JAN ELSINGA:OUDE LANTAARNOPSTEKER LEEWADDERS, WAAR IS DIT? F» POPMA Lzn 'T KLEINE KRANTSJE WOON- en BEDRIJFSMAKELAARDIJ ECHTE LEEUWARDER Makelaardij voor FRIESLAND alle onroerend-goed zaken betreffende ra Harlingersingel 23 hoek Harlingerstraatweg Leeuwarden Tel. 058 -121480 VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 13 Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag "Leewadders waar is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vries- straat 1,8921 BP Leeuwarden. Uitslag over vier weken. Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij een exemplaar van het boekje "Leeuwarden - ach ja, zo was hetmet zestien zeer fraaie foto's van de stad uit een lang vervlogen tijd. Er zijn Leeuwarders en Leeuwarders, ledereen, die op dit moment in deze stad woonachtig is, zal zich een Leeuwarder mogen noemen. Maar een echte Leeuwar der is hier geboren en getogen, heeft hier altijd gewoond en.heeft bij zijn stadgenoten een bepaalde bekendheid verworven. Er zijn, dachten wij, niet zo heel veel echte Leeuwarders meer. Wie wel een echte, onvervalste Leeuwarder was? Een man, die er nu alweer langer dan een kwarteeuw niet meer is: Jan Elsinga van 't Ouweglijen, in zijn lange leven een hele aparte figuur. Hij leefde van 1877 tot 1972 en heel veel stadgenoten zullen zich hem herinneren, alsof hij er gisteren nog was. Jan Elsinga, geboren in een huisje op de Houtpolle, een nu volkomen van de aarde ver dwenen hoekje tussen het Ol- degalileën en Snakkerburen, betrok in 1903 het kleine hoek huis van het Oldegalileën en het Panbakkerspoortje, dat in een ver verleden toegang gaf tot een dakpannenfabriek. Dat moet het echtpaar Elsinga goed hebben voldaan, want toen de oude baas op vier en negentigjarige leeftijd voorgoed de ogen sloot, zat hij daar nog steeds - hij heeft het zelfde huisje dus bijna zeventig jaar bewoond. In zijn prille jeugd werkte Jan Elsinga op de net al genoemde dakpannenfabriek aan de Dok- kumeree; daarna kwam hij op de gasfabriek, waar hij tweeën dertig jaar bleef. Hij werd er 'lantaarnopsteker' en hij trok er iedere avond met zijn laddertje op uit om in de stad de lan taarns op te steken. 's Morgens liep hij dezelfde route om alle lantaarns te do ven voor de stad was ontwaakt. Hoewel zijn werkzaamheden zich dus vooral in de 'stille uren' van het etmaal afspeel den, werd Jan Elsinga een overbekende figuur in de stad, ook al omdat hij later als de laatste nog levende oud-lan taarnopsteker een soort be zienswaardigheid werd. Als geen ander was Jan Elsin ga op de hoogte met alles wat er zich in de jaren voor en na de eeuwwisseling in de buurt van het Oldegalileën had afge speeld en eenmaal heeft hij, op ons verzoek, zijn herinneringen op schrift gesteld. KOSTELIJK Hij deed dat op een kostelijke manier, zo ongeveer in deze trant: "J. Elsinga is gebooren 1877 op de Houtpolle N 265. J. Elsinga woont nu 56 jaar Olde galileën 165. En is nu 10 Dec. 82 jaar. Hij schrijft nu wat op Oldegalileën is veranderd. Te genover Elsinga hebben vier woningen gestaan met een brandspuithuisje. En de ladders hingen in de poort bij Elsinga. Daar vlak over Elsinga hebben ze vier nieuwe woningen ge bouwd. enzovoort, enzo voort. De heer Elsinga maakte de ge zellige tijd nog mee, dat er veel werd gemusiceerd op straat en dat er nog roeibootjes naar Snakkerburen voeren met vro lijke jongelui uit de buurt, die zongen bij de melodieuze klan ken van harmonicamuziek - daar wou hij graag over vertel len. Op oudere leeftijd heeft Jan El singa zich verdienstelijk ge maakt als oppasser in de speeltuin van 'Jong Leven' en daar stond hij bij de jeugd als 'Opa Tik Tak' bekend. Voor kleine kinderen was het een hele attractie om even te luiste ren naar het getik van het grote horloge, dat deze zo beminne lijke figuur altijd zichtbaar bij zich droeg. Na het overlijden van zijn vrouw werd zijn gehoor er niet beter op en er kwam een tijd, dat het converseren met hem slechts met hevige stemverhef fing mogelijk was. Praatte je te zacht, dan kwam er het beken de gebaar met de hand op het oor: "Wat seist?" Maar wie dan meteen op een veel krachtiger stemgeluid overging kon, nota- bene, te horen krijgen: "Ik bin niet doof!!!" Elsinga's vrouw moet zo schoon als de brand zijn ge weest, maar één ding vertikte ze te wassen en dat was de vuile werkbroek van Jan. "Die was't seis mar uut," zei ze dan, "mar achter huus, niet vlak voor mien deur." En dan ging Jan op de zaterdagmiddag door het poortje naast zijn huis met een emmer met heet zeep sop en een bezem en een boender met z'n vuile, vette werkbroek aan de slag De lieve jeugd keek dan be langstellend toe, maar het duurde nooit lang of hij werd de gek aangestoken, want hoe vaak hij het ook al eerder had gedaan, het bleef "gek", dat een man als wasvrouw fun geerde. "Donder op," riep Jan dan, waarop de kinderen gillend wegstoven om, altijd van een veilige afstand, met steentjes te gaan gooien. Want ook toen, in 'die goeie ouwe tijd' was er al baldadigheid, dat zullen de ve teranen van vandaag wel moe ten toegeven. *vele referenties. LidNVM

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1990 | | pagina 13