LEEUWARDEN:
ZO WAS HET,
ZO WERD HET
'T KLEINE KEANTSJE
Jelle Foppema
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 9
Tot nu toe hebben we in deze rubriek "Leeuwarden: zo was het, zo werd
het" foto's vergeleken met zo'n tachtig, negentig jaar terug. Dat er veel is
veranderd, moge blijken uit de oude en nieuwe opnamen.
Toch behoeven we niet in het historische archief te zoeken naar verande
ringen in onze stad....
Zo'n twaalf jaar geleden, namelijk op de vijfde mei 1978, heb ik het genoe
gen gehad om vanaf het Giro-gebouw (nu Postbank) aan de Tesselschade-
straat, een overzicht-foto te mogen maken van de toenmalige bebouwing
tussen de Willemskade zuidzijde en het spooremplacement.
Nu er in de laatste jaren zóveel is veranderd op dat stukje grond, leek het
me interessant om, na slechts twaalf jaar, vanaf hetzelfde standpunt, we
derom een panoramisch beeld te maken van de huidige toestand. Op 13
september mocht ik weer naar het topje van het acht en vijftig meter hoge
kantoorgebouw en zie hier het resultaat.
Qp de oude foto zien we linksonder nog de oude onder- en bovenwonin
gen, die plaats moesten maken voor de uitbreiding van de FBTO. Er bleef
nog een klein stukje grond over en daar wordt nu een hoge kantoren-toren
gebouwd. De vroegere veemarkt (in de zestiger jaren afgebroken) op de
oude foto nog parkeerterrein, is vervangen door het grootste gebouw van
Leeuwarden, de Aegon. Naast deze gigant werden ook de oude loodsen
van Van Gend Loos afgebroken en werd er ruimte gemaakt voor het
comfortabele en moderne busstation. Alleen het oude busstation staat nog
als symbool van de vroegere situatie te wachten op de slopershamer en is,
wanneer u dit leest, al met de grond gelijk gemaakt. Beide overzichten zijn
combinaties van twee foto's die aan elkaar zijn geplakt, opdat een en ander
zo goed mogelijk is te vergelijken. Van Willemskade tot aan de spoorrails
staat letterlijk geen steen meer op de andere sinds 1978.
Natuurlijk: alles kan nu eenmaal niet bij het oude blijven en we moeten wel
noodgedwongen met de tijd meegaan. Maar deze rigoreuze metamorfose
van dit stukje Leeuwarden geeft wel aan dat we in een turbulente en
explosieve tijd leven
Eens bekende Leeuwarders,
echte stadstypen, nu al lang
overleden, waarvan de herinne
ring nog steeds voortleeft in
straatnamen. Hebt u daar ooit
van gehoord?
Een van onze abonnees, zelf
wonend in Amsterdam, had dat
wel: zij kwam ooit bij de redac
tie van 't Kleine Krantsje op be
zoek om er haar bevreemding
over uit te spreken, dat er in
onze stad wel twee straten
naar minder bekende stadsty
pen zijn genoemd, maar dat dit
niet is gebeurd met betrekking
tot talloze andere, veel beken
dere typen uit het oude Leeu
warden.
Toen wij haar, niet weinig ver
baasd, vroegen welke straten
dan wel naar typen zijn ver
noemd, antwoordde zij: "Het
Mariahof" en de "De Merode-
straat". Het Mariahof dankte
die naam, aldus deze abonnee,
aan de ooit alom bekende Hei
lige Marie, die hier een leven
lang vlak bij heeft gewoond en
de De Merodestraat was ver
noemd naar de evenzeer be
kende heer De Merode, die de
oude Leeuwarders meestal
Hoempa noemden.
Wij moeten, na de verrassende
mededelingen van deze abon
nee, wel heel verbaasd geke
ken hebben, want van een ver
noeming van de door haar
bedoelde stadgenoten is na
tuurlijk geen sprake geweest.
Het Mariahof bij het Oldegali-
leën is in werkelijkheid ge
noemd naar Maria" Franciska
Fellinga, de echtgenote van
een notaris Ottema, die het ter
rein, waarop het hofje werd
aangelegd, in 1914 aan de ge
meente schonk.
En de De Merodestraat, langs
de spoorlijn naar Groningen,
dankt die naam aan een me
neer Bernart de Merode, die in
1581 als plaatsbekleder van de
Prins van Oranje het stadhou
derschap van Friesland aan
vaardde.
Maria Fellinga en Bernart de
Merode waren dus bepaald an
dere figuren dan de overigens
door ons niet te vergeten Heili
ge Marie en Hoempa.
Heilige Marie heette in werke
lijkheid Marie Rondema. Zij
ging altijd in spierwitte gewa
den gehuld en zij was boven
dien niet zuinig in het gebruik
van sneeuwwitte gezichtspoe
der. Zeer waardig schreed zij
voort, meestal op weg naar de
Bonifatiuskerk aan de Voor
streek en vandaar terug naar
haar huis aan het Oldegalileën.
En Hoempa, die in werkelijk
heid Adrianus de Merode heet
te, was een soort Nikkelen Ne-
lis, die muziekmakend door de
Leeuwarder straten trok. Hij
droeg een grote trom op de rug
en hij had verschillende bellen
aan de benen en sloeg met
krachtige hand bekkens op el
kaar.
Veel Leeuwarders, zullen, jaren
later, nog wel eens aan hem
hebben gedacht, toen de caba
retier Wim Sonneveld op de
planken kwam met z'n creatie
van Frater Venantius. Alleen
hebben we onze Hoempa nooit
zo mooi horen zingen.