VAIR IIA LECVARDIA door Fenno Sahousf ra 'T KLEINE KEANTSJE Huisnamen Slagzinnen Aardigheidje Tekens-van-toen VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Ik heb er geen idee van wie de bewoner is van het pand num mer 14 aan de Goudenregen straat. Maar ik weet wel, dat die daar naar volle tevreden heid zit. Dat staat er immers, in echt en onvervalst Leewaddes, op de gevel: "Krek wak wou". Zo zijn er meer huizen in de stad, waarvan de bewoners kenbaar maken, dat zij er erg happy mee zijn. Op de Noor dersingel heet het huis nummer 46 'n Daalders Plekje", op de Troelstraweg draagt het pand nummer 164, een van de oud ste huizen hier, de naam "Wel tevreden", op Tylkendam vond ik, bij nummer 25, een bord met de tekst: "Sa is 't better" en aan het Van Miereveltplant- soen heet het pand op de hoek van de Gerard Terborghstraat "Domiculum Omnis Gaudum" wat zo ongeveer betekent "Huis vol vreugde". Bepaald vermakelijk is de naam van een huis in de Jacob Binckesstraat. Dat heet "De Lollege Hoek". Daar staat in feite dus, dat dit een hoek is zonder lol: een lol-lege hoek. Maar ik moet aannemen, dat juist het tegendeel wordt be doeld Tenslotte ontdekte is aan de Goutumerdyk bij het pand num mer twee een naambordje, dat niet zo helder meer was en waarvan ik in eerste instantie veronderstelde, dat de tekst er van de onthutsende medede ling droeg van "Bij 't afval". Een nadere beschouwing, op een kleinere afstand van het bord, leerde me evenwel, dat er stond "Bij tafal" - de naam gevers zullen dus wel toevallig op dit punt in de stad zijn be land. Onlangs heb ik het even gehad over kernachtige slagzinnen, waarmee in vroeger jaren som mige middenstanders in Leeu warden de bijzondere aandacht trokken van het publiek. Heel bekende kreten waren: "Wanda bezocht koopjes ge kocht" "Bij Speijer is altijd wat!" 't Is wéér Kuipers!" "In Leeuwarden luidt het de vies: voor foto's naar Simon de Vries" "Span Span ervoor" en "Een Leewadder gaat foor skünen naar Steeman oppe Tü- nen". Als reactie op dat verhaaltje vertelde de heer Leo Copini van de brillenzaak aan de Nieuwestad mij, dat zijn vader, Jac. Copini, voor zijn horloge zaak aan de Prins Hendrik straat als slagzin gebruikte: "Al gemeen is deze opinie: een goed uurwerk komt van Jac. Copini" Zoon Leo zelf paste deze tekst later voor zijn zaak aan en hij maakte er van: "Algemeen is de opinie: de beste bril komt van Copini" De heer Jan F. Popma te Gie- kerk herinnerde mij aan een slagzin, die zijn ouders wel ge bruikten voor hun manufactu renzaak aan de De Ruyterweg: 'Tegen deze koopjesregen kan niemand tegen". En dan was er in vroeger jaren natuurlijk nóg een slagzin, die iedereen heeft gekend: "Wim Houwen geeft waarborg en ver trouwen!" Wim Houwen, eerst in de Nieuwe Oosterstraat en later aan de Wirdumerdijk, was een man, die heel veel adver teerde en zijn bijzondere aan beveling konden we dan ook voortdurend in kranten en tijd schriften tegenkomen. Wat je geen slagzin kon noe men, maar wel als een heel op vallende kreet moest beschou wen was de openingsregel "Degene die normaal denkt koopt heden.die het Siga renmagazijn "De City" van de Tuinen in zijn advertenties placht te gebruiken. "Degene die normaal denkt koopt heden Echte Goudron Tabakspijpen van fl. 3,50 voor fl. 1,10 en Eer ste soort kromme pijpen voor 37 cent". "Degene die normaal denkt koop heden Echte Miss Blanchepijpen van fl. 1,50 voor 62 cent, echte Oliekoppen van fl. 3,50 voor 95 cent en Rundle deren Sigarenkokers voor 27 cent" "Degene die normaal denkt.enzovoort" Kijk ik naar de naam van deze sigarenzaak en let ik op het adres, Tuinen nummer 7, dan vraag ik me wel af, of de steller van deze advertentie zelf in la ter jaren wel altijd normaal heeft gedacht. In mijn beide vorige "Varia's Leovardia" heb ik een "klein aardigheidje" geïntroduceerd. Ik vroeg de lezers of ze me konden vertellen, waar in onze goede stad twee datumsteen- fles waren te vinden met res pectievelijk de teksten: "De eerste steen gelegd door Jou- wert Bouma 12 mei 1890" en "De eerste steen gelegd door Hubertine Dieuwke Kas 19 Juli 1906". Zowel de eerste als de tweede vraag werd correct beantwoord, maar, maar.er waren toch maar heel weinig lezers, die de steenfles wisten te vinden, of die althans met het juiste ant woord kwamen. De detailkennis van het oude Leeuwarden blijkt over het algemeen toch niet zo groot te zijn. Slechts één abonnee kwam met het goede antwoord op beide vragen en ik begrijp nu ook hoe dat kon. De heer J. van der Zwaag uit de Albert Cuypstraat is door zijn achter grond goed bekend met de vroegere slagerswereld en bei de steentjes hadden daar,en dat was zuiver toeval, mee te maken. De steen van Jouwert Bouma zit in een voormalige slagerij op de hoek van de Speelmans straat en de Kleine Hoogstraat en de steen van Hubertine Kas moeten we ook al zoeken in een voormalige slagerij en wel die welke eens aan de Zuider- grachtswal bij de Eerste Ka- naalbrug heeft gestaan. Behalve de heer Van der Zwaag waren er maar vier abonnees, die ons dit laatste konden vertellen; van die vier won de heer F. J. Akkerboom, Stinzenflora 149, het uitgeloof de prijsje. En het andere prijsje gaat vanzelfsprekend naar de heer Van der Zwaag. Jouwert Bouma, die als kleine jongen dat eerste steentje in de Speelmansstraat heeft gelegd, was een zoontje van Gerko Bouma en Mettje de Graaf. Hij heeft ook bij zijn vader als knecht gewerkt, samen nog met niemand minder dan de la ter zo bekend geworden "eer- pelboer" Klaas Mollema. Later kwam Jouwert in Amerika terecht, maar hij keerde naar hier terug en kwam tenslotte op het kantoor van de Veeartsenij- kundige Dienst. Hubertine Dieuwke Kas van het steentje van 1906 van de Zui- dergrachtswal was een doch tertje van de slager Nicolaas Kas en Ymkje Gerbens. Zij had een broer, Lieuwe Jans Kas, die later dierenarts werd. Hu bertine zelf vertrok in 1924 naar Amsterdam. Vader Nico laas Kas overleed, twee dagen na zijn vijfenvijftigste verjaar dag, in negentieneenendertig. Het is in het begin van de vijfti ger jaren geweest, dat ik Leeu warden pas goed leerde ken nen. Dat wil zeggen, dat ik toen letterlijk doordrong tot in de kleinste hoeken en gaten van onze goeie stad. Tot die tijd was de kennis van mijn geboorteplaats beperkt ge bleven tot de straten, die ieder een wel kent. Maar plotseling ging er een wereld voor me open bij het ontdekken van alle al of niet romantische achteraf- straatjes, die hier toen nog wa ren. Ik ondernam mijn ontdekkings tocht niet alleen, maar deed dat samen met mijn, eveneens erg in Leeuwarden geïnteresseer de, journalistieke collega Henny Keikes. Vaak trokken we sa men op pad, vaak ook gingen we er alleen op uit. En dikwijls gebeurde het, dat we elkaar, na alwéér een nieu we vondst, enthousiast opbel den. 'Bargejagerssteeg' klonk het dan bijvoorbeeld en prompt moest dan Tussen de Nieuwe- buren en Bij de Put' de reactie zijn. Maar lang niet altijd kwam direct het juiste antwoord door de draad. En dan het heerlijke gevoel, dat er door je heen ging, wanneer de ander het antwoord schuldig bleef! Zo kwamen we binnen de kortste keren op de hoogte van het onbekende Leeuwarden en tenslotte was er in de hele stad geen steegje, geen slopje en geen glopje, dat we niet bij naam en toenaam kenden. We speurden door de Regenboog- steeg en de Baarsjessteeg, door de Kromme Elleboogsteeg en Poptasteeg, door de Klok- steeg en de Ketelsteeg, door de Messemakerssteeg en de Molenbuurt; kortom, we kwa men overal. Aan deze onvergetelijke speur tocht denk ik met veel genoe gen terug, nu ik de echte Lee- wadders wil wijzen op wat eenzelfde boeiende bezigheid kan zijn. Dat is een speurtocht naar 'tekens-van-toen', naar vermeldingen op huizen en ge bouwen, die vroeger golden, maar nu niet meer toepasselijk zijn. Wie daarop begint te letten ont dekt er steeds meer: het is werkelijk een hele aardigheid, zeker, nu het mooie voorjaars weer begint te komen en het een genot is door de stad te zwalken. Laat ik, om te beginnen, er een paar noemen - zelf ontdekt u gemakkelijk nog veel andere tekens-van-toen. Midden in de Pijlsteeg vinden we een aardi ge poort, die toegang geeft tot een intieme binnentuin. Wie er doorloopt wordt getroffen door de stilte van een slapende stad. Maar wat staat er boven die poort? Wel, 'De Coöperatie ve Handelsdrukkerij'. Dat is dus echt een teken-van-toen, want de Handelsdrukkerij van 1847 zit alweer veertien jaar in een nieuw gebouw aan de Celsius- weg. De oude plaatsaanduiding kan tot in lengte van jaren blij ven bestaan; de tekst is im mers uitgehouwen in de steen en laat zich niet een, twee, drie verwijderen. Een heel aardig teken-van-toen is ook de tekst 'Brugwachter', uitgesneden in het kalf boven de voordeur van het pand op de hoek van de Kanaalstraat en de Zuidergrachtswal. Dit is dus ooit het woonhuis geweest van de brugwachter van de Eerste Kanaalsbrug. Die woont er al lang niet meer, maar ook hier kan de oude aanduiding nog heel lang blijven bestaan. Een heel verhaal staat er nog altijd in de Oosterbuurt op de zijmuur van het perceel Ooster- grachtswal nummer 113, maar ook die tekst slaat nu nergens meer op. 'Electrische smederij en kachelmakerij' lezen we daar en verder (waarschijnlijk) 'Berijdt Baving Rijwielen Snel Sierlijk Betrouwbaar Herstel plaats van Rijwielen en Moto ren'. Eens is hier dus een sme derij geweest, maar dat moet al heel lang geleden zijn - mis schien zijn er nog veteranen, die het zich herinneren. Tenslotte: in de Beyerstraat vinden we boven het raam van een winkelpand nog altijd de aanduiding 'Laurens lanszoon'. Die herinnert ons aan de boek winkel, die hier, nog niet eens zo heel lang geleden, met veel bombarie door de heren Adri- aan van Dis en Boudewijn Büch geopend werd, maar die al niet meer bestaat. Er zit nu een kunsthandel (Golzius) in hetzelfde pand, maar, ik zei het al, Laurens lanszoon wil ons doen geloven, dat er nog altijd leesvoer wordt verkocht.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1991 | | pagina 7