'T KLEINE KEAHTSJE VERHAAL OVER HET KNIKKEREN IN VROEGERE TIJDEN prijsklassen in alle Foto/Video WEER EENS WAT ANDERS: POLS GEBROKEN UIT DE DOOS METSNIEPSNAREN Peperstraat 9 Leeuwarden tel. 058-124258 Bilgaard Passage 56 Leeuwarden tel. 058-663682 Illlllllllllllllülllllllllllllllllllll Illllllllllllllllllllllllllllllllllllll t VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Camera's MÊFBIeeker Uit onze Grote Doos met Sniepsnaren komt vandaag een verhaal, dat waar schijnlijk ooit in een tijdschrift heeft gestaan en daaruit nauwgezet overge schreven is. Het gaat over het vroeger zo populaire knikkeren door de jeugd, een vermaak, dat in het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen dit artikel geschreven werd, al lang niet zo populair meer was als weleer. "En heden ten dage?" vroeg de schrijver zich dan ook af. "Ziet u nog dit interessante stukje jongensleven, waaraan eens de jeugd zich met enthousiasme overgaf? Mogelijk is er een ven/lakking gekomen. Het zou jammer zijn..." En dat zullen we ons nu helemaal wel kunnen afvragen. Bestaat die knikkersport nog wel? Wordt er nog wel geknikkerd door de jeugd? Hier komt de nu wel erg interessante tekst van dat oude verhaal. Evenals in de aaneenschake ling der seizoenen een feillooze opeenvolging valt waar te ne men, zoo is er ook een over- breekbare band gelegd tus- schen de spelen der jeugd. Met wiskundige zekerheid rijgen ze zich na korter of langer tus- schenpoozen aaneen tot één groot geheel, dat zich telken jare in bonte verscheidenheid opnieuw manifesteert. Steeds verschijnen de num mers van het jaarprogramma in dezelfde volgorde. Het is waar, dat de vormen, waarin het spel zich openbaart, veranderen: oude spelen verdwijnen (jam mer genoeg soms), nieuwe rie men hun plaats in, maar knik ker, tol en hoepel behouden de nummering, die hun eenmaal werd toegewezen. - Als de elementen zijn uitge woed, "als de winter vlucht voor de lentelucht", ontwaakt in de jeugd de onweerstaanbare drang naar buiten. Zij heeft be hoefte aan contact met de zich ontwikkelende natuur en wordt volkomen opgenomen in het le Weer eens een heel andere er varing: bij het uitvoeren van een karweitje in de tuin is de redacteur-uitgever van dit blad van een ladder afgevallen. Hij kwakte van een hoogte van vier meter naar beneden en brak daarbij een pols. Nu vaker dan ooit dwalend venwekkend proces, waarvan zij zelf een deel uitmaakt. Zij gaat zich oriënteeren. Er is weinig tijd voor noodig om de plaatsen van het vorige jaar te rug te vinden. Want het zijn alle oude, bekende plekjes. Onder de pleinen is er zeer zeker het schoolplein. Verder nog wel een straat, straatje of een ver geten hoekje. En al is soms de keuze uiterst beperkt, het volkje weet zich te schikken. Dan maar nemen, wat er is en er van maken, wat kan. Het is op merkelijk, met welke schijnbaar onmogelijke plaatsen genoegen wordt genomen. Met uitzondering van een enkel straatje bood ons schoolplein een uiterst geschikte gelegen heid voor knikkeren. Het was er de ongerepte natuurstaat. Want grint kwam er nimmer op. Met klompen en schoenen (maar vooral met de eerste) werd er een prachtvloer geschapen voor het spel, dat als eerste voorwaarde een nagenoeg ef fen bodem stelde. Het was fei telijk het ééne spel, dat bijna het geheele seizoen beoefend door de oude binnenstad van Leeuwarden, de arm opvallend in de doek, wordt het slachtof fer om de haverklap door mee levende vrienden en kennissen tot staan gebracht: "Wat krijgen we nou, geblesseerd?" "Ja, pols gebroken - van een werd. Vaardigheid was hierbij nummer één. En juist door die speciale kunst stak het boven alle andere uit. Het kwam lou ter aan op de hanteering van den knikker, waarbij een liggen de houding van de hand nood zakelijk was, nl. op de rugzijde. v ENVROEGER En verder? vraagt u. Het nagel lid van den duim legt u vast tusschen het tweede en derde lid van den middelvinger. Hier bij blijft de wijsvinge.r geheel vrij in zijn beweging. Tusschen den top van dezen vinger en het bovenste deel van het nagel- duimlid - dat is even beneden het gewricht - legt u den knik ker vast. (Is deze niet aanwe zig, dan neemt ge een verfrom meld stukje papier). Door nu het duimlid met meer of minder kracht los te doen springen wordt de knikker in overeen stemming hiermee voortbewo gen. Hem met een boog door de lucht 2 M. verder te laten neer komen, was een kleinigheid. ladder afgevallen En wat dan zo opvallend is? In negen van de tien keer zal de reactie gelijkluidend zijn: "Wie is nu ook zo stom om op deze leeftijd nog op een ladder te gaan staan!" En dat terwijl uw redacteur zich nog steeds bijzonder jeugdig Maar lang niet iedereen speel de dat klaar. Er werd mee ge knoeid ook! Er waren er, die den knikker plaatsten tusschen den duimnagel het middelste lid van den wijsvinger. Soms werd de nagel nat gemaakt om min der wrijving te krijgen. Maar half werk bleef het! En het ge volg? Op den duur sleet de na gel door en onstond er in het midden een gaatje met.de onvermijdelijk pijnlijke gevol gen. Dan moest je er wel mee ophouden en diende je het over een anderen boeg te gooi en. Wie maar eenmaal den slag te pakken had! Nu de gang van het spel. Er werd een cirkeltje getrokken, "een potje" en elke speler zette b.v. 2 knikkers in. Als de volg orde der spelers was vastge steld, begon van "de streep" nummer 1Dan zochten ook de anderen een plaatsje. Wie bij ongeluk in den pot terecht kwam, viel uit, was "dood". De gene, die geraakt werd, hield eveneens op met spelen. Zijn partner kreeg dan een extra beurt. Een knikker, die uit den pot werd geschoten, werd door den speler behouden, terwijl weer een vrije beurt volgde. Raakte een makker hem, dan moest hij aan deze de winst weer afstaan. Wie overbleef, kreeg ook den inhoud van den pot en wie dan laatsten knikker uit den pot wist te mikken, gaf aan de overige spelers nog een trefkans op zich zelf. Zoo kwam het einde, dat gewoonlijk lang op zich liet wachten. Bij het vol gende spel had de eerste ver liezer den voorrang. voelt en amper vijf en zestig is. Maar wat ook zo opvallend is? Dat nog niemand heeft gezegd: "Hoe komt dat karweitje nou klaar - kan ik het voor je doen?" Maar misschien komt dat nog SPANNING In dit spel zat van het begin tot het einde spanning. Het was overleggen en berekenen. Zóó had je voorganger gedaan - je doorzag zijn spel - nu moest jij zoo handelen en niet anders, om tevens je opvolger weer voor een nieuw probleem te stellen. Hoe zou hij het oplos sen? Er was geen sprake van overijling en ondoordachte schoten. Alles gebeurde in een rustige sfeer. En werd je - jam mer genoeg - uitgeschakeld, het lot van de meesten, dan was dat niet louter om de ver speelde knikkers, maar mede om het spel, waarbij je dan als belangstellende verder mocht toekijken. Maar het mooie was er dan wel wat af. Wat waren er meesters in deze kunst! Want is het geen kunst stuk je makker te raken op een afstand van een meter of meer, niet over den grond, maar met een luchtboog? Nog sterker, om hen te treffen, terwijl zijn knikker half verborgen lag ach ter een steentje? Ziet u in uw verbeelding die fijn-uitgevoerde schoten? Was dit geen kunst in perfectie? En lag het daarom niet voor de hand, dat elke speler geheel en al in net spel opging? Het was een voortdu rend meten van eikaars krach ten, een wedijver om de eerste te zijn en in den grond der zaak werd het spel gespeeld om het spel.» En heden ten dage? Ziet u nog dit interessante stukje jongens leven, waaraan eens de jeugd zich met enthousiasme over gaf? Mogelijk is er een vervlak king gekomen. Het zou jammer zijn Het volgende nummer van't Kleine Krantsje verschijnt op 22 september.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1989 | | pagina 6