REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR
DE LEEUWARDER POLITIE RAPPORTEERT
ELKE KEER ALS IK 'T KRANTSJE KRIJG
GROTE TRAGEDIE
T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 15
adviesbureau voor reklame en publiciteit
jozef israëlsstraat 6-10 058-124984
wmmmmm
Kennisgegeven van de vermissing van een hond (rekel)
doorG. B. Deibei wonende Langemarktstraat.
Kennisgegeven door Wiebe Jongma, wonende Wijlaar-
derburen, dat hij eene koe uit nood heeft geslacht. De
keurmeester Bijlsma heeft het vleesch goedgekeurd.
Door den pontvaarder Ketelaar, wonende Nieuweburen,
diverse ijzerwaren gedeponeerd, door hem uit de gracht
achter de Prinsentuin opgevischt.
Geestman, koekbakker, wonende Tuinen, klaagt, dat Wie
be Zoethout, wonende Driekramersteeg, een glasruit bij
hem heeft ingeworpen.
Aan de wacht gebracht Hendrik Sybrens de Jong, oud 33
jaren, geboren te Nijehaske, gedomiliceerd te Heeren
veen, schippersknecht, die in beschonken toestand bij
verschillende particulieren en bij de Winkel van Sinkel om
een aalmoes vroeg, voorgeevende de broeder te zijn van
den hardrijder Bruinsrria, op wiens stoomboot hij werk
zaam is.
Polak, koopman, wonende Noorderweg, klaagt, dat hij
gedurende Vrijdags aan de veemarkt gemolesteerd wordt
en in zijn handel benadeeld door Mozes de Groot, slager,
wonende Breedstraat, Piet van der Zee, slager, wonende
Blokhuissteeg en Cornelis van der Zee, slager, wonende
Grote Hoogstraat.
Kennisgegeven door den timmerman en aannemer A.
Bakker, wonende Potmargewal, dat hij uit een door hem
gebouwd wordende woning achter de Achter de Hoven
(Hendriksbuurt), sedert eenige dagen planken en juffers
vermistte en hedenmorgen door zijn knechten is opge
merkt, dat de mede Achter de Hoven wonende metselaar
Jochum Z. twee banken in zijn bezit had, waarvan het hout
hoogstwaarschijnlijk het gestolene was. De Politiedienaar
Brantsma brengt daarna aan de wacht Jochum Z., oud 45
jaren, geboren en wonende alhier Achter de Hoven, die ten
onderzoek der zaak voorlopig in arrest is gesteld. Tevens
•j worden de banken en juffers aan de wacht gedeponeerd.
De politiedienaar Terpstra rapporteert, dat Klaas van der
Veen, wonende Groeneweg, bij de Herberg van De Roos
een geweer heeft afgeschoten. Bij onderzoek is gebleken,
dat het vuurwapen met los kruit was geladen, dat nog ge
diend moet hebben bij gelegenheid van Oudejaarsnacht,
toen genoemde Van der Veen ten huize zijns broeders op
Schilkampen was, en hij het ter voorkoming van ongeluk
ken, even buiten de stad heeft afgeschoten.
Om zeven uur vervoegt zich aan het bureau Geertje
Schoonebeek, weduwe van den nu onlangs overleden H.
S. J. wonende Werkmanslust, van beroep strijkster. Zij ver
zoekt de hulp der politie, omdat eenige familieleden, waar
onder Hendrik Panhuis, wonende Blokhuissteeg en Foppe
Veld, wonende Blokhuissteeg, in hare woning op zeer
brutale wijze te werk gaan en als erfgenamen onmiddellijke
verdeeling der inboedel en voorlezing van testament
eischen. Heimig en Hoog hebben de rust ten haren her
steld en zijn de erfgenamen tevreden gesteld door hen na
voorlezing van het testament de bezitting der overledene
mee te geven en verder naar een rechtsgeleerde verwe
zen.
Nachtverblijf bij de Weduwe Stokker in de Boterhoek
verleend aan Hendrik Adema, oud 18 jaren, geboren te
Franeker, gedomiliceerd te Bolsward, wiens ouders met
een woonschip te Nieuw Amsterdam liggen. Hij heeft zich
te Bolsward voorde Nationale Militie moeten vervoegen en
is vandaar naar Leeuwarden gezonden, terwijl hij nu geen
geld heeft om weer bij zijn ouders te komen. Deze jongen
wordt morgenochtend vrije overtocht naar Heerenveen
verleend.
Op klacht van de minderjarige Elske de Wit, oud een en
twintig jaren, thuisbehorende te Groningen, minnares van
de gepasporteerde soldaat Germen S„ oud drie en twintig
jaren, mede te Groningen thuisbehorende met wien zij op
verschillende plaatsen de familie bezocht heeft, haar thans
alhier, na veel geld verteerd te hebben, verstoten en
hulpbehoevend heeft achtergelaten, is zij op last van den
Heer Commissaris van Politie naar Groningen getranspor
teerd om in de ouderlijke woning te worden teruggebracht.
Genoemde Germen S., in een publiek huis alhier opge
spoord, een allergemeenst sujet, die in drie vier maan
den, een vrij aanzienlijke erfenis heeft doorgebracht, ver
klaart met zijn meisje niets meer te maken te willen
hebben.
(1886)
i
Elke keer als ik 't Kleine
Krantsje krijg, beginnen m'n
jeugdjaren weerte herleven.
We woonden vroeger in de
Diepenbrockstraat, waar je toen
nog kon kijken zover het oog
reikte.
De Kraamkliniek, het tennis
park, waar we in het weiland
ernaast hoopten een bal te vin
den en waar we met open
mond stonden te kijken naar de
voor ons toen andere wereld.
De Bontekoe, die ik als kind al
als een "afgedankte" speeltuin
beschouwde, waar alle fleur uit
verdwenen was.
Het vliegveld, waar je vlak na
de oorlog hulsen kon vinden
om er een riem van te maken.
Verboden waar bij ons thuis,
maar voor mijn broer toch
waard om het te proberen, on
danks de ruzies die volgden.
Het polsspringen en het onver
mijdelijke natte pak dat er op
volgde, het leek of m'n moeder
de tobbe altijd klaar had staan.
Sonnenborgh, waar de wind-
honderennen waren en het
voetballen, waar we in piekten
en dan onder de tribunes hoop
ten een dubbeltje te vinden en
waar we met onderdrukt gegie
chel naar de dikke vrouwenbil-
len keken, die binnen handbe
reik waren. En daarna zelf
sjotten, ik leek wel een jongen
mee.
De keer dat het vreselijk on
weerde, en dat er in een boer
derij vlakbij het Bonifatiuszie-
kenhuis aan de Troelstraweg
de bliksem insloeg, 'k Heb
daarna nog maar één keer zo'n
vreemde kleur hemel gezien
met een onweer, geel-oranje,
angstig en toch prachtig.
En dan de kleuterschool in de
Butterhoek waar we op de
bankjes klommen om dan naar
de debiele kinderen te kijken,
die in een gebouwtje er tegen
over zaten.
Veel maakte indruk, zoals een
dronken man, die tussen twee
agenten werd weggebracht. En
een die van de D.U.W. over de
Troelstraweg naar huis hinkte
op krukken, ook schoof hij zich
soms voort op z'n zitvlak; of
was dat een ander? De aanleg
van de Rotonde op de Harlin-
gerstraatweg. Daar stond een
huisje dat er aan moest gelo
ven omdat er een nieuwe weg
werd aangelegd. De mensen
werden er tegen hun zin uitge
zet. Ik vergeet nooit het beeld,
dat ze buiten boven op hun
spullen zaten te zingen. Het
maakte me triest en bijna aan
het huilen.
Onvergetelijk was ook het vuur
werk op de ijsbaan aan de
Bleekerstraat. Als je eraan
kwam lopen keek je met kin
derogen naar die hele grote
deuren, die je aan het begin al
zag.
Ik geloof dat het vuurwerk met
de troonsopvolging de meeste
indruk op me heeft gemaakt.
Tot slot een herinnering aan de
viswinkel van m'n oom in de
Slotmakersstraat, waar het leek
of de tijd had stilgestaan, en
waar de verhalen allemaal le
ken te gaan over de joden, net
of ze er nog waren.
De palingrokerij van m'n opa
die op de Pottebakkersplaats
zat, een zijsteegje van de Nieu
weburen. De poken met hun
koperen knoppen waar de pa
lingen aan hingen, hangen nu
naast mijn open haard.
Zo blijft opa, met: z'n "Dou lust
seker wel sun lekker kuutsje?"
nog bij mij voortleven.
Met vriendelijke groeten en met
dank voor al die heerlijke uur
tjes met het Kleine (Grote)
Krantsje.
'k Ben zelf geen abonnee van
K.K. maar krijg hem steeds van
de ouders van m'n vriendin.
Geldrop
G. E. T. de Goede-de Bruin
Het aantal lezers, dat erg
van 't Kleine Krantsje geniet
zonder ook maar voor een
halve cent bij te dragen aan
het voortbestaan ervan,
moet in de duizenden lopen.
Red.'t KI. Kr.
Het was op de Tweede Pink
sterdag van het jaar 1938, dat
er zich in de Gymnasiumstraat
in Huizum een drama voltrok,
dat aan drie mensen het leven
kostte. Een zekere Van der
Veen, die nog niet lang daar
voor was ontslagen uit de
Leeuwarder strafgevangenis,
nam bloedig wraak op de
vrouw, die tijdens zijn detentie
met een ander was getrouwd,
een man, die Piet Hendriks
heette.
Terwijl deze twee rustig door
de Gymnasiumstraat wandel
den, op weg naar familie in de
Ruysdaelstraat, kwam Van der
Veen er aanfietsen, zette zijn
rijwiel tegen een hek en richtte
vervolgens een revolver op de
nog niets vermoedende wande
laars.
"Moet dat nu zo?" vroeg een
voorbijganger in de echo van
het eerste schot.
"Jazeker", antwoordde de
moordenaar, "dit moet gebeu
ren".
En daarna volvoerde hij zijn
goed uitgekiende plan. Hij
bracht zowel zijn vroegere
vrouw als haar nieuwe echtge
noot dodelijke verwondingen
toe en sloeg toen in alle rust de
hand aan zichzelf.
Nooit eerder was Leeuwarden
getuige geweest van een zo
grote criminele tragedie als nu
op deze snikhete Pinksterdag.