HET VEELBEWOGEN LEVEN VAN EEN REISLUSTIGE STADGENOOT GEBR.VAN DIJK BV 'T KLEINE KRANTSJE SCHILDERSPECIALISTEN Renovatie-, onderhoud en nieuwbouwschilderwerk Erkend glaszetter Stukadoorwerk Specialisten in advisering en uitvoering UIT DE DOOS METSNIEPSNAREN Bob is onbetwist al 23 jaar de hout-op-maat specialist DHZ BOB VAN DAALEN EXCLUSIEVE HERENKLE DIN G WIRDUMERDIJK 26, LEEUWARDEN Icarus weg 3, Postbus 1147 8900 CC LEEUWARDEN 058—887890 VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 78 Noordvliet 181Leeuwarden, tel. 058 -120972 Uit onze Grote Doos met Sniepsnaren komt vandaag niet het ene of andere paperas, maar een wonderlijk aluminium plaatje met drie gaten en wat insnijdingen en tweemaal de tekst: "l.lag. Tost Nr 123". Wat kan dat nou zijn? Wel, dat plaatje heeft toebehoord aan een man, die jarenlang in 't Kleine Krantsje van zijn veelbe wogen leven vertelde en die het om de hals droeg, toen hij in de Tweede Wereld oorlog door de Duitsers in Polen was geïnterneerd. Zou hij daar het leven hebben gelaten, dan had men het plaatje doormidden gebroken, één deel zou dan bij het stoffelijk overschot zijn gebleven, het andere was bij de kampleiding terecht geko men, of misschien ook wel bij het Rode Kruis. De levensloop van Jurjen Con rad van Dam, de man van dit plaatje, mogen we inderdaad wel veelbewogen noemen. Hij wordt, nu precies honderd jaar geleden, in Leeuwarden gebo ren en hij brengt zijn jeugdjaren door 'tussen de joadsjes' op de Put. Boven z'n bed hangt een wensdroom van zijn jeugd: 'Naar Indië'. Die droom is nooit in vervulling gegaan: hij heeft de Indonesische eilanden van uit zee in z'n kijker gehad, maar hij zette er nimmer een voet aan wal. Als twintigjarige leent hij twee honderd gulden, koopt voor tachtig een reisbiljet naar Mon treal en staat tien dagen later op Canadese grond. Z'n plan om bij een boer te komen mis lukt jammerlijk, hij kent geen woord Engels, hij heeft al gauw geen centen meer en z'n toe komst ziet er allesbehalve vro lijk uit. Na veel omzwervingen krijgt hij tenslotte een baantje als spoor wegarbeider bij de Canadian Pacific Railway Company. Hij krijgt er levensgevaarlijk werk en er gaat geen dag voorbij of er rijden ambulancewagens uit - twee paarden ervoor en een dokter met een bel op de bok. Toch blijft hij er ongedacht lang: twee en een half jaar. Dan met twee Duitsers naar het westen, naar Vancouver, werken als bouwvakarbeider: op een smal plankje op grote hoogte balken doorzagen. Van Vancouver naar San Francisco om er mee te helpen aan het opbouwen van de loodsen van de wereldtentoonstelling t.g.v. de opening van het Panamaka naal. Maar - aldus de geruch ten - in Panama wordt veel meer geld verdiend, dus op naar dit land, waar blijkt dat de gele koorts mensen als ratten laat sterven en waar veel moe deloze Chinezen zich aan hun eigen staarten ophangen. ONTMOETING Dan krijgt New York de jonge Leeuwarder binnen z'n poorten en wie ontmoet hij onder de miljoenen in deze wereldstad? Willem Godhelp, een buurjon gen van de Put! Een poosje la ter staat de heer Van Dam zelf weer op de Put - hij wou weer eens even thuis zien; vandaar. Wanneer hij 'bij Klaas inne Os- sekop' van vrienden hoort, dat Australië boereknechten vraagt, is z'n plan snel gemaakt: hoe wel hij geen paard van een koe kan onderscheiden, krijgt hij voor 'een goeie sigaar' van vier centen een mooi getuigschrift van een boer en samen met makker Fokke Schreinhout gaat hij in Antwerpen aan boord van een schip, dat op de eerstvol gende reis op de Schelde zinkt - Fokke Schreinhout verdwijnt spoorloos van de aardbodem, van hem wordt nooit meer wat gehoord. In Australië aangeland vindt Van Dam geen werk bij een boer; hij wordt weer spoorwer- ker, overnacht in tenten en be leeft angstwekkende avonturen in de wildernis. Dan breekt de wereldoorlog uit, Australië vraagt vrijwilligers, de jonge Leeuwarder meldt zich aan. Al leen heet hij nu William Jenson en niet meer Jurjen van Dam. Met een steeds groeiende groep collega-krijgsmakkers trekt Jenson van dorp naar dorp; hoe meer vrijwilligers zich melden, hoe groter 's avonds het feest. Tenslotte komen de recruten aan boord van de Gneisenou, een troepentrans portschip, dat even later naar de kelder gaat. In Port Said ontstaat een oponthoud van veertien dagen omdat het in de Middellandse Zee wemelt van de Duitse onderzeeboten; toch komt Jenson uiteindelijk behou den in Zuid-Engeland aan. Eerst nog even oefenen in een trainingskamp en dan naar het front in Frankrijk. In het holst van de nacht naar de frontlijn - de verschrikkingen blijken erger dan de stoutste fantasie. Jenson raakt het kon- takt met z'n troep kwijt, hij gaat zwerven, de Fransen zien hem voor een spion aan en smijten hem in de gevangenis. Er dreigt een executie zonder vorm van proces; toch klaart de lucht weer op - Jenson gaat terug naar het front, hij wordt het slachtoffer van een gasaan val, herstelt en constateert na drie jaren in de loopgraven, dat hij geen schrammetje heeft ge had, wanneer eindelijk de ka nonnen zwijgen. Met een verlofpas van veertien dagen komt Jenson even naar Holland, hij hoort dat intussen z'n vader overleden is, hij meldt zich af in Londen en als Jurjen van Dam stapt hij weer op de boot naar Canada. Maar drie weken later is hij waarempel weer in Leeuwarden terug en tot hun verrassing zien de vrienden van U.D.I. hem prompt opnieuw vertrekken - weer richting Canada. Nu gaat hij goed geld verdienen op een papierfabriek in Ontario; toch trekt weer het vaderland. Opnieuw terug in Holland bre ken er een aantal rustiger jaren aan: de heer Van Dam wordt reiziger in rijwielonderdelen. Al les gaat goed tot 1940 - dan blijken de Duitsers nog wel te weten wat hij in WO I heeft uit gespookt. Met andere Engelsen wordt hij geïnterneerd in een' kamp bij Schoorl. Daar wenst hij een SS-er een plaats in de hel, de Engelsen mogen naar huis, Van Dam gaat op trans port. Eerst naar een kamp in Polen, dan naar de Frans-Zwit serse grens, tenslotte, na vijf jaren gevangenschap, naar de Lüneburgerheide. Hij ziet er tientallen piepjonge Duitsers sneuvelen, maar is zelf nog „redelijk wel" wanneer de be vrijding komt. In Holland terug ontsnapt hij op een wonderbaarlijke manier aan de dood, wanneer hij fiet send de Groningerstraatweg oversteekt en door een auto wordt geschept; nauwelijks her steld stapt hij als zes en zeven tigjarige nog maar eens op de boot - hij was nog nooit in Nieuw-Zeeland geweest. VEELVERTELLEN Wie veel reist kan veel vertel len. Welnu, dat heeft de heer Van Dam dan ook gedaan. Voor de oorlog verschenen er tal van artikelen in 't Leeuwar der Nieuwsblad, na de oorlog schreef hij, zoals gezegd, heel veel in ons Kleine Krantsje. Een aantal in het vroegere Frysk en Frij verschenen verha len is door Uitgeverij Osinga gebundeld en verscheen als pocket onder de titel 'Op 'e bonnefoai de wrald yn' op de markt. Ondanks alle gevaren, waaraan Co van Dam in z'n leven heeft blootgestaan, bereikt hij een hogere leeftijd, dan wie ook van z'n voorouders en naaste familieleden. Twee en negentig is hij, wanneer hij sterft in het Bejaardencentrum Greunshiem in Leeuwarden. Daar heeft hij nog jarenlang een kamer be woond. En het nummer van die kamer? Wel, hoe kon het zo treffen: 123, precies hetzelfde nummer als dat van het plaatje, dat hij in gevangenschap om de hals had gehad!

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1989 | | pagina 78