tou
ffihellema
'T KLEINE KRANTSJE.,
Makelaars en
Taxateurs
voor geheel
Friesland
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 4
RAMP WADDEN
Het stukje 'Drama Wadden'
over vier verdrinkingsslachtof
fers in het laatste nummer van
't Kleine Krantsje had mijn bij
zondere aandacht. Ik herinner
me die ramp nog heel goed. Ik
woonde toen met mijn ouders
in Sint Jacobiparochie en weet
nog goed dat mijn vader zei:
"As der mar gyn ongelukken
gebeure, want der sille wel
poerders op 't Wad sitte."
Het had overigens veel drama
tischer kunnen aflopen. U ver
meldt namelijk niet dat er ook
een aantal speurders zijn ge
red. Voor het geval u dat niet
bekend is - hetgeen ik me ove
rigens nauwelijks kan voorstel
len-het volgende.
Toen de gewaarschuwde red
dingsboot uit Harlingen op de
verkeerde plaats zocht, zijn zes
mannen van de Oude Bildtdijk
met een visserssloep in zee
gegaan en hebben een aantal
drenkelingen aan wal gebracht.
In de "Geskidenis fan de Bildt-
se Waddenfisserij" (S. H. Bu-
walda, Stichting Ons Bildt
1986) is deze heldendaad ver
meld. Buwalda vermeldt dat
'zes van de acht poerders' aan
wal werden gebracht.
Op bladzijde 107 van genoemd
boekje staat een foto van de
redders: het waren Anne van
Dijk, Jan Wallendal, Jehannes
Tjepkema, Martin Kingma, Ja-
bik Tjepkema en Tjisse Wallen
dal.
Leeuwarden
Drs. K. Tjepkema
Zesentwintig jaar geleden,
reeds in ons tweede num
mer, hebben wij zeer uitvoe
rig aandacht besteed aan
deze ramp op de Wadden.
In een reportage over twee
pagina's lieten wij een van
de onverschrokken redders,
de u zeker welbekende
Jaap Tjepkema, aan het
woord. Uit de mond van de
heer Tjepkema (zie foto) no
teerden wij onder andere
het volgende: "Je motte mar
rekene, wij kinne het Wad.
Wij binne wel wat gewoan.
Voor ons is 't dagelijks
werk, al was't doe vanzelf
wel wat raar. Want later is
het weer niet vaak meer zo
hard omsloegen as doe. Wij
hadden die storm trouwes
ankommen sien, mar die
mannen niet, die binne er
deur overdonderd".
Red.'t KI. Kr.
DE ARZONI'S
Met interesse volg ik de inge
zonden stukken over de Ge
broeders Arzoni, die in de vori
ge eeuw in Leeuwarden beken
de vervaardigers en handelaren
van de toen veelvuldig gebruik
te kwikbarometers waren.
De kwikbarometer is omstreeks
1640 door de Italiaanse natuur
kundige Torricelli uitgevonden
en het is geen wonder dat de
uit Italië afkomstige Arzoni's
niet alleen de werking, maar
ook de vervaardiging van deze
'weerglazen' goed kenden. Ook
elders in ons land waren het
Italianen die zich met het ma
ken van deze barometers bezig
hielden.
Ik bezit een oude advertentie
van de Gebroeders Arzoni (W.
en H.) uit 1870 waarin deze
hun waar aanprezen en wel in
hun zaak in de Kleine Kerk
straat nummer 86 nabij de Gro
te Kerkstraat, waar ze ook pa
raplu's verkochten.
Dit duidt erop dat er zo'n vijfen
veertig panden in de Kleine
Kerkstraat waren (zijn) en dat
de Arzoni's in de nabijheid van
Mulders Friese Uurwerkzaak
gevestigd waren.
Middelburg H. Hoitsma
EERSTETEGEL
"Waar is de eerste tegel geble
ven, die Rikus Doodkorte bij
het asfalteren van de Sint Ja-
cobsstraat heeft gelegd? Dat
wil een van de abonnees - via
Fenno Schoustra's rubriek "Va
ria Leovardia" - heel graag we
ten. Ik weet het ook niet.
Wat ik wel weet is, dat de Sint
Jacobsstraat de eerste straat in
Leeuwarden was, die geasfal
teerd werd. En dat gebeurde
niet zoals nu, maar m.i. met as-
falttegels. Doodkorte woonde
op het hoekje van de Sint Ja
cobsstraat en het Raadhuis
straatje en de tegel lag inder
daad voor zijn deur. Officieel
geopend werd de straat door
baron Nagel, hoofd inspecteur
van politie. Daartoe was een
lint gespannen tussen de brug
leuningen bij de winkels 'van
Jelle Huizinga en Nicolaas Dijk
stra, bij de brug dus over het
Naauw. Baron Nagel reed met
zijn auto het lint kapot en gaf
de straat hierdoor voor het ver
keer vrij. Als uw opgave van
het jaar 1925 juist is, was ik
destijds veertien jaar.
Enige tijd geleden heeft in het
"Kleine Krantsje" een stukje
gestaan over arbeiders die met:
een gekocht kruikje de net ge
noemde heer Huizinga wijs ge
maakt hadden, dat ze dat in de
grond hadden gevonden. Of dit
waarheid of verdichtsel is, weet
ik niet. Wel waar is, dat bij een
verbouwing op de Put een zo
genaamd 'Schoorsteenstuk'
vrijkwam. Deze schilderijen, die
boven de schoorsteenmantel
zaten, hadden meestal een bij
belse voorstelling als motief.
Ook bij dit stuk was dat het ge
val en de vondst werd heel
groot in het Leeuwarder
Nieuwsblad vermeld. Het had
verborgen gezeten onder kalk
en behang en men kreeg de
indruk dat men mogelijk hier te
doen had met een belangrijke
vondst.
Een paar dagen later stond het
schoorsteenstuk in grootse op
making in de etalage van Jelle
Huizinga. Op een bord stond
de bijbelse tekst vermeld en al
les wat met de vondst in ver
band stond. Een opengeslagen
bijbel completeerde het geheel.
Maar toen kwam er in de Leeu
warder Courant een artikel van
een deskundige te staan, waar
uit bleek, dat het schoorsteen
stuk van nul en gener waarde
was. Prompt was de hele san-
tekraam de volgende morgen
uit de etalage van 'Dove Jelle'
verdwenen.
Wat de auto's uit opa's tijd be
treft, afgebeeld in de rubriek
'Varia Leovardia', de tweede is
inderdaad een 'Ford', een zo
genaamde 'hoge hoed'. De eer
ste auto die mijn vader kocht,
was ook een oude 'Ford', met
voor twee carbidlampen en
achter meen ik een petroleum
lamp. Het nummerbewijs van
mijn vader was B.213. Ik heb
het nog steeds in mijn bezit;
het werd uitgereikt op 19 april
1907. Verder herinner ik mij
nog, dat garage Huizinga, des
tijds op de Tweebaksmarkt,
B.26 had.
Jammer dat de autonummers
nu zo onpersoonlijk zijn gewor
den. Je kunt nooit zien, waar
een wagen vandaan komt en
dat is in bepaalde omstandig
heden, in een vreemde stad bij
voorbeeld, toch wel eens be
langrijk.
Hunteburg, B.R.D.
L. Looienga
DEWAALMALEFIJT
Onlangs kwam ik in een recla
meblaadje, De Autokrant, de
naam De Waal Malefijt tegen.
Een niet veel voorkomende
naam in Nederland, maar voor
mij toch wel bekend.
Een veertig jaar terug had ik
een buurman, werkzaam bij het
politieapparaat, die nog wel
eens bezoek kreeg van pa
trouillerende collega's. Ook bij
ons kwamen die dan wel eens
koffie drinken. Zodoende ken
den wij verschillende agenten,
onder wie ook een Wim de
Waal Malefijt.
Mijn buurman, Alex Hoogen-
berg, ging later naar Winters
wijk en Wim de Waal verhuisde
naar Haarlem. Met Alex ben ik
daar nog wel eens aan de deur
geweest, maar we troffen toen
niemand thuis.
Mijn vraag is nu of 't Kleine
Krantsje ook lezers in Haarlem
heeft, die kunnen vertellen of
de in dat reclameblaadje ge
noemde Jaap misschien een
zoon is van Wim de Waal Ma
lefijt. Graag had ik daar een
beetje helderheid over. Mijn
adres is: Krijn van den Helm
straat 79.
Leeuwarden Jac. Bakker
POLITIEPOST
Als ik 't Kleine Krantsje ont
vang, dan is het eerste wat ik
opzoek de afbeelding van de
nieuwe fotoprijsvraag. Meestal
weet ik het wel terug te vinden.
Maar de oplossing opsturen
blijft er altijd bij.
Onlangs stond er een foto in
van de Johannesbuurt met op
de achtergrond de Kanaal
straat. Daarop ontwaarde men
het brugwachtershuisje, het
hoge witte gebouw van Het Ba
ken en het torentje op de hoek
van wat vroeger een De Gruy-
terwinkel was.
Op de andere hoek was het
woonhuis van de brugwachter
en daarnaast, in de Kanaal
straat dus, was een Politiepost
met drie cellen. Daarin sloot
men in vroeger jaren ter ont
nuchtering dronken kerels op.
Zouden er nog lezers zijn, die
daar een herinnering aan heb
ben?
Akkrum F. Laskewitz
KI
Makelaardij ainda 1898
Leeuwarden
ER WEG VAN.
De speelgoedwinkel van de Fir
ma Ter Horst, op de Brol,
waarover onlangs in 't Kleine
Krantsje werd geschreven, her
inner ik me nog goed. Zat de
winkel van De Werkman er niet
naast, waar je manchester
broeken kon kopen en stofjas
sen en overalls?
Als kind mocht ik eens bij Ter
Horst met de Kerst een ca
deautje uitzoeken van een oom
uit Den Haag. Hij was onderwij
zer en had toen voor mij alle
tijd, zodat ik rustig iets kon vin
den. Maar ja, er stond zo veel
in de etalage en alles vond je
even mooi.
Ik heb toen een brandweerauto
uitgekozen. De lichten wilden
echt aan en uit. Je was er als
kind helemaal weg van.
Groningen H. Witteveen
FAMILIE BUIS
Een paar jaar geleden hoorde
ik van het bestaan van 't Kleine
Krantsje en voelde me zeer be
trokken. Bijna vanaf mijn ge
boorte (1917) tot 1942 woonde
ik met mijn moeder in Leeuwar
den. Mijn vader (Auke Pieter
Buis) was helaas jong overle
den (1887-1918). Hij stamde uit
een echte Leeuwarder familie.
Ik was dan ook zeer verrast in
het juni nummer een foto van
oom Hein (Hendrikus Marius
Buis 1861 - 1940) tegen te ko
men en allerlei herinneringen
kwamen weer boven.
Hij was een bijzonder aardige
oom, met veel gevoel voor hu
mor en hij had altijd grapjes.
Door een heupziekte in zijn
jeugd was zijn ene been veel Hein Buis
korter dan het andere, wat ge
compenseerd werd door een
schoen met een hoge kurkzool.
Hij liep dus enigszins mank.
Maar dat belette hem niet om
op een bovenhuis te wonen,
eerst (voorzover ik weet) in de
Grote Hoogstraat en later aan
de drukke kant van de Nieuwe-
stad. Zijn vrouw, tante Tinie
(Catharina Bouman 1865 -
1938), was veel ziek en zij
vond het dan prettig^ voor het
raam te zitten of te liggen en zo
het straatgebeuren te volgen.
Mijn moeder en ik zochten hen
regelmatig op en als klein
meisje, wanneer het tegen Sin
terklaas liep, lag daar altijd een
pakje voor mij met een mooi
verhaal dat de goede Sint het
persoonlijk was komen bren
gen.
Oom Hein met zijn vrouw ver
huisden in de jaren dertig naar
.Haarlem, waar hun zoon een
sigarenzaak dreef. Tante Tinie
overleed in 1938, oom Hein in
1940.
Oom Hein was dus een broer
van mijn grootvader Pieter Har-
manus Buis (1857 - 1913). En
dan was er nog oom Jan Buis
(1847 - 1926), ook zo'n gezelli
ge oom, van beroep kleerma
ker, en tante Ytje Buis, altijd
opgewekt en gastvrij, terwijl ze
heel wat had meegemaakt. Zij
leefde van 1847 tot 1926. Zij
was de oudste uit het gezin
van Beert Buis en Geeske
Oudsburg, daarna volgden de
drie broers. Kan het zijn dat
Beert Buis kleermaker was in
het Stadsweeshuis? Ik heb er
wel over horen vertellen, maar
gegevens ontbreken.
Het was oom Jan die een klei
ne stamboom samenstelde, die
(Vervolg op pag. 6)