NIET GEZOND: IN HANDEN
VAN SICHER HEITSPOLIZEI
'T KLEINE KRANTSJE
HENNY SNIJDER.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 10
Dit is de tweede aflevering van
een verhaal over het werken in
de Tweede Wereldoorlog op
het vliegveld Leeuwarden.
Eens brachten twee soldaten
een plaatijzeren cilinder die aan
de kust was aangespoeld, in
het magazijn. De sluiting was
defect en toen de beide solda
ten goed en wel de deur uit wa
ren, opende ik het deksel. Er
zaten goed verpakte spullen in,
maar wat precies wist ik niet.
Ook lag er een boekje bij en
dat had ik gauw in de zak.
Toen ik het thuis bekeek, bleek
het een Frans boekje te zijn en
werd het me duidelijk, dat de
inhoud van de container be
stond uit springstoffen, sten- en
tommyguns en munitie voor
.deze wapenen.
Op een van de in het boekje
afgedrukte tekeningen stond
aangegeven hoe saboteurs in
een Electrische Centrale een
generator onherstelbaar kon
den vernietigen met een kleine
kneedbare springlading en een
tijdontsteker.
JEUKPOEDER
Om een eventuele Duitse
schildwacht uit te schakelen
had men er een flesje jeukpoe
der met een blaaspijpje bijge
daan. Vanuit een hinderlaag
zou de schildwacht dan met het
blaaspijpje wat jeukpoeder in
de nek geblazen moeten wor
den. Dat poeder was vermengd
met een klein beetje ijzervijlsel,
miniscule splinters met vlijm
scherpe puntjes. Wanneer zo'n
soldaat in zijn nek begon te
wrijven, was hij verloren: hij
wreef dan het vijlsel in zijn
huid, waardoor hij meteen als
oplettende wachtsman was uit
geschakeld. Een saboteur
kreeg dan de kans om een tijd
bom te plaatsen. Ja, ja, er werd
wat uitgevonden in die tijd.
Een dag later werd de hele
container door de Sicherheits
Dienst opgehaald en dat was
ook de enige keer, dat ik de
S.D, op het vliegveld heb ge
zien.
Ook merkten we wel, dat er
werd gesaboteerd. De vliegtuig
motoren, die in revisie moesten
gingen naar de Erla Werken in
Antwerpen. De gereviseerde
exemplaren kwamen, verpakt in
stevige kisten, per spoor terug.
De wagons werden verzegeld
en voorzien van het opschrift
"Wehrmacht".
Nu, daar letten de spoormen-
sen speciaal op, want na aan
komst zagen wij direct, dat er
zeer hardhandig met de wa
gons was gerangeerd. De kis
ten stonden schots en scheef
door elkaar en waren vaak
zwaar beschadigd. Net als de
inhoud, zo nu en dan. Ook wer
den dergelijke spoorwagons
vaak op een verkeerd of op
een dood spoor gezet, waar
door de inhoud enige tijd zoek
bleef.
Wrakken van in het noorden
neergeschoten vliegtuigen wer
den aanvankelijk allemaal naar
Leeuwarden vervoerd en op de
laadheuvel van het vliegveld
gestort. Vandaar ging het ver
der per spoor.
In het begin sneupten wij nog
wel om in het spul en vonden
dan nog wel eens een mooi en
interessant dingetje, maar dat
werd al gauw verboden. Later
ging het schroot bij het dichtst
bijzijnde station op de trein.
Zo niet de speciale instrumen
ten, vliegerkleding en reddings
middelen, die in elk geallieerd
vliegtuig aanwezig waren. Deze
zaken gingen vanaf Leeuwar
den rechtstreeks naar Berlijn.
MEER DAGJAGERS
Toen de geallieerden meer
dagjagers tot hun beschikking
kregen kwamen die ook in actie
boven de spoorlijnen. Op een
dag raasden er enige jagers
laag over de spoorbaan Gro-
ningen-Leeuwarden-Harlingen.
Onze overburen van de lucht
m-
Daar gaat er een als slachtoffer van de Duitse jagers. De wrakken van de neergeschoten vliegtuigen
kwamen in Leeuwarden terecht.
doelgeschut waren ook wakker
en we kregen de gebruikelijke
ceremonie met hun kanonnen
te zien.
Het kleed er af, laden en met
vrijwel horizontaal liggende lo
pen vuren in de richting van
Schenkenschans. Op zo'n drie
kilometer afstand hadden ze
geen schijn van kans, maar ze
schoten wel door het dak van
de boerderij van Wassenaar
aan de Marssumerstraatweg,
even voorbij de Rooms Katho
lieke Begraafplaats. Die plaats
kwam onmiddellijk in brand te
staan. De restanten staan er nu
nog altijd en worden ook nog
gebruikt.
Ons Magazijngebouw stond
een honderd meter achter de
begraafplaats aan het Schape
dijkje en daar hoorden we zo
nu en dan muziek. Dat gaf
weer eens wat afwisseling. Het
was ook mooie muziek en dan
zeiden we tegen elkaar "Dit ho
ren we nooit vaak genoeg". Er
werd dan een Duitser begra
ven. Tja, zo dacht je daar toen
over.
De complete Luchtmachtkapel
speelde bij zo'n teraardebestel
ling, een veldprediker of een
aalmoezenier sprak en een
erecompagnie schoot salvo's
boven het graf. Een paar jaar
later zou dat allemaal wel wat
anders gaan.
Er bevonden zich veel zaken in
het magazijn, die in de winkels
niet meer te koop waren en
dus.
LIJNOLIE
Tussen de gebouwen ontdek
ten we een ondiepe kuil in de
grond en daar lagen vaten lijn
olie in. Een stuk of wat grote
schildersbazen hadden die va
ten daar verstopt om aan de
intussen ingestelde oliedistribu
tie te ontkomen. Wanneer hun
werkzaamheden op het vlieg
veld afgelopen waren dachten
de heren de overgebleven
voorraad lijnolie naar de stad te
kunnen vervoeren, maar he
laas, dat ging niet door. "Wat
op het vliegveld is, is van ons"
zeiden de Duitsers, "en dat
blijft daar liggen".
Maar de voorraad werd niet in
de administratie opgenomen en
dat was weer zeer gunstig voor
ons.Met flessen vol ruilden
we het in de stad voor bakolie
of we maakten er zachte zeep
van. De Inspektor gaf ons een
stevige reprimande en zei erbij,
dat we maar beter niet in han
den van de Sicherheitspolizei
konden vallen - dat was niet zo
gezond.
G. Brinck
De Duitsers schoten dwars door het dak van de boerderij van Wassenaar heen. De restanten van de
plaats staan er nog.
Het is al bijna een halve eeuw
geleden dat hij overleed, maar
nóg altijd zijn er vitale vetera
nen, die zo nu en dan herinne
ringen ophalen aan een van de
meest besproken figuren, die
onze stad heeft gehad: men
sen, wat was die Henny Snijder
een aparte man!
Een echte levensgenieter, een
echte flierefluiter, een grappen
maker en een geinponum, die,
zo leek het wel, leefde van de
lol. Hij heeft na zijn vroege en
alom betreurde overlijden heel
wat saillante anecdotes nagela
ten, waarvan wij er in de loop
der jaren in onze krant al ver
schillende hebben gememo
reerd.
Eens moet Henny Snijder zit
ting hebben gehad in de jury bij
een gemaskerd bal in Zalen
Schilter in de Breedstraat, de
latere Zalen Schaaf. Daar ver
scheen op een gegeven mo
ment een meisje op het toneel,
dat zich buitengewoon fraai
had uitgedost - het lieve kind
moest een waterlelie voorstel
len.
De juryleden bekeken het
pronkstuk belangstellend, maar
zwijgend, tot Henny Snijder de
stilte verbrak: "Je mutte je es
omdraaie, meiske" zei hij, "ik
hew nog noait een waterlelie
van achteren sien.