ühellema 'T KLEINE KRANTSJE., Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN WEEGSCHAALVOI In het februarinummer schrijft een meneer Witteveen over zijn vader, die bij V. en D. werkte en daar een vreemd avontuur beleefde bij de weegschaal, die daar altijd stond. Maar die stond er natuurlijk niet altijd. Het moet voor februari 1941 geweest zijn (toen verliet ik Leeuwarden), dat V. en D. een personenweegschaal aan schafte. Mijn vader, monteur van Berkels patent, moest die plaatsen. Dat gebeurde op een vrijdag. De volgende zaterdag middag kwam het bericht, dat de nieuwe weegschaal stuk was! Mijn vader, nauwgezet als hij was, trok zich dit erg aan. Dus, hij op de fiets naar V. en D. en ik mocht mee. Mijn vader bekeek het apparaat en gooide er een cent in - dat kostte toen een weging. En in derdaad: de schaal weigerde zijn gewicht aan te geven. Zich schuldig voelend, omdat hij kennelijk iets slechts had afge leverd, haalde hij een schroe vendraaier uit de zak. Hij open de het apparaat en toen kwamen er uit alle hoeken en gaten van het apparaat centen, centen, centen te voorschijn. De geldbak, onder in de poot zat vol, de poot zat vol en het weegmechanisme zat vol. Na één dag! Toen alle centen er uit gehaald waren werkte het apparaat weer feilloos. Ik denk, dat de aanschaf van de schaal snel terugverdiend is en dat men het na dit incident wel dagelijks ging legen. Blijkbaar was een weging toch wel een cent waard. Dat hele cententafereel zag ik plotseling weer voor me, door het lezen van dat ene zin netje in 't Kleine Krantsje. Het ga u goed met dit Krantsje - het is prima zo! Almelo E. V.van Elsas DODELIJK ONGEVAL Er heeft onlangs een stukje in 't Kleine Krantsje gestaan van een meneer Henk Zijlstra te Castricum over een dodelijk on geluk in de dertiger jaren, dat een diepe indruk op hem had gemaakt. Het betrof een jonge tje, dat bekneld raakte toen de Tweede Kanaalsbrug werd af gedraaid. Dat ongeluk is gebeurd op de veertiende augustus 1931 en het was de vijfjarige Hoeke Droogsma, die toen om het le ven kwam. Zijn vader werkte, zoals de heer Zijlstra al schreef, op de melkfabriek en mijn vader, toen zeventien jaar oud, moest op de kleine Hoeke passen. Op de een of andere manier is hij aan de aandacht van mijn vader ontsnapt en toen is hij bij de brug terechtgekomen en daar jammerlijk bekneld ge raakt. Het was een zeer tra gisch ongeval en mijn vader is toen erg van streek geweest. Britsum J. H. Droogsma HERINNERINGEN Bij het zien van de prachtige plaat in het julinummer van de 2e Kanaalsbrug onlangs in 't Kleine Krantsje kwamen weer allerhande herinneringen bo ven. Die van mij zijn van zo'n twintig jaar later als de plaat, dus plusminus 1915. Er stonden toen op de plaats van het boerderijtje een rij fa- briekswoningen voor personeel van de vlakbij gelegen Zuivelfa briek. ik me alleen nog de bouw van de eerste gemetselde schoor steen, toen op halve hoogte. Ik heb dergelijke bouwsels altijd prachtige staaltjes van vakman schap gevonden, zo mooi rond en recht en zo'n veertig meter hoog. Ook deze pijp is voor enige jaren alweer verdwenen. Links van het water liep de Ka- naalsweg, als grindweg, dood op het eind tegenover Schil kampen. Hier stond toen een stoomolieslagerij van Van der Wal, meen ik. Deze is later af gebrand, er zijn nog een paar kleine restanten aanwezig in de scheepswerf van Stapert. Links, direct tegenover de brug stond op het veel lagere land een oud boerderijtje, dat in de twintiger jaren is gesloopt en van hier liep een sloot naar het Vliet. Deze lag tussen het ter rein van de betonfabriek van Kolk en van Van Duuren in. Even voorbij de brug liep de weg naar links voor de Electri- sche Centrale langs door de Poppebuurt naar de Poppe- brug. Deze buurt is ver voor de oorlog al verdwenen en nu ver dwijnt eerstdaags de hele Elec- trische Centrale op een klein stukje na. Alleen de kolossen welke op de onderste plaat staan zullen het hopelijk nog wel een tijd uithouden Ik ben geen bouwkundige, maar ik las eens ergens over de kademuren van de Emma- kade, samen twee kilometer lang. De degelijke metselcon- structie werd daarin zeer ge prezen. Zowel het ontwerp als de uitvoering. En dat zonder gewapend betonconstructies. Het is mooi dat althans de Eer ste Kanaalsbrug na een grondi ge restauratie tot "Monument van Bedrijf en Techniek" ver klaard is en behouden blijft. Wij kwamen daar op onze zon dagse wandelingen vaak langs. Op een keer konden we niet over de brug. Die stond in geo pende stand hoog op gevijzeld voor reparatie. Hij was blijkbaar behoorlijk geramd door een schip. Er was toen door ge meentewerken een pontje, zo als er meer in de stad waren, in gelegd, zodat voetgangers en fietsers gratis overgezet kon den worden. Ander verkeer was daar nauwelijks, misschien een stuk of wat boerewagens daags. Dit punt is thans een der drukste punten van de stad geworden sedert de aanleg van de Rondweg. In later jaren passeerde ik de brug dagelijks enige malen op weg naar de Ambachtsschool en daarna naar verschillende bazen. Het gebeurde dan wel dat er een beurtboot door de geopende brug voer met een bloedgang, hetgeen niet mocht. Halve kracht was voorschrift. De bemanning had kennelijk op de vrijdagmarkt een beste trac- tatie genoten! De brugwachter, die z.g. onbezoldigd veldwach ter was, zette ze dan op de bon en de kantonrechter had dan het laatste woord. In die tijd omstreeks 1915 werd ook de Condensfabriek ge bouwd. Van die bouw herinner Leeuwarden G. Brinck ALSNOG VAN HARTE... Het Kleine Krantsje betekent voor mij een stuk van mijn le ven dat anders in vergetelheid verloren zou zijn gegaan. De mensen en gebeurtenissen, de straten, grachten en gebouwen die beschreven worden en ge toond op foto's en tekeningen kèn ik. Met elkaar halen ze honderden andere personen en duizenden andere situaties uit de opslagplaats van mijn herin neringen te voorschijn. Leeu warden betekent voor mij: de eerste dertig jaren van mijn le ven gewoond en geleefd te hebben in een boeiende stad, klein genoeg om die in het ge heel te kennen, groot genoeg om er te kunnen ervaren hoe onze samenleving in al haar geledingen functioneert. Het jubileum van het Kleine Krantsje is een jubileum voor Leeuwarden, want het K.K. is Leeuwarden. Het K.K. vertelt over mijn vrienden, mijn buren, mijn leraren die allen invloed hebben gehad op mijn vorming en ontwikkeling, over mensen die mij lief zijn, over hun en mijn stad. De gebundelde Kleine Krant- sjes vormen een geschiedenis boek over Leeuwarden met een zeer bijzondere strekking en met vooral een zeer menselijk gezicht. Een krant complimen teer je niet, die lees je! De ver antwoordelijke persoon voor de gewaardeerde krant, Fenno Schoustra, feliciteer ik van har te! Haaksbergen G. W. Schatraad VAKBONDSJEUGD Naar aanleiding van een stukje van de heer van der Roest uit Leeuwarden, onlangs in 't Klei ne Krantsje betreffende de Vakbondsjeugd, deel ik u mede dat ik ook enkele jaren lid ben geweest, evenals mijn zuster. Het waren de eerste drie jaren na de oorlog dat we iedere za terdagavond van acht tot elf naar de V.B.J. gingen. Volgens mijn herinnering was dat eerst in een bovenzaal van Zalen Schaaf en de ingang was tegenover de Joodse Kerk in de Sacrementsstraat. Later gin gen we naar een vakbondge bouwtje van de Houtbond te genover de oude kazerne, maar ook weer in de boven zaal. M«k*(aardij ainda 1898 Leeuwarden - Drachten Het was voor een ieder altijd een mooie en leerzame avond. De heer Bosma kwam door zijn werk heel veel in het Buiten land en kon over landen en vol ken boeiend vertellen. Ook had hij heel veel gevoel voor mu ziek en bezat hij een pracht collectie platen waarvan hij er geregeld zaterdags enkele draaide. Als de avond afgelopen was kwam voor ons jongens de taak om een meisje naar huis te brengen. Het was geloof ik nog wel het mooiste van de avond. Maar ja, alles moest lo pend gebeuren. De ene keer had je een meisje dat naar de Leeuwerikstraat moest, en dan kon je zelf nog eens naar de Bosboomstraat in Huizum terug lopen. De andere keer had je een meisje dat achteraan naar de Groningerstraatweg moest. Maar het was dus nooit een straf voor ons. Verder werden er lezingen gehouden en ook dansen en volkdansen stonden wel eens op het program. Ik denk er nog vaak aan terug als ik een kéer in Leeuwarden kom. De heer Bosma woonde volgens mij in de Reindersbuurt bij de Arendstuin. Ai met al had je een doel, was je van de straat en had je dermate leuke avonden, dat je er soms de hele week nog over sprak. Gaarne meer hierover, als het kan. Wie schrijft? Groningen H. Witteveen Het oude Poppebruggetje met daarachter de Poppebuurt. Het is allemaal verleden tijd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1990 | | pagina 4