VREEMDE FIGUUR MET EEN
ENORME VERZAMELWOEDE
ONTSTAAN VAN EEN BIJNAAM
DOCTORANDUS JAN DE ROOS
DE WAFFEN LL ROEPT U
VOOR UW EER EN GEWETEN
OP .'-TEGEN HET BOLSJEWISME
pagina 7
Doctorandus Jan de Roos, een
memorabele stadgenoot, die in
1986 op de leeftijd van drie en
tachtig jaar overleed. Veel
Leeuwarders zullen hem
slechts hebben gekend als een
merkwaardige figuur, als een
zonderling, die enkel door zijn
verschijnen op straat al zeer
opvallend was.
Nogal "nonchalant" gekleed,
met een grote flaphoed, in een
lange ouderwetse overjas en
met enorme hoge zwarte
schoenen aan, bewoog hij zich
altijd te voet en niet anders dan
bepakt en bezakt door de stra
ten van de stad. Met in de ene
hand dikwijls een aftandse city
bag en onder de andere arm
één of meer met touw omwon
den dozen. Alleen ingewijden
konden vermoeden, wat er in
die pakken zat: louter spullen,
die de geweldige verzamelin
gen van deze man zouden ver
rijken. Dienstregelingen van het
spoor bijvoorbeeld, prentbrief
kaarten, affiches en andere
drukwerken, die hem belang in
boezemden. Jan de Roos was
dus een collectionneur, een
aartsverzamelaar mogen we
wel zeggen.
LERAAR
In jonger jaren was hij leraar
geweest en op gevorderde leef
tijd deed hij verdienstelijk werk
op het Leeuwarder Gemeente
archief. Toen hij daar eigenlijk
gepensioneerd zou moeten ver
trekken, bleef hij waar hij zat: in
tegenstelling tot vrijwel ieder
een, die reikhalzend naar zijn
pensioen uitziet, gaf Jan de
Roos er de voorkeur aan maar
gewoon door te gaan.
In dat besluit zou hij dan ook
tot zijn overlijden blijven volhar
den; het sterke verhaal werd
een van de vele anecdotes, die
er over deze vreemde figuur in
de stad de ronde deden. Ande
re verhalen vertelden van zijn
enorme wereldreizen, naar
Amerika, naar Rusland en Si
berië, Japan, China, Nieuw
Zeeland, Australië, waarbij hij
het vertoonde - zoals hij zelf
heeft gezegd - in de open lucht
op spoorstations te overnach
ten; aan hotels had De Roos
een broertje dood.
Het spoorwezen had trouwens
toch zijn grote belangstelling en
hij moet in staat zijn geweest
alle mogelijke vertrek- en aan
komsttijden van bijvoorbeeld in
ternationale treinen foutloos op
te sommen. De dienstregelin
gen, honderden, misschien wel
duizenden, lagen trouwens bij
hem thuis - hij leerde ze zeker
uit het hoofd.
Zijn woning aan de Bleeklaan
raakte in de loop der jaren
overvol door alle attributen, die
hij verzamelde: alle kamers, de
gangen, de trappen werden
met pakken, met dozen, met
stapels kranten volgestouwd en
tenslotte kwam er een moment,
dat het voor hem zelf haast on
mogelijk werd om nog binnens
huis te komen.
Tot de vele tien- en tienduizen
den paperassen, die hij accu
raat verzamelde, behoorden
ook de exemplaren van 't Klei
ne Krantsje, want Jan de Roos
was als echte Leewadder van
deze uitgave een abonnee van
af het eerste uur. Ontmoette
uw redacteur deze abonnee op
het gemeentearchief, dan kon
er een buitengewoon geani
meerd gesprek ontstaan - volg
de er een half uur later toeval
lig weer een ontmoeting op
straat, dan dook Jan de Roos
weg in de kraag van zijn kolos
sale jas en sloeg hij de ogen
neer - hij deed dan maar liever
of hij niets had gezien.
Toch is het ook wel gebeurd
dat hij ons op straat staande
hield met de mededeling, dat
hij met een aangekondigde
abonnementsprijsverhoging
"niets te maken wou hebben".
Wilden we het hogere bedrag
in ons bezit krijgen, dan moes
ten we maar contact opnemen
met zijn bank; "zelf heb ik daar
geen tijd voor".
AANGEHOUDEN.
Niet één-, maar meermalen is
deze doctorandus De Roos
aangehouden door argwanen
de politiemannen, die het ver
dacht vonden, dat hij bijvoor-
Er is ooit in het oude Leeuwar
den een hardloopwedstrijd ge
houden om de hele stad heen
- dat moet dus een soort Re-
creanaloop zijn geweest, maar
dan in ouwe stijl. Het werd een
buitengewoon spannend ge
vecht, waarbij twee deelnemers
elkaar niets toegaven en ten
slotte gezamelijk op de finish
afstormden.
Die eindstreep lag bij het Ver
laat aan het eind van de Wil
lemskade en de hoogst merk
waardige situatie deed zich
daarbij voor, dat er vlak voor
de finish nog een slootje lag.
Met daarover een plank, die
twee lopers niet tegelijk konden
passeren: de eerste, die er
over kwam, was ook zeker van
de eindoverwinning.
Een van de koplopers, een
Tjerk Voordewind, welbekend
in de stad, bedacht zich bij het
ontwaren van deze onverwach
te hindernis geen moment
en.sprong als een haas
over de sloot heen. En zo won
hij de race op het nippertje.
Maar behalve de eerste prijs
verwierf hij zich door deze stunt
ook een bijnaam, die wel heel
passend was. Voortaan werd
hij niet meer Tjerk Voordewind,
maar altijd Tjerk Springer ge
noemd. Dat was een soort ere
naam dus. Hij heeft hem be
houden tot zijn dood.
beeld in het holst van de nacht
een partij hout achter zich aan
sleepte door de sneeuw of die
een verklaring vroegen voor de
merkwaardige bagage die hij
met zich meetorste in een
nachtelijk uur. De reactie van
de aangesprokene, die dan
kennelijk voor een inbreker
werd aangezien, was dan nooit
zo vriendelijk, want ook op de
politie had Jan de Roos het
niet zo begrepen. Soms moest
een telefoontje naar het Ge
meentehuis opheldering ver
schaffen, een andere maal ad
viseerde hij zo'n politiediender
om hem maar te volgen, "dan
zie je vanzelf, waar ik-heen
ga.
ZELFMOORDENAAR.
Ook schijnt het te zijn gebeurd,
dat bezorgde omwonenden
hem voor een aspirant-zelf
moordenaar aanzagen, toen hij
zich met openslaande jas op
de overweg bij de Condensfa-
briek opstelde en daar lang
bleef staan, kennelijk in af
wachting van de aanstormende
trein. De politie, ijlings gealar
meerd en supersnel ter plaatse,
kreeg toen te horen waar het
werkelijk om ging: als echte
spoorliefhebber vond Jan de
Roos het gewoon machtig mooi
om hier de trein uit Groningen
te zien binnenlopen. En meer
niet.
Niet lang na zijn overlijden na
een kort ziekbed werd bekend,
En toen velen in de stad al niet
eens meer wisten hoe deze
aanduiding was ontstaan, werd
er ook wel verteld, dat Tjerk
Voordewind Tjerk Springer
werd genoemd, omdat hij eens
het huzarenstukje had uitge
haald over het water van het
Naauw te springen. Dat kon
nog in de oude tijd, omdat het
grachtje voor 1905 nog niet
door een hekwerk beveiligd
was. Pas in dat jaar werd daar
een omheining aangebracht,
toen men daar voor een ko
ninklijk bezoek een zee van
mensen verwachtte. En zonder
zo'n hek zouden daar dan ze
ker heel wat stadgenoten te
water zijn geraakt.
dat drs. Jan de Roos een groot
deel van zijn omvangrijke bezit
tingen aan het Gemeentear
chief had vermaakt. Eerder had
hij het Archief al een van zijn
bijzondere collecties cadeau
gedaan en dat was een verza
meling affiches, vooral uit de
oorlogstijd.
Hoe omvangrijk, hoe belang
wekkend (ook nationaal ge
zien!) en hoe uniek deze col
lectie is kunnen we nu zien op
de Tentoonstelling "Tegen de
Muur" in het Pier Pander Mu
seum in de Prinsentuin en in
Het Gemeentearchief in de
Grote Kerkstraat. Daar wordt
tot 3 juni een selectie geëxpo
seerd van de meer dan zeven
tienhonderd door de heer
Roos bijeengebrachte affiches,
voor een groot deel door de
Duitse bezetters uitgebrachte
aanplakbiljetten, proclamaties
en verordeningen, die ons een
boeiend beeld geven van de
wijze, waarop de vreemde
overheersers het Nederlandse
volk in de oorlog benaderden.
De archiefambtenaren me
vrouw R. P. Dam en de heer
Joh. Schaafsma stelden voor
de tentoonstelling een catalo
gus van meer dan driehonderd
pagina's samen en ook dat
werd weer een document. Zo
lang de tentoonstelling duurt is
dit boek "Verzameling De
Roos, affiches 1937-1948" ver
krijgbaar voor dertig gulden;
daarna zal de catalogus vijf en
dertig gulden gaan kosten.
Dit is een van de vele honderden affiches, uit de Verzameling De
Roos. De meeste bleven buitengewoon gaaf bewaard, een ver
dienste van de toegewijde collectioneur.