GEDACHTENSPRONGEN BIJ 'T ZIEN VAN EEN FOTO. 'T KLEINE KRANTSJE MR. J. S BIJL: VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 J. J. Draisma (met één ai) alias 'Draaisma' was jarenlang brug wachter van de Wirdumerpoortsbrug. Het bekijken van een foto uit het verleden heeft vaak tot ge volg, dat het brein, dat meest wonderlijke en minst gekende onderdeel van het eveneens wonderlijke menselijk lichaam, in beweging wordt gesteld. Zo ook, voor wat mij betreft, het zien van de foto van de Wirdu merpoortsbrug in 't Kleine Krantsje van augustus. Zo'n zeventig jaar geleden, toen ik van 1916 tot 1921 de RHBS in Leeuwarden bezocht, passeerde ik per fiets elke schooldag die brug vier maal en uit een kleine rekensom blijkt dan, dat ik die brug voor dat doel zo'n zesduizend maal heb gebruikt. Het gebeurde na tuurlijk ook wel, dat hij was opengedraaid of dat de opera tie van het opendraaien zich net bezig was te voltrekken en dat ik dan moest wachten. Op weg naar school veroorzaakte dat oponthoud vaak een ze nuwachtige spanning, want ik was meestal toch al aan de late kant en het zat er dan dik in, dat ik niet op tijd zou arrive ren. De deur van de school was dan gesloten, zodat ik moest bellen om deze door de pedel geopend te krijgen. Ik moest me dan melden bij de directeur dr. Huysken, een klei ne sympathieke maar strenge man in donker geklede jas met een aristocratisch geleerdenge- zicht, die mij voor mijn tekortko ming een adequate, mijn nog geringe kennis vermeerderen de, straf oplegde. Die straf be stond meestal uit het oplossen van een wiskundig vraagstuk. De brug werd bediend door een slanke hoekige man met een schipperspet, die er ook uitzag als een schipper en die mijn zwager Jaap Kessler stee vast Draaisma noemde. Ik ben er nooit achtergekomen of dat zijn werkelijke naam was of dat hij zo maar werd aangesproken omdat de hoofdtaak van zijn werk uit draaien bestond. Bij dat werk werden eerst de beide toegangen tot de brug door hem afgesloten. Dan spoedde hij zich naar de grote zware "sleutel", die, ingeklapt, opge steld stond aan een van de brugleuningen, bracht hem in gereedheid, plaatste de onder kant op de vierkante pin in het midden van de brug en boog zich met zijn hele gewicht over de uitgeklapte bovenkant en zette, al ronddraaiend de brug in beweging tot zij openstond voor het verkeer te water en de tjalken en stoombootjes konden passeren. Bij het sluiten van de brug herhaalden zich die mani pulaties in omgekeerde volgor de. Aangekomen bij de school kon ik mijn fiets, een afdankertje van mijn negen jaar oudere broer, plaatsen onder een af dak bij een honderdtal andere rijwielen, waarop, vaak uit de wijde omtrek van Leeuwarden, de dorpse leerlingen zich had den verplaatst. GROTESPRONG Denkende aan die fietsen ne men mijn gedachten een grote sprong. Geen van de fietsen stond namelijk op slot en dief stal kwam, bij mijn weten, nooit voor. Als men dan bedenkt, dat er nu in dit land, gemiddeld per jaar, zo'n miljoen fietsen wor den gestolen, maar tóen de diefstal van een rijwiel kranten- nieuws was, dan kan men wel vaststellen, dat dit verschijnsel er een is van de vele, die wij zen op de verloedering, die er in dit, inmiddels steeds welva render land, heeft plaatsgevon den. In het eerste kwartaal van deze eeuw was een moord of ver krachting een gebeurtenis, die dagenlang in de kranten tot in finesses werd uitgeplozen. Het was hèt nieuws van de dag. Tegenwoordig vindt zo'n mis daad bijna dagelijks plaats en er wordt nauwelijks nog aan dacht aan geschonken. Zo ook met bankovervallen en dergelij ke, die vroeger nooit voorkwa men. Tóen werd een boef, zo als het behoort, als een boef behandeld en kwam in een adequate strafinrichting terecht. Tegenwoordig wordt hij vaak beschouwd als een armzalige stumper, die slachtoffer is van omstandigheden en hem wordt een keurig verblijf aangeboden, van alle gemakken voorzien, in dier voege, dat minder bedeel de doch fatsoenlijke medebur gers zich met minder moeten behelpen. Zo'n boef, die men als een boef zou moeten behandelen, kost de gemeenschap tiendui zenden per jaar, terwijl het zeer twijfelachtig is of die "zachte" detentie hem weer aanvaard baar voor de maatschappij maakt. De tolerantie, waarmede wets overtreders in het algemeen, tegenwoordig behandeld wor den en die een gevolg is van wat wel "alternatief denken" wordt genoemd, werkt naar mijn mening de verloedering in de hand en maakt de wetge ving tot een aanfluiting. Een ander en nog meer tot de verbeelding sprekend voor beeld vormt de aanhoudende overtreding van de maximum snelheid door een groot deel van de automobilisten. In de U.S., waar de maximum snel heid slechts vijfennegentig kilo meter bedraagt, zijn er maar weinig weggebruikers die deze wagen te overtreden, omdat de straffen veel en veel hoger zijn dan hier en men, na tweemaal een aantekening op zijn rijbe wijs te hebben gekregen, dit voor onbepaalde tijd kan kwijt raken. Vanwege onze tolerantie durven de, door ons zelf geko zen, wetgevers blijkbaar niet tot gevoelige straffen te besluiten en maken zichzelf belachelijk. De te grote tolerantie ten aan zien van de jeugd heeft de dis cipline op school verzwakt. Leerlingen en leermeesters gaan als vriendjes met elkaar om, wat meestal het gezag niet ten goede komt. "Disciplina vi- tae scipio" - discipline is de staf van het leven - een oud Latijns adagium wordt, als ver ouderd, op zij gezet. Maar er zijn waarheden en begrippen - het Oude Testament staat er vol van - die voor alle tijden gelden. Onderwijs behoort, per definitie, disciplinair en autori tair gegeven te worden. In het leven is de leerperiode betrek kelijk kort te noemen en het kan niemand schaden - inte gendeel - die korte tijd, in zijn bestwil, onder discipline "ge bukt" te moeten gaan. Ik ge voel mij in deze mening ge sterkt als ik een vergelijking trek tussen de resultaten van het onderwijs van vroeger en van thans, dat in overwegende mate ten gunste van het eerste uitvalt. Het is toch weinig ver heffend te moeten constateren - zoals ik ergens bij een beoor deling van het huidige onder wijs heb gelezen - dat in de hoogste klasse van een peda gogische academie (een duur woord voor wat vroeger een voudig normaalschool of kweekschool werd genoemd) toekomstige onderwijzers niet in staat waren vraagstukken, die zij later met hun pupillen moesten behandelen, behoor lijkoptelossen!!! U neme mij de geweldige ge- dachtenhaal niet kwalijk, die ik heb gemaakt, nadat ik, in mijn herinnering mijn fietsje had ge stald en door mijn directeur was gecorrigeerd. Waar het hart vol van is, vloeit de mond van over. Wij leven in een land, dat, ten gevolge vooral van de dadendrang van onze onderne mers, tot de welvarendste en, op het gebied van de sociale voorzieningen, tot de meest vooraanstaande landen ter we reld moet worden gerekend en ik zou graag zien dat dat zo blijft. Armoede, absolute ar moede in de zin, dat moeder niet weet of ze morgen nog wel iets te eten zal hebben voor haar kinderen en die ik in mijn jeugd in mijn omgeving heb ge kend, bestaat in dit land niet meer, terwijl er in de rest van de wereld van vijf miljard (5.000.000.000) inwoners er minstens vier miljard zijn, die er materieel minder aan toe zijn dan mensen, die hier van een uitkering moeten leven. Relatie ve armoede in de zin, dat er altijd mensen zullen zijn, die het minder hebben dan hun be ter bedeelde buurman, zal wel steeds blijven bestaan. Dat is nu eenmaal inherent aan elke samenleving. Zelfs het utopia van het socialisme heeft in ze ventig jaren geen beter resul taat te zien gegeven. Integen deel, zijn faillissement toont het aan. VERBINDING Zo'n zesduizend maal heb ik de Wirdumerpoortsbrug gepas seerd. In de verste verte heb ik toen niet kunnen bevroeden, dat zij nog eens aanleiding zou zijn tot een ontboezeming als de bovenstaande. Zij was toen, evenals nu, een noodzakelijke verbinding voor het dagelijks verkeer, maar zij is nu ook, in overdrachtelijke zin, de verbin ding geweest tussen de ge- dachtensprongen, die ik in dit opstel heb. gemaakt. Den Haag Mr. J. S. Bijl I "Zo'n zesduizend maal heb ik de Wirdumerpoortsbrug gepasseerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1990 | | pagina 5