MIJN JEUGD JA REN IN
DE OUDE BINNENSTAD
PLIESJEKOOPAL:
HETKNOPKE.
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 5
Op de Wirdumerdijk had je in
vroeger jaren de ijzer- en ge
reedschapszaak van Otma.
Daar moest een jongetje uit de
klas voor zijn vader wat spijker
tjes halen. Dat kereltje stotterde
nogal wat. En wat deden nu z'n
klasgenoten toen ze hoorden
dat hij een stuiver meegekre
gen had om die bij Otma te be
steden?
VOORSTU.
Ze gingen direct na schooltijd
allemaal richting Wirdumerdijk
en stapten, een voor een en na
korte tussenpauzes, bij Otma
binnen. Daar vroegen ze "voor
een stu.stu.stuver spie-
kerkes". Zodra de bediende het
gevraagde in een zakje had ge
daan, stoof zo'n jongen weg
met de mededeling: "Hou ze
zelf mar.
Dat gebeurde zo een paar
maal, tot de 'werkelijke klant',
zonder te weten wat er voor
De veelbesproken domi
nee Johannes Zelle, die
in 1983 overleed, heeft
heel wat kostelijke anek
dotes nagelaten, die tij
dens familiebijeenkom
sten in Leeuwarden
kennelijk nog wel eens
worden doorverteld. Het
was een van zijn spor
tieve gewoontes om 's
avonds te gaan trimmen
in de buurt van zijn huis
aan de Gysbert Japicx-
straat. Daar had een
buurtgenoot eens een
schokkende ervaring. Hij
tufte 's nachts om een
uur of een op zijn brom
mertje door de Willem
Lodewijkstraat, op weg
naar huis na een lollige
dag. De man was niet
helemaal helder meer
en volgde waarschijnlijk
een zigzaglijn, die ab
rupt eindigde op het mo
ment, dat het zware li
chaam van een
nachtelijke hardloper te
gen zijn voertuig aan
kwakte. Het enige
woord, dat er tijdens de
botsing viel, was een
forse vloek van de domi
nee, die daarna zijn ren
vervolgde en schielijk in
het duister van de nacht
verdween.
hem was gebeurd, de winkel
binnenstapte en zijn geringe
bestelling wou plaatsen. Maar
hij had nog niet tweemaal 'stu'
kunnen zeggen, of Otma's be
diende kwam als een furie ach
ter de toonbank vandaan pak
te de jongen bij z'n kladden en
gooide hem met een smak de
deur uit.
Er werden trouwens toch nogal
wat geintjes uitgehaald in die
ouwe tijd. Eens stonden de col
lectanten van de Paterskerk op
het punt te gaan potverteren.
De reis zou helemaal naar Ak-
krum gaan, waar de zondag op
een gezellige manier zou wor
den doorgebracht. Daarbij
hoorden natuurlijk ook een be
zoek aan de kerk, waar het
plaatsengeld twee cent be
droeg. Afgesproken werd nu,
dat ieder afzonderlijk de koster
één gulden zou betalen - met
heel veel binnenpret zagen de
heren die goeie man al met zijn
handen in het haar.
Maar wat deed, zonder een
woord te zeggen, de grootste
lolbroek uit het college? Hij liep
in Leeuwarden alle banken af
om halve centen op de kop te
tikken. En met een enorme bui
del nutskes trok hij bij die kos
ter in Akkrum aan de bel. Hij
vertelde hem, dat de volgende
Vakantiepret op Schiermonnik
oog.
morgen het plaatsengeld door
iedereen met 'groot geld' be
taald zou worden. En hier was
alvast het wisselgeld.
Toen de eerste de beste grap
jas uit Leeuwarden dus zijn zil
veren gulden offreerde werden
hem prompt honderdzesenne
gentig nutskes terugbetaald. En
waarempel, de tweede onder
ging hetzelfde lot. En de derde
en de vierde.Voor de rest
van de dag kwamen de heren
potverteerders aan weinig an
ders toe, dan zich af te vragen
hoe dit sterke stukje nu eigen
lijk mogelijk was geweest. De
bedriegers bedrogen.
SCHIERMONNIKOOG
Nu iets heel anders. Mijn ge
dachten gaan terug naar de va
kantiekolonie op Schiermonnik
oog. Om daar alleen nog maar
te komen was al een hele be
doening. Vanuit Leeuwarden
met de tram naar Dokkum, zo
ver ik me dat herinneren kan
en vandaar met de boot naar
het eiland. Daar aangekomen,
op een eindje van de wal,
moest je, in volle zee, over
stappen in een sloep. Na een
eindje varen, richting eiland,
Hij heette Koopal, die politiedie
naar uit de goeie ouwe tijd,
maar de meeste Leeuwarders
kenden hem alleen maar als
"De Knop", of, ook wel, als
"Het Knopke vanne wandel
stok" - hij was bepaald niet
groot van stuk, maar hij moet
een groot hoofd hebben gehad;
vandaar die aanduiding van het
volk.
Iedereen in de stad wist, dat
Het Knopke een groot liefheb
ber van een borreltje was. Het
kon dan ook gebeuren, dat hij
duidelijk aangeschoten op
straat verscheen en dan door
de lieve jeugd werd uitgejouwd.
"Hij het biet, hij het de bok an
touw" klonk het dan.
De Knop moet bijzonder attent
zijn geweest op jongens, die
zich op straat bezondigden aan
gokspelletjes. Gingen die kna
pen, bij het in beeld komen van
de politiedienaar Koopal aan de
haal, dan was Het Knopke er
als de kippen bij om de op
straat achtergebleven centen in
te pikken.
En het was een publiek ge
heim, dat hij die dan prompt in
drank omzette in de meest na
burige kroeg. Dat kon toen
blijkbaar allemaal nog in het
oude Leeuwarden
werden de roeispanen binnen
gehaald.
Dan pas begon het echt ge
vaarlijk te worden, want nu
moest je van de heen en weer
slingerende sloep overstappen
in een boerenwagen. Die was,
met twee paarden ervoor, ver
in zee gereden - de dieren
stonden tot hun buik in het wa
ter.
Had je deze halsbrekende toe
ren verricht, dan ging het naar
de dijk en zo kwam je met je
rieten koffertje aan land om
vervolgens naar het vakantie
huis te lopen. Hier bleven we
dan twee weken. Eerlijk gezegd
verlangde ik dan wel eens naar
mijn vader en moeder. We wa
ren toen nog erg jong en klein
en nog niets gewend.
In het Naauw had je een speci
aalzaak in ondergoed 'De Mag
neet' van de familie Westra.
Die meneer Westra begon zijn
advertenties altijd met de kreet
"Ik groet U allen zeer". Op het
laatst was dat een begrip in
Leeuwarden: "Ik groet U allen
zéér".
Eens verscheen er een vlieg
tuig boven de stad. Die strooi
de pamfletjes uit. Maar de vlie
genier was, volgens mij, niet zo
ervaren, want hij hield geen re
kening met de wind. Zo kwa
men alle briefjes in een weiland
buiten de stad terecht. Op en
kele van die folders was een
nummer gedrukt. Bij inlevering
bij 'De Groote Manchet' aan de
Nieuwestad kreeg je 'gratis
voor niks, voor niemendal' een
pet van het merk 'Holidays
Cap'. En die cap was een ge
weldig succes in die jaren,
vooral bij de boerenbevolking
rond Leeuwarden.
Als ik nog eens oude liedjes
hoor zingen, denk ik vaak terug
aan de gezellige avonden van
L'Union altijd in Amicitia. De
vereniging L'Union was be
doeld voor de Katholieke Mid
denstand. Nog hoor ik daar de
stemmen van Tholen en Van
Lier. Eens was hun optreden
niet zo leuk voor Jopie Bren-
ninkmeijer. Want beide heren
zongen een liedje, waarbij zij
'slisten'. En Jopie was behept
met zo'n spraakgebrek.
LOEIENDE KOEIEN
Wat je tegenwoordig in de stad
niet meer zult horen is het loei
en van koeien, 's Nachts als
het rustig was hoorde je de
koeien loeien. Zeker zomers,
wanneer je met open ramen
sliep.
Ook herinner ik me uit mijn
jeugdjaren in de binnenstad
nog duidelijk de geweldige
lichtreclames boven verschil
lende huizen, zoals 'Turmac',
'Even tijd voor Caravellis', 'Half
elf, Blookers tijd' en 'Chief
Whip op ieders lip'. En dat alles
in heldere kleuren en 's avonds
fraai afstekend tegen een don
kere hemel: fantastisch!
Breda
Slep Ter Horst
Een mooie pet, "gratis, voor niks en niemendal" bij De Groote Manchet op de Nieuwestad.