privaatton moest met de hand worden geleegd en 's winters was het helemaal erg, wanneer de inhoud ook nog bevroren was. Dan moest die met hete stroom worden ontdooid. Als er een medaille te verdienen was geweest, of een lintje, dan hadden deze men sen er wel een mogen hebben. Dat waren in die tijd de stille werkers. Als ik nu nog wel eens op de velden aan de Jachthavenlaan sta om naar het voetballen van mijn kleinzoon te kijken, denk ik wel eens aan die tijd terug. Te genwoordig staat er een grote verbrandingsoven, die wel weg weet met het Leeuwarder huis vuil. De Jachthaven van 1989 en die van 1930: een onbeschrijf- lijk verschil! Leeuwarden Rinze van der Heide (Vervolg vanpag. 3) "Hoewel ik eerst niet van plan was om te schrijven, omdat ik aanneem, dat er toch wel weer een groot aantal goede oplos singen zal binnenkomen, kon ik het toch ook niet laten, daar het een stukje binnenstad is, waar je nog vele herinneringen aan hebt", schreef ons de heer R. Poelstra uit Leeuwarden. In de eerste plaats denk ik aan de mooie etalages in vroeger jaren met speelgoed in de Slotma kersstraat van het pand Fokke Oosterbaan, groothandel in meubelen en vloerbedekking, dan aan de winkel van de heer Tichelaar, waar wij vroeger de mondharmonica's kochten en aan de bekende slagerij van Van der Wees en verderop de viswinkel van De Bruin, nu Zijl stra's slagerij". De heer Poelstra wees ook op "een zeldzaamheid in de stad" en wel op het verbodsbord aan het begin van de Slotmakers straat, dat niet rechts, zoals al tijd, maar aan de linkerkant van de straat is geplaatst. Inder daad is dat zo en als u het ons vraagt heeft het dan ook geen rechtsgeldigheid. Het zou inte ressant zijn om er eens met de auto in te rijden voor het uitlok ken van een proefproces, maar, dat weten we allemaal, een agent van politie zul je hier nooit tegenkomen en de kans op een bekeuring lijkt ons dan ook nul komma nul. Was onze opgave voor velen niet zo moeilijk misschien, voor onze abonnee de heer Nic. Verbruggen uit Leeuwarden was de traditionele vraag "Lee- wadders, waar is dit?" minder gemakkelijk te beantwoorden. "Het wil mij voorkomen, dat u vele lezers aan het denken hebt gezet" berichtte hij ons. Het plaatje op zich kwam me wel bekend voor, maar om di rect te zeggen "dit is het" was er niet bij. Enig houvast was voor mij het jaartal van de in de muur gemetselde steen, de an tieke lantaarn en het feit, dat het het eerste huis betrof van een smalle straat, omdat het huisnummer het cijfer 2 aan geeft, terwijl de straat verboden is voor alle verkeer. Een speur tocht op een der Paasdagen gaf mij uiteindelijk de goede oplossing. Eindconclusie: een leuke prijsvraag, niet gemakke lijk maar wel oplosbaar". Tot zover de heer Verbruggen. Nu de winnaar van het uitge loofde fotoboekje. Dat werd de heer W. P. G. Rijpstra, Brede- rostraat 18 in Leeuwarden. Hij krijgt het toegestuurd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1989 | | pagina 8