VACUA ILIEOVACDIA doorFenno Schoustra 'T KLEINE KEAHTSJE Een afscheid Groeneweg Dirk Steenbergen VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Maandag 2 november wordt een bekende stadgenoot, de heer Gerben Bonnema, twee en zeventig jaar. Ik zou aan die verjaardag, net zoals aan de een en zeventig voorgaande, geen bijzondere aandacht heb ben geschonken, wanneer ze niet zou samenvallen met het memorabele feit van zijn officië le afscheid van de horeca. Germ Bonnema, de vroegere directeur van het Oranjehotel, vindt het nu tijd worden op zijn lauweren te gaan rusten - na z'n hele leven het horecawezen te hebben gediend houdt hij er mee op. Zijn vertrek betekent meer dan het afscheid van zomaar een horecaman. De heer Bonnema konden we zien als de laatste vertegenwoordiger van het ou derwetse type hotelier in de beste betekenis van het woord. Als een echte gastheer, die zijn klanten met een bijzondere charme en een bijzondere aan dacht ontving; welbespraakt en altijd met veel "mooie" verha len. De zeer gewaardeerde persoonlijke benadering, die hem eigen was en waarmee hij veler genegenheid verwierf, zullen nog lang in de herinne ring blijven. De heer Bonnema, wiens vader in Workum het hotel De Wijn berg exploiteerde en die daar zelf, samen met zijn broer Henk, ook de scepter heeft ge zwaaid, kwam na de oorlog naar Leeuwarden om het volle dig ingeslapen Oranjehotel nieuw leven in te blazen. Tientallen jaren was bij dit vooraanstaande Leeuwarder bedrijf de centrale figuur, tot hij de directeursfunctie overdroeg aan een van zijn zoons. Hij bleef echter nauw betrokken bij het familiebedrijf, ook nadat dit was overgenomen door de Bilderberggroep. Aan die periode zal dan nu een einde komen: het Oranjehotel is Gerben Bonnema niet meer. En wanneer hij er al nog eens wordt gesignaleerd, dan zal hij daar niet meer als gastheer zijn, maar als gast. Dat zal, dacht ik, dan wel even moeten wennen. Er wordt op dit moment hard gewerkt aan "het reconstrue ren" van de Groeneweg. Nog niet zo lang geleden besloot de Leeuwarder gemeenteraad deze brede verbindingsweg tussen de Westerplantage en het Schoenmakersperk "veili ger en aantrekkelijker" te ma ken. Het asfaltgedeelte wordt versmald en het gemotoriseer de verkeer wordt van het fiets- verkeer gescheiden. Ook zullen er parkeerplaatsen worden aangelegd. De veranderingen komen er, kort gezegd, op neer dat de Groeneweg, althans het rijge- deelte, aanzienlijk wordt ver smald. Men vond deze weg in de oude binnenstad veel en veel te breed. Deze, niet zo opzienbarende, visie deed mij terugdenken aan de tijd toen de noordelijke ge- velwand van de Groeneweg werd geamouveerd en er een nieuwe, kolossaal brede straat werd aangelegd. In ieder geval één van de leden van de ge meenteraad vond dat blijkbaar al te gek en ik weet nog, dat hij het gemeentebestuur de schrif telijke vraag stelde of het de bedoeling was hier in de toe komst vliegtuigen te laten lan den. In zijn ogen had de nieu we Groeneweg meer weg van een landingsbaan, dan van een autoweg. Burgemeester en wethouders, waarschijnlijk ietwat in hun wiek geschoten, reageerden op de vraag van het raadslid heel koel en zakelijk met het ant woord: "Dit is niet de bedoe ling". Wie het vragenstellende raads lid is geweest herinner ik me niet meer, maar wie weet leeft hij nog en zal hij op zijn beurt gnuivend op de nieuwe ontwik kelingen reageren Mogelijk was het ook dit raads lid, dat, ongeveer in diezelfde tijd, ernstige bezwaren maakte tegen de in zijn ogen veel en veel te brede Prins Hendrik- brug, die ontstond, toen men plannen maakte de Prins Hen drikstraat aanzienlijk te verbre den. Alles goed en wel, zei toen deze goede man, maar moet die nieuwe brug nu werkelijk zo'n enorme breedte krijgen? Ook die vraag werd natuurlijk niet relevant genoemd. Maar intussen zijn de plannen voor een bredere Prins Hendrik straat de mist ingegaan en nu peinst men zich het hoofd suf over de manier waarop men de brede Prins Hendrikbrug min der breed kan laten lijken, dat ze in werkelijkheid is Als was het gister of eergister, nóg zie ik hem'na een korte dribbel door de vijandelijke verdediging verwoestend uitha len en de bal tegen de touwen jagen. En nu wordt hij, hoe is het mogelijk, al negentig jaar! Over wie ik het heb? Over het vroegere "kanon" van de voet balvereniging Leeuwarden, Dirk Steenbergen, een zeer populai re figuur in z'n jonge jaren, die heel Friesland als "Steentje" heeft gekend. Op de zevende november zal hij die respectabele leeftijd be reiken en wie het niet weet, ge looft het niet: Dirk Steenbergen is nog altijd onvoorstelbaar vi taal en glashelder van geest. Alleen z'n beide heupen zijn al eens in revisie geweest en het lopen gaat nogal wat minder dan in z'n voetbaltijd. Maar overigens mankeert er ogenschijnlijk nog helemaal niets aan deze markante, ge drongen figuur, die eens de schrik van tal van voetbalverde digers was. De heer Steenbergen ging op z'n achttiende vanuit zijn ge boorteplaats Deventer als siga renmaker naar Leeuwarden en voor zijn toen al veelbelovende voetbalcarrière was dat niet eens zo goed. "Het peil van het voetballen stond toen in het oosten hoger dan in het noor den en ik was daar zeker bij Go Ahead terechtgekomen met goede kansen op een verdere ontplooiing. En de voetbalvere niging Leeuwarden wou me eerst niet eens hebben, want die hadden al een linkshalf en op die plaats speelde ik aan vankelijk". Maar goed, hij werd tenslotte toch aangenomen bij Leeuwar den, dat toen nog in de onder bond uitkwam. En hij begon ook hier als linkshalf. Maar na een paar snelle dribbels door de verdediging van de tegen partij had het prominente be stuurslid Floris Tiemersma het al bekeken. "Ik hét al sien" zei hij, "dou must mar oppe mid- voor". En zo is het eigenlijk altijd ge bleven, al speelde Steentje ook nog wel eens op een binnen plaats. Maar als middenvoor oogstte hij zijn grootste succes sen en toonde hij zich zeer pro ductief. Daarbij had hij, wat wij als jongens zeiden, een "oer- hard schot". Met eigen ogen heb ik eens gezien, dat hij een als doelpaal dienend corner paaltje in drieën schoot - je houdt het niet voor mogelijk, maar hij knalde het middenstuk er zo tussenuit. Nu zei hij mij nogal beschei den: "Och ja, ik had misschien wel een hard schot, maar het was meer het onverwachte bij mij. Als een verdediger ver wachtte, dat ik nog wel een of twee passen zou doen, schoot ik al. En zo'n onverwacht schot lijkt altijd hard." Zo'n vijftien jaar heeft Steentje in het eerste elftal van Leeu warden gespeeld en hij heeft dus ook de hele opmars van Leeuwarden van de onderbond naar de eerste klasse meege maakt. Na zijn actieve voetballoopbaan exploiteerde hij een sigaren zaak, eerst in de Korfmakers- straat, later aan Achter de Ho ven en tenslotte in de Kleine Kerkstraat en was hij ook nog vele jaren trainer. Niet alleen zijn eigen vereniging, maar ook L.S.C., F.V.C. en Frisia hebben van zijn capaciteiten geprofi teerd. Nu volgt hij het voetballen nog zeer geïnteresseerd via de krant en de t.v. en het eerste wat me opviel, toen ik hem een dezer dagen thuis opzocht, was "De Klomp", het clubblad van Cambuur-Leeuwarden binnen handbereik naast z'n fauteuil. Het lag nog boven op 't nieuw ste Kleine Krantsje, dus dan weten we het wel. Wat Dirk Steenbergen overi gens vindt van het voetballen van nu? "Tja daar kan ik nou wel wat van zeggen, maar dan vinden ze je natuurlijk al gauw ouwerwets. Maar 't is vooral veel te gemeen, zoals dat van achteren aanvallen bij voorbeeld. Er waren in mijn tijd ook wel overtredingen, maar dat aan het shirt trekken, om maar wat te noemen, nou, ik kan me niet herinneren, dat dat toen gebeurde. Je ziet soms hele worstelpartijen. Maar ge lukkig gaan ze daar nou wat aan doen Dirk Steenbergen, geadoreerde voetbalcrack van weleer, nu al vast van harte en voor de toe komst nog vele gezonde jaren toegewenst! De jonge Dirk Steenbergen, rechts vooraan, op een stokoude foto van het eerste elftal van Leeuwar den. Ook op deze kiek onder andere De Groot, Nijdam, Kretschman, Hanke Visser, Floris Tiemers ma, Rinsma, Van der Beek, de broers Anton en Tsjellie Del Grosso en twee Schaafsma's. De kaalhoofdige heer achter de bokaal is de welbekende Sannes.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1990 | | pagina 7