miIHE KMHTSJE,
TAL VAN TRAGEDIES BEROERDEN
DE LEEUWARDERSBIJZONDER
NIEUWBOUW-VERBOUW-RENOVATIE
I vL/>L. winters
I A JAMES WATTSTRAAT 1
DOOR ALLE JAREN HEEN.
KERMISBEER
BIJT KINDJE
DOOD.
ook voor
BV TECHNISCH INSTALLATIE- EN LOODGIETERSBEDRIJF klein OnderhOlld.
LbHHHBbJ LEEUWARDEN 058-154055* EIGEN ONTWERP
ADVIES AFD.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 51
Aan tal van tragedies, die de
Leeuwarders in hevige mate
beroerden, hebben wij in 't Klei
ne Krantsje in grote reportages
aandacht besteed.
Zo schreven wij onder andere
over de vier stadgenoten, die in
1917 verdronken, toen hun klei
ne zeilbootje omsloeg in het
Woudmantsje onder de rook
van de stad.
Over daverende explosies in
Schuurmans Vuurwerkfabriek
met dodelijke slachtoffers als
gevolg.
Over de vroege vlieger Max
Olieslager, die tijdens demon
straties in 1911 neerstortte in
het publiek op de Wilhelmina
baan.
Over de vele vliegongevallen in
de vijftiger jaren, waaraan wij
onder de kop "De rampjaren
van de Vliegbasis Leeuwarden"
een hele serie wijdden.
Over de tragedie van de Rus
Iwan Pasjutin, die in 1945 in
Leeuwarden ongeschonden de
bevrijding haalde en toch nog
door een ongelukkig revolver
schot op straat werd gedood.
Over het ontzettende drama in
1890, toen een graanschip in
de gracht bij de Sneekertrek-
weg zonk en een moeder met
vier jonge kinderen mee naar
de diepte nam.
Over het "deursetterke speu-
le" op het ijs bij de Vijver-
school, dat twee jonge waag
halzen het leven kostte.
Over de chauffeur van een Zil-
vertax, die in het gore gracht
water bij de Zuidergrachtswal
aan z'n levenseinde kwam.
Over het steegjeklimmen in de
Tweede Koestraat, dat een le
vensgevaarlijke en zelfs dodelij
ke sport bleek te zijn.
Ook schreven wij over ver
schrikkelijke gebeurtenissen,
die zich buiten de grenzen van
Leeuwarden voltrokken.
Over de ramp op de Wadden
bijvoorbeeld, in 1935, toen vier
scharpeurders door een plotse
ling opstekende storm werden
overvallen en verdronken.
Over de Stanfries IV, die in
1932 met een Leeuwarder be
manning op de Zuiderzee met
man en muis verging.
Over de stoomboot Willem III,
die in 1877, zonder dat ook
maar iemand op de vaste wal
het merkte, op de onstuimige
Fluessen ten onder ging.
Over de ramp in 1970 met een
militair vliegtuig, dat neerstortte
op een woning in Welsrijp.
Over een drama in Franeker,
waarbij een kindje werd dood
gebeten door een kermisbeer.
Over de personenauto, die in
de winter van '29 door het ijs
zakte van de bevroren Wad
denzee.
Over het gruwelijke ongeluk in
Sneek, waar vijf Leeuwarders-
aan-het-passagieren in een
auto te water reden en verdron
ken.
Over de Groningen IV, die in
de oorlogsjaren met heel veel
etenhalers aan boord, op het
IJsselmeer verging.
En over de pakketboot Willem
II, die met een Leeuwarder ka
pitein op weg naar Curagao
spoorloos verdween en waar
van nooit meer iets is gehoord.
Zelfs aan enkele drama's, die
de hele wereld schokten, heb
ben we in 't Kleine Krantsje
herinneringen opgehaald.
Bijvoorbeeld aan de gerucht
makende ramp met de Titanic
in 1912.
En aan de noodlottige Pool-
vlucht van Salomon August An
dree.
Natuurlijk zijn er in onze krant
ook verschillende drama's aan
de orde geweest, die met de
Tweede Wereldoorlog te ma
ken hadden.
We schreven over die vier
Leeuwarder jongens, die, op de
vlucht uit Drenthe, hun leven
verloren in een mijnenveld bij
Wijlaarderburen.
Over de schietpartij in Birdaard,
waar onverschrokken verzets
mensen een huis vol gevange
nen bevrijdden na het dood
schieten van twee Duitsers.
Over tal van slachtoffers als
gevolg van gevallen bommen
en ander oorlogstuig op het
Panwerk, op de Wijbrand de
Geeststraat, op de Juliana-
straat, op de Willem Lodewijk-
straat en op het Werkmanslust.
Over de geallieerde bommen
werper, die brandend boven
Leeuwarden vloog om daarna
bij het Weidumerhout neer te
storten.
Over verschillende Duitse vlieg
tuigen, die na nachtelijke ope
raties op een ongebruikelijke
manier de grond bereikten.
Over wat een drama had kun
nen worden, maar het gelukkig
niet werd: het incident met
stadgenoot Peke Dolstra, die
op het punt stond te worden
doodgeschoten, maar die met
bovenmenselijke kracht zijn be
lagers overmeesterde.
En, om nu maar te eindigen,
nog zeer recent over het Jood
se leven in de jaren
1930-1945, met als droevige
climax de dood van honderden
stadgenoten
We schrijven 1911: de Belgische vliegenier Max Olieslager stort met zijn toestel neertussen het publiek op de Wilhelminabaan.