'T KLEIDE KEAHTEJE UIT DE BEGINJAREN VAN DE STOOMRADIO ST ATi ES EN S n N z EN MOOIE FIGUUR: VICDEGROOTE SCHOONHEID DIE VERLOREN GING VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 9 Niet iedereen zal weten, dat de dorpen Weidum en Mantgum een pioniersrol hebben ge speeld bij de ontwikkeling van de radio. In 1969 werd in Wei dum door de Friese Commissa ris der Koningin een gedenkte ken onthuld ter ere van de radio-pionier Hans Henricus Schotanus a Steringa Idzerda, de in 1885 in Weidum geboren zoon van de toenmalige huis arts in dit dorp. Hij vertrok in 1897 naar Leeuwarden, maar keerde in 1905 weer in het ou derlijkgezin terug. Hij had veel interesse voor techniek, volgde een inge nieursstudie en begon te expe rimenteren met radiotechniek. Hij kreeg verkering met de dochter van de predikant te Mantgum, die in een pastorie met een ruime zolder woonde en daar installeerde hij zijn ap paratuur. Dat was tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het was ook daar, dat de toen dertigjarige Idzerda, als eerste Nederlander, via de radio het bericht opving, dat er tussen de Duitsers en de Engelsen een grote zeeslag bezig was bij Jut land. VLIEGTUIGEN In Mantgum, dus voor hij naar Den Haag vertrok, was Idzerda ook al bezig met net ontwerpen van vliegtuigen. Een krant uit 1919 bracht het bericht: "Dat ook het dorp Mantgum zich niet onbetuigd laat, waar het geldt de aeronautische sport, bleek hedenmiddag, toen de heer H. Idzerda, electrotechnicus, voor het eerst zijn ontworpen vlieg machine alhier probeerde. Zijn machine voldeed aan de ge stelde eischen. 't Model voor proef in het klein vervaardigd uit stevige bamboestokken en linnen, kon, bij een lengte van plusminus drie meter, een breedte van plusminus twee meter en een vlucht van één meter, twaalf kilo dragen en vertoont veel overeenkomsten met twee achter elkaar vliegen de zwanen. De genomen proe ven waarbij een verstelbaar stuurtoestel de richting ten op zichte van de wind bepaalde, slaagden naar wensch. In Den Haag richtte hij het technisch bureau "Wireless" op. Later werd dat de "Neder- landsche Radio Industrie". Hij bouwde toen een zender en zond op 6 november 1919 voor het eerst uit, een wereldpri meur. Een advertentie in de "Nieuwe Rotterdamsche Cou rant" van 5 november 1919 kondigde de uitzending aan. Het eerste nummer was: "Turf in je ransel". Hij heeft zijn uit zendingen tot zijn faillissement in 1924 verzorgd. Ten slotte is hij ook nog het slachtoffer geworden van zijn interesse in de techniek. Toen tijdens de Tweede Wereldoor log bij Den Haag een V2 was neergekomen, ging hij tot twee maal toe kijken en vond o.m. een ontstekingsmechanisme. Hij werd door de bezetter gear resteerd. Hoewel zijn portefeuil le daarna aan zijn familie werd teruggegeven met de toezeg ging dat hij weer vrij zou ko men, is hij nooit teruggekeerd. Men neemt aan, dat hij al was omgebracht toen de portefeuille werd bezorgd. Zo kwam er een triest einde aan het leven van deze programmamaker, propa gandist, zenderbouwer, omroe per, zenderexploitant en tevens directeur van een fabriek van radiotoestellen. Zijn zender PCGG heette: Prachtige Con certen Gratis Gegeven. Bij de onthulling van het monu ment te Weidum, waarbij na mens het "Comité vijftig jaar omroep" de heer J. van Brakel een krans legde, wees de Commissaris der Koningin mr. Linthorst Homan, op de grote geestelijke betekenis van deze uitvinding. "De Amerikanen", zo stelde hij, "mogen dan nog steeds menen, dat zij in de nacht van 2 op 3 november 1920 de eersten waren, die een radio-uitzending verzorg den, de werkelijke eer is voor Idzerda, die dat al eerder deed op 6 november 1919". Verder voerde toen het woord de historicus N. Tj. Swierstra, Mantgumer van geboorte, die wees op de grote betekenis van deze uitvinding voor de scheepvaart, de luchtvaart en voor de ontwikkeling en ver strooiing van de mens. "Maar", zo voegde hij eraan toe, "deze uitvinding had een verschrikke lijke keerzijde, ik zal maar één naam noemen: Hitier". Inderdaad, als Hitier voor de radio sprak werden alle Duitse zenders ingeschakeld, men moest in Duitsland de radio luid zetten, en de ramen openen. In die tijd woonde in Mantgum jhr. Hora Siccama als burgemees ter, die twee inwonende Duitse dienstboden had. Hij vertelde eens dat wanneer zij in de keu ken via hun radio, naar Hitier luisterden, zij "volslagen gek werden gemaakt" zoals hij het uitdrukte. Ja, Hitier bereikte dan miljoe nen en dat ging dan gepaard met veelvuldig "Sieg heil"-ge- schreeuw en marsmuziek. Toen de bezetting kwam, werd onze radio in dienst gesteld van het uitdragen van de nazi ideologie, kwam er een verbod op het luisteren naar de Engel se zender en werden later de radiotoestellen in beslag geno men. Enige jaren geleden beluisterde ik toevallig een uitzending via de radio van een interview met de dochter van Idzerda. Zij deed toen wel een merkwaardi ge uitspraak. Hoewel ze zeer trots op haar vader was ge weest, ambieerde zij de radio zelf niet erg, en zij verklaarde geen radio te hebben en ook nooit gehad te hebben. Toen de verbaasde radio-medewer ker vroeg waarom niet, zei ze dat door al dat geëxperimen- teer van haar vader tot vaak midden in de nacht, ze er ge noeg van had gekregen. BOEKJE Zij die meer willen weten van deze radio-pionier kunnen dat vinden in het boekje Sterin ga Idzerda de pionier van de radio-omroep" door P. A. de Boer uitg. De Muiderkring N.V. Bussum. In het postmuseum in Den Haag wordt ook aandacht aan hem besteed. Mantgum W. Goinga Waar nu de huizen van de Vre deman de Vriesstraat en de Alma Tademastraat staan, vier de eens de voetbalsport hoog tij. Op een toen nog onbe bouwd grasveldje leefden de leden van tal van kleinere voet balclubs zich uit. Zolang er niet gevoetbald werd was het terrein niet of nauwe lijks als een sportveld te her kennen - de doelpalen en doel- latten werden immers na iedere wedstrijd veilig opgeborgen. Doelnetten bestonden er nog niet: de spelers moesten er zelf maar op letten of de bal tussen de palen kwam. Vaak gaf dat aanleiding tot heel wat geharre war. Ook was er voortdurend het gevaar, dat de bal in het Nieu we Kanaal verdween. Tijdro vend was dan vaak het opvis sen van het onmisbare attribuut. Maar men had geluk, wanneer toevallig de curieuze Vic de Groote zich onder de spelers bevond. Die bedacht zich immers nooit een moment, maar ploempte, bezweet of niet, zo het kille grachtwater in -de bal achterna. Zwemmend op de rug stuwde hij het leer dan met zijn hoofd naar de wal, werd daar door zijn makkers uit het water ge hesen en voetbalde verder, als of er niets was gebeurd. Jawel, op z'n gymnastiekschoentjes, want dan hoorden zijn tegen standers hem niet. In later jaren werd de veelbe sproken Vic de Groote een be kende voetbalscheidsrechter. Ook als langebaan schaatsen rijder maakte hij naam en zelfs verscheen hij - tot op hoge leeftijd - wel bij paardencour- ses als deelnemer bij draverijen onder de man. Een boeiende figuur, deze Vic, die er nu ook al heel lang niet meer is. Warga: Popma State Greonterp: Eelinga State

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1990 | | pagina 9