Jou hellema 'T KLEINE KRANTSJE SïeyeM un de fiew Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 4 n HERINNERINGEN "Zouden er nog Leeuwarders zijn, die weten dat C. en A. vroeger een zaak had aan de "drukke" kant van de Nieuwe- stad, vlak bij de Wirdumerdijk", zo vroeg de heer Siep Ter Horst zich af in zijn rubriek "Mijn jeugdjaren in de binnen stad." Ja, dat weet ik nog heel goed en er zullen wel meer mensen van tachtig jaar en ou der zijn, die zich dat nog herin neren. Als vader een kostuum had ge kocht, wat in die tijd niet vaak voorkwam, en er moest nog iets aan veranderd worden, dan kon je boven in die zaak wach ten. Er stonden tafeltjes en stoelen langs de ramen en de familie kreeg dan een kopje koffie of thee. Het was leuk om naar de drukte op de Nieuwe- stad te kijken. Op het atelier moest dan wel volop gewerkt worden. En het gebeurde toch meest in de middag of op de avond, dat zo'n koop werd gedaan. Ik meen, dat in het pand, waar nu Buwalda de rijwielzaak heeft de manufacturenzaak "De Zon" van de firma Tombrock was. Ik denk, dat die door V. en D. is overgenomen. V. en D. was toen nog naast het huis van de familie Van Eysinga, het huis met de dubbele trap, waar ik als kind altijd overheen moest lopen. Aan de "stille" kant, op de hoek van het Heerenwaltje, was toen de manufacturenzaak van Joosten. Op de etage wa ren kinderwagens en bedjes. En ook poppewagens en bed jes. 's Zomers was er op zaterdag avond muziek op de Langepijp door de Stafmuziek. Daar was altijd veel belangstelling voor en er werd goede muziek ge bracht. En tegenover de Lange pijp was de Sociëteit. Allemaal herinneringen. Amsterdam Mevr. J. Siccama-Velsen EEN FOTO... Het zien van foto's in 't Kleine Krantsje roept vaak herinnerin gen op aan een lang vervlogen tijd. Zo ging het mij ook weer bij het zien van de foto van Eduard Lampe in een van de laatste nummers. Hij woonde in de Willem Lode- wijkstraat en als hij op weg was naar de zaak in de Sint Ja- cobsstraat, kwam hij voorbij ons huis in de Klokstraat. Hij zat dan wel op een fiets, die extra was versterkt - een ge woon karretje had z'n gewicht waarschijnlijk niet kunnen dra gen. Altijd had hij dan wel even tijd voor een praatje. Mijn vader vertelde, dat als de heer Lam pe op reis was in de provincie hij een maaltijd bestelde voor twee personen - aan een een persoons portie had hij kenne lijk niet genoeg. Een van beide figuren naast de heer Lampe was een Tinus de Boer. Hij was "reiziger", zoals wij vroeger zeiden, bij Hellema in Hallum en hij woonde aan het Schoemakersperk in het eerste huis naast het Sint Anto ny Gasthuis. Hij woonde daar boven en be neden aan de rechterkant was een kroegje. In dat kroegje nu werd 's middags tegen twaalf uur een hele rij borrels klaarge zet en deze neutjes waren be stemd voor de mannen uit de Bleeker- en Spanjaardsstraten. Die werden dan snel naar bin nengewipt, waarna de mannen zich naar huis spoedden voor het middageten. Hunteburg, BRD Looienga JOHANNHERMANN KNOOP In "Het verzamelen van boe ken" door P. J. Buijnsters, trof ik onderstaand stukje aan: "De mooiste Nederlandse fruit hoeken zijn gemaakt door een uit Hessen-Kassei afkomstige Duitser Johann Hermann Knoop (ca. 1700-1769). Hij was net als zijn vader hortulanus (tuinmeester) aan het hof van prinses Maria Louise te Leeu warden, maar werd na 18-jari- ge dienst wegens dronken schap ontslagen. Sindsdien verdiende hij zijn brood met het schrijven van een groot aantal encyclopedische werken waar onder: Pomologia, dat is Be- schryvingen en Afbeeldingen van de beste soorten van Ap pels en Peeren, Leeuwarden 1758. folio; met 20 handge kleurde platen. Fructuologia, of Beschryving der Vrugtbomen en Vrugten (enz.), Leeuwarden 1763. folio; met 19 handgekleurde platen, voorstellend allerlei soorten kersen, pruimen, noten, bes sen, die men zelf in zijn tuin kan kweken. Men vindt deze in 1771 en 1790 herdrukte fruit hoeken dikwijls in combinatie met Knoop's niet geïllustreerde Dendrologia, of Beschryving der Plantaardige Gewassen, Leeuwarden 1790. folio. Een saillante bijzonderheid is dat de kopergravures van Pomologia en Fructuologia werden inge kleurd door de dochters van de Leeuwardense uitgever Ferwer- da." Die gravures heb ik gezien: schitterend! Iets voor 't Kleine Krantsje? Amsterdam W. R. Hora Adema De dranklustige Johann Knoop, naar wie in Leeu warden de J.H. Knoopstraat is genoemd, was een zeer veelzijdig man, die na zijn onfortuinlijke ontslag behal ve tal van boeken ook een belangrijke plattegrond ver vaardigde, het "Plan van Leeuwarden", de enige plat tegrond van onze stad uit de achttiende eeuw. Voor het buiten Mariënburg, dat aan de Achter de Hoven stond, heeft Knoop een prachtige tuin aangelegd, waarvan we nu helaas niets meer terug kunnen vinden. Hij was ook een van de eer sten in Nederland, die zich ging bezighouden met de teelt van aardappelen. Ter wijl zijn leven veelbelovend begon, eindigde het heel triest en wel in armoede in het Diaconiehuis in Leeu warden. Dat gebeurde in 1778 en niet in 1769, zoals het door u geciteerde arti keltje het vermeldt. Red. 't KI. Kr. PLATTEGROND VLIEGVELD Net voor ik voor een paar maanden naar Friesland zou gaan kwam 't Kleine Krantsje in de bus. Gauw even de "Ge sprekken op de brug" lezen en "As jou het mij frage" en toen de krant in de tas voor onder weg in de trein. Ook nog even net Zeister Ziekenhuis gebeld om te vragen, hoe het ging met mijn zwager Geert Oost. Hij zei: "Hest 't Kleine Krantsje al lezen? Er staat wat in over Sjoerd op 't vliegveld" en ja hoor, in het vervolgverhaal van G. Brinck over het werken in de oorlog op het Leeuwarder vlieg veld lees ik: "Een van mijn col- lega's, Sjoerd Zweed uit Hinde- loopen stond dagenlang "Hylperwerk" te schilderen. De artikelen werden door de eigen voerman met een paardewagen thuisgebracht en ze werden dan tegen de onderkant van de wagen vastgespijkerd". Maar het was geen Hindeloo- per spul, dat onder de peede- wagen van onze Sije ging, maar een plattegrond van het vliegveld met aantekeningen waar zich de springstof bevond, 's Avonds moest ik die platte grond er onder vandaan halen en vervolgens werd ze op een rieten kinderzitje vastgeprikt. Daar kwam een molton luier overheen en de kleine meid er op en toen werd de kaart naar de Huizumerlaan gebracht naar oom Minne, die de opdracht had gegeven en die later ook in de Stichting '40-'45 zat. Ik zou nog veel meer over die tijd kunnen vertellen en ook van de reis per fiets met kusje- bannen naar Hindeloopen, naar ons onderduikadres. De schrij ver van het net genoemde arti kel tekent met G. Brinck. In 1985, op de reünie in Zalen Schaaf, hield iemand mij staan de, die zei: "Ik heb met je man gewerkt op het vliegveld en ik herinnerde mij de naam Brinck niet meer. Had hij maar Gosse gezegd, dat schoot mij later thuis te binnen, dan had ik het wel geweten. Sjoerd, mijn man, vertelde nooit zoveel; het meeste wat er ge beurde hoorde ik van Veldman, met wie hij .altijd naar het vlieg veld fietste. Rockanje Gré Zweed-Van Doorn WATEENVREUGDE Als enthousiast poppenmaak- ster en verzamelaarster van poppen denk ik nog vaak terug aan het kruidenierswinkeltje van Soolsma op de hoek van de Hoekstersingel en het Olde- galileën tegenover het café Blauwhuis. Daar stond ooit een mooie pop in de etalage, die je kon krijgen bij inlevering van acht Lucra- bonnen - Lucra was een merk margarine in die tijd. Moeke zou er voor sparen en Groot moeke deed ook mee om de acht pakjes margarine op te eten. Nadat ik al dagenlang met de neus tegen de ramen gedrukt had gestaan, kwam eindelijk de grote dag, dat ik de mooie pop mee kon nemen. Wat een vreugde! Zulke dingen vergeet je nooit. Gelukkige jeugd, helaas te snel voorbij. Leidschendam Mevr. J. G. Boer-Lemmers TJERK SPRINGER Aangezien mijn grootmoeder Sijke Springer heette en haar vader in de akten beurtelings Tjerk Siebrands, Tjerk Springer én Tjerk Voordewind genoemd wordt, was ik aangenaam ver rast een verklaring voor de naam Springer in het Kleine Krantsje te lezen. Nooit aan ge dacht dat het een bijnaam zou kunnen zijn! Het interesseert mij nu bijzon der wanneer dit kunststukje heeft plaats gehad, wie de zegsman is, waardoor deze herinnering bewaard bleef en waarom of waardoor hij welbe kend in Leeuwarden was. Geeft diezelfde bron soms ook een verklaring voor de bijnaam Overkommeling, die een (ande re?) Tjerk Voordewind, de Va der van de bekende commissa risvan politie, droeg? Breda A. Dijkstra Vijf en twintig jaar jaar gele den heeft de heer Hendrik Voordewind, de oud-com missaris van politie te Am sterdam (onder andere be kend door zijn boeken "De commissaris vertelt" en "De commissaris vertelt verder") ons het verhaal verteld van Tjerk Voordewind, die een hardloopwedstrijd won door vlak voor de finish over een sloot te springen - daarna werd hij door iedereen Tjerk Springer genoemd. Wij kre gen toen de indruk, dat hij over zijn eigen vader sprak. Wij kunnen ons niet herin neren, dat de heer Voorde wind toen ook de bijnaam "Overkommeling" heeft ge noemd. Het zal nu, lang na het overlijden van de vertel- l&l MahaJaardij ainds 1898 Leeuwarden lende commissaris, wel niet meer mogelijk zijn te achter halen, wanneer Tjerk Voor dewind zijn kunststukje heeft uitgehaald. Red.'t KI. Kr. BOMMEN OP BARAKKEN Ik herinner me nog een voorval uit de oorlog. We hoefden niet naar school want die was in beslag genomen door de be zetters. Nu hadden wij een ver re kennis, die moest voor de Duitsers met paard en wagen stenen brengen naar het vlieg veld. Dat was vrij in het begin van de oorlog. Die stenen kwa men per schip aan op de Wes tersingel ter hoogte van dieren arts Talsma vlak bij de brug. Ik stond er een poosje naar te kijken en toen kwam die kennis er aan rijden om stenen te la den. Hij vroeg mij of ik wel een ritje mee wilde maken naar het vliegveld. Nu, als jongen heb je daar dan wel oren naar om zo iets eens te bekijken en dus ging ik mee boven op de ste nen. Het was bewolkt en af en toe scheen de zon eens even. Toen we de Valeriusstraat voorbij waren zagen we hoog in de lucht vliegtuigen. Ter hoogte van de Bontekoe kwa men ze plotseling naar bene den duiken. We sprongen van de wagen en onze kennis knoopte het paard aan een boom vast en ging onder de wagen liggen. Ik zag bij men sen een grote haag staan en kroop daar achter. Ik lag er nog niet of het luchta larm ging en er vlogen bom men laag over ons heen die aan de andere kant van de weg in een stel barakken sloe gen. We hoorden een gegil en toen werd het stil. Ik zat onder de modder en het stof. Ik ben direkt opgestaan en via de Troelstraweg, Harlinger- singel en de Nieuwestad naar mijn vader gerend. Het was al lemaal stil en verlaten, ik ben geen mens tegengekomen. Ik heb mijn vader toen bij V. D. verteld wat er gebeurd was en die zei mij dat ik maar snel naar huis moest gaan. Het gegil dat we hadden ge hoord betrof een barak met al lemaal Duitse vrouwen, waar van niemand het overleefd heeft. Diep geschrokken door dit alles ben ik nooit meer naar (Vervolg op pag. 12)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1990 | | pagina 4