NIEUWESTAD IDEAAL VOOR DEJEUGD HET TWEEDE VLIEGTUIG TEGEN DE BONIFATIUS 'TKLEIHE KRANTSJE VROEGER. VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 De Nieuwestad en de omge ving ervan waren in vroeger ja ren ideaal voor de jeugd. In de Weerd kon men doelsjotten in een gioppe zonder gevaar voor de ramen. Als er geen politie in de buurt was kon je voetballen op het Raadhuisplein, eventu eel op wat we noemden het "Zaailand" waar we ook de ruimte hadden om te kaatsen. Verlosspelletjes waren mogelijk om de koninginneboom voor het stadhuis. Verder woonde op het Raadhuisplein de heer Posthuma, een broer van de bekende minister tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij was agent van de N.S.spoorwegen en verkocht trein-perron- en fietskaartjes. Als we goede rap portcijfers hadden kregen we van hem soms een dubbeltje waarvoor we een "congolaise" of een Mekka reep konden ko pen bij Ypes in de Weerd, ook wel eens een kwartje als begin kapitaal voor het kopen van een voetbal. KNIKKEREN Overal was wel een goot of ruimte om te "bakkeren" of te knikkeren. Hardstenen stoepen waren er om te tollen of te "klo ven" - met de punt van een bovenhands geworpen draaien de tol een andere tol uit een met krijt getrokken cirkel weg pikken of "kloven". Op de Lange Pijp konden we "padsje lopen" over de stervormig lig gende paden tussen de "bal stienen". Ik heb nog een grote aktiefoto, tijdens een schaatswedstrijd genomen vanaf de Lange Pijp, waarop niet alleen de telefoon mast nog in zijn volle lengte staat maar waarop ook een grote stapel stenen ligt, reiken de haast tot de luifel van de Oude Waag en bestemd voor de aan te leggen sierbestrating op de Lange Pijp. Vóór die sta pel beschermd werd door een hekwerk met puntdraad waren er al honderden zo niet duizend stenen in de gracht gegooid of meegenomen voor eigen tuin- ofbleekpaadjes. GLIJBANEN Langs de hellingen van de pij pen konden we (gevaarlijke) glijbanen maken. Onder de lui fel van de Waag stond 'skere- sliep' Jansen, op 't Waagplein stonden Slof of Ferwerda met schepijs en later ook de ijsco karren van de gezamenlijke banketbakkers en daarna ook van de Ijsbeer. Bij het Waag plein stond het beroemde klok je voor het maken van af spraakjes. Hardstenen paaltjes waren er om over heen te springen. Tijdens de kermis stond er de grote houten schouwburgtent voor het geven van volkstoneel. Markt was er voor tuinzaden en pootgoed en tuingereedschap. In de gracht lagen op donder dagavond en vrijdag beurt scheepjes waaronder nog een heuse trekschuit met motor. Een gedeelte van de Nieuwe stad aan de westkant van de Lange Pijp heette de Vlees markt, waar (Lekkumer?) sla gers vlees verkochten in kraampjes die opgeborgen wer den in de kelders van boekhan delaar Bemdes op de hoek van de Bagijnesteeg of bij glas- en verfhandel Vossenberg. Op het platform in het midden van de Lange Pijp speelde za terdagsavonds soms het Stede lijk Orkest of de stafmuziek van het 9de Infanterie Regiment, bij slecht weer gebeurde dat onder de overkapping van het terras van de Grote Sociëteit, waar ook de postzegelmarkt was. Als de stafmuziek van het regiment - meestal op vrijdag - door de stad marcheerde hadden de dienstbodes nog al eens het idee om de koperen huisbel of brievenbus te poetsen, de stoep te schrobben of de ra men te zemen. Op de Langepijp speelde zaterdags soms het Stedelijk Orkest. De groenteboer Dames (of Jor- na?) kwam met zijn bootje en zette zijn korfjes met groente en aardewerk kruikjes met aardbeien of bessen op de wal kant vóór de melksalon van Kimp. Behalve zo nu en dan een dronken man gaf de pantoffel parade op zondagmiddag weer andere afleiding. Hoeden, voor al strohoeden van mannen en jongens, waaiden soms in de gracht, er waren wel eens hon den die in het water vielen en katten die in de uitmonding van een riool zaten. Hoe kwamen ze daar? Voor het opvissen van hoeden en petten hadden we een stok klaarliggen met daaraan een haakje, vroeger gebruikt om gaslampen aan te steken. Voor het redden van een hond of kat was er altijd wel iemand te vin den, die in zijn volle lengte op de wal ging liggen, de benen vastgehouden door een ander om zo te proberen - al of niet met een touw of sjaal - het dier omhoog te krijgen. Bergen Dal. J. I. Kuhlmann Azn. De vorige maal hebben wij in 't Kleine Krantsje geschreven over het krasse verhaal van een stadgenoot, die ons vertelde omstreeks negentienzevenenveertig in een KLM vliegtuig te hebben gezeten, dat vlak voor de landing op het Leeuwarder vliegveld met de Bonifatiustoren in aanvaring was gekomen. De vleugel van het toestel zou daarbij licht zijn beschadigd en de botsing had plaatsgevonden in de zomer, in augustus om precies te zijn. Dit zou dus duidelijk een ander spectaculair geval zijn geweest, dan de eerder in onze krant be schreven aanvaring van een KLM vliegtuig, dat bij de bot sing met de Bonifatiustoren zwaar beschadigd werd en dat een noodlanding had moeten maken bij de Boxumerdam. Dit incident, waarvan wij nog on langs een foto publiceerden, heeft in negentienzevenenveer tig op de zevenentwintigste de cember plaatsgehad. Er zou dus niet eenmaal, maar tweemaal een KLM vliegtuig met de Bonifatiustoren in aan raking zijn geweest, beide aan- En onder de Oude Waag stond Jansen, "deskeresliep" varingen moeten op een zater dag hebben plaatsgevonden en beide malen betrof het een vliegtuig, dat uit Amsterdam kwam en dat op het punt stond hierte landen. Aan het verhaal van de nood landing behoeven we niet te twijfelen. Dat heeft in de krant van die dagen gestaan en daarvan hebben wij de gevol gen met eigen ogen mogen aanschouwen - het gelande en zwaar gehavende vliegtuig bij de Boxumerdam en delen van de vernielde torenspits en de len van de geraakte vleugel op het plein voor de Bonifatiusto ren. Maar voor het andere verhaal kon onze zegsman, de vroeger te Amsterdam en nu te Leeu warden wonende heer M. R. Smit, helaas geen bewijzen aandragen. Hij wist zich de exacte datum van de vlucht niet te herinneren en hij kon ook verder niets ter tafel bren gen, waaruit de waarheid van zijn mededelingen duidelijk bleek. Een reactie op ons vorige arti kel van een van onze abon nees lijkt evenwel de bewerin gen van de heer Smit te bevestigen, al blijven we toch nog wel met vraagtekens wor stelen. Mevrouw T. van Beusekom- Sierksma te Baarn schreef ons na het lezen van ons laatste verhaal letterlijk het volgende: "Ook ik weet zeker, dat er een vliegtuig met de toren in aanva ring kwam, doch dat dat maar heel licht beschadigd werd. Ik vloog zelf de volgende dag van Amsterdam naar Leeuwarden en ik kan me nog herinneren, dat de familie in angst zat, dat het mij ook zou overkomen, ook al was het maar een heel lichte aanvaring geweest. He laas weet ik de maand niet meer exact, maar in ieder geval was het niet in de winter. Dat de heer Smit, zoals hij zei, met een bus van het vliegveld naar de stad werd gebracht, was heel normaal destijds, dat ge beurde altijd". Tot zover de verrassende reac tie van mevrouw Van Beuse- kom, waarvan wij het volgende zouden willen zeggen. Wan neer haar familie in angst heeft gezeten, moet zij dus op de hoogte zijn geweest van de aanvaring van de vorige dag. Dat kan, dachten we, dan al leen het gevolg zijn geweest van een krantenbericht over deze botsing. Maar zo'n bericht heeft er, voor zover wij weten, in geen enkele krant gestaan. Verder hebben wij, tot onze spijt, ook geen enkele reactie gehad, die aansluit bij de me dedelingen van mevrouw Van Beusekom en van de heer Smit. We moeten dus vrezen, dat deze zeker interessante zaak niet meer bevredigend is op te helderen. Of zijn er toch nog lezers, die hier iets van weten? Dan graag een bericht je naar de redactie: telefoon 058 - 120302 of Vredeman de Vriesstraat 1, 8921 BP Leeu warden.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1991 | | pagina 7