HET OVERLIJDEN...
STATES EN STINZEN
'T KLEINE KRANTSJE
in de sirui
SCHOONHEID DIE VERLOREN GING
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
HET TWEEDE VLIEGTUIG
TEGEN DE BONIFATIUS
Wij hebben nog een reactie ontvangen op onze recente
berichtgeving over een tweede KLM-vliegtuig, dat met de
Bonifatiustoren in aanraking is geweest. Behalve het toe
stel, dat op zaterdag zevenentwintig december zevenen
veertig de toren raakte en daarna een noodlanding moest
maken bij de Boxumerdam, moet er nóg een KLM-vliegtuig
met onze Bonifatius in aanvaring zijn gekomen. Dit tweede
toestel had de Bonifatiustoren waarschijnlijk al een paar
maanden eerder geraakt en wel op een zaterdag in augus
tus zevenenveertig.
Deze tweede, of beter gezegd
eerste vliegtuigbotsing, heeft
minder grote gevolgen gehad
dan de andere: het toestel kon
onbeschadigd of vrijwel onbe
schadigd op het vliegveld Leeu
warden landen.
Onze abonnee de heer C. van
Dijk te Leeuwarden berichtte
ons, dat zijn inmiddels overle
den zwager Wim Tromp een
van de inzittenden van dit toe
stel is geweest. Een jaar of ze
ven geleden hebben de heren
Van Dijk en Tromp nog over dit
geval een gesprek gehad.
"Wim vertelde me toen" aldus
de heer Van Dijk, "dat het mis
tig werd, toen het KLM-vliegtuig
al op weg was van Amsterdam
naar Leeuwarden. De passa
giers voelden kort voor de lan
ding hier een lichte schok, waar
eigenlijk niemand bijzondere
aandacht aan schonk. Na de
landing bleek er ook niets van
de vleugel af te missen, hoewel
die wel beschadigd was".
Wanneer we dit getuigenis van
de heer Van Dijk voegen bij de
eerder door ons gepubliceerde
verklaringen van onze abon
nees, de heer M. R. Smit te
Leeuwarden en mevrouw T.
van Beusekom-Sierksma te
Huizen, dan moeten we nu
toch wel aannemen, dat de
spectaculaire vliegtuigbotsing
van december zevenenveertig
niet de enige is geweest: twee
maal moet er, notabene(l), een
vliegtuig tegen de Bonifatius
zijn gebotst.
Op een onlangs door ons aan
de KLM gerichte brief (met
postzegel voor antwoord),
waarin wij vroegen of deze
maatschappij ons over dit inci
dent in, waarschijnlijk, augustus
zevenenveertig kon inlichten,
het echtpaar Oostra-Visser uit
het Canadese Calgary, een
stad met zo'n zeshonderddui
zend inwoners. De heer Oostra
werd in vierendertig als zoon
van een Spoorwegman gebo
ren in de Oeverdwarsstraat in
Leeuwarden, waar hij ook zijn
jeugd heeft doorgebracht. Me
vrouw Elisabeth Oostra-Visser
is oorspronkelijk afkomstig uit
Zeist.
Dorus Oostra emigreerde, nu
precies veertig jaar geleden, op
z'n zeventiende, naar Canada
met het diploma van de Am
bachtsschool op zak. Hij dacht
daar het timmervak te kunnen
uitoefenen, maar, onderne
mend als hij is, heeft hij er van
alles gedaan.
hebben wij (nog) geen reactie
gekregen.
Een soortgelijk schrijven over
de crash in december zevenen
veertig, dat wij jaren geleden al
eens aan de KLM richtten,
werd wel beantwoord.
Ons verzoek om inlichtingen
met de bedoeling in 't Kleine
Krantsje over dit ongeluk te pu
bliceren, werd toen beantwoord
met de mededeling, dat wij be
ter konden schrijven over posi
tievere dingen met betrekking
tot de luchtvaart.
Er wandelt een dame over de
AlbrechtstraBe in Breslau. Wan
neer er een paardenwagen na
dert, raakt de sleep van haar
japon vast in het wiel van het
voertuig. De vrouw wordt mee
getrokken, slaat achterover en
krijgt het wiel van een voorbijko
mende bierwagen over het
hoofd. (1876)
Twee broers in Frankrijk, de
glasblazers, Auguste en André
Berni, drie en dertig en veertig
jaar oud, worden beiden verliefd
op een keukenmeid. Zij komen
overeen, dat degeen, die de
meeste rum kan drinken, haar
een aanzoek zal doen. Na het
negende glas raakt de jongste
broer bewusteloos. De oudste
springt triomfantelijk op en zakt
daarna levenloos in elkaar
(1880).
Ooit had hij er als makelaar in
onroerend goed een kantoor,
waarvoor meer dan twintig
mensen werkten; nu is hij er
nog steeds actief in zijn make
laarskantoor Europ-Canada,
dat veel kleiner is.
De zeer enthousiaste en goed
lachse Dorus, die daar Richard
wordt genoemd, heeft er naar
zijn zeggen veel meegemaakt
en een mooi leven gehad,
maar hij schetst ook het weer
zien met zijn geboortestad als
een geweldige ervaring. Tien
jaar geleden was hij eveneens
in Leeuwarden en twintig jaar
geleden kwam hij hier voor het
eerst.
"Het is hier allemaal wel erg
veranderd," vertelde hij. "Soms
rij ik door de stad en dan denk
ik plotseling, hé, ben ik nou ei
genlijk wel in Leeuwarden?"
En, vanzelfsprekend, is het
vooral de oude binnenstad, die
bij hem weemoedige herinne
ringen oproept.
Maar wat hem hier het meest
opviel was het grote verschil in
mentaliteit tussen de Nederlan
ders en de Canadezen. Hier
hecht men grote waarde aan
materiële, daar meer aan gees
telijke zaken.
"Ik ben erg gelovig zonder
kerks te zijn," vertelde Dorus-
/Richard, "en eigenlijk is het zo,
dat ik tweemaal door Canade
zen ben bevrijd, eerst door Ca
nadese soldaten, daarna door
Canadese evangelisten. En die
tweede bevrijding was nog
mooier dan de eerste."
Franeker: Sjaerda Slot
Friens: Beslinga State