HET ONVERMIJDELIJKE EIND
VAN FRIESE KOLENHANDEL
•T KLEtHE KRAHTSJE m.
RAMPJAAR
Al eerder vermeldde ik, dat
1962 het rampjaar voor de ko
lenhandel- werd door de op
komst van het aardgas. Zo tus
sen '62 en '67 werd er door de
grotere bedrijven heel wat afge
tast om samen te gaan.
De grote Steenkolen Handels
Vereniging te Utrecht vond in
ons een partner. Deze onder
neming had in Leeuwarden een
eigen bedrijf, Siebesma en
Prins aan de Willemskade met
opslag aan het Spoordok. Lan
delijk organiseerde de S.H.V. al
veel samenvoegingen van ko-
lenbedrijven, die alle onder
haar supervisie kwamen onder
de merknaam 'Warmtecen-
trum'. Alzo gebeurde het ook in
Leeuwarden.
Siebesma en Prins, onder lei
ding van de heer H. Wester
huis, kwam met de Pam Olie-
ski? HHaMMBMaML--
Een verre terugblik tot slot: Th. van der Noord als "jongetje achter de mast" op het schip van zijn vader, die achter hem staat. De foto
moet omstreeks achttiennegentig zijn gemaakt.
Op de hoge leeftijd van negen
entachtig jaar stierf in septem
ber 1971, na een zeer werk
zaam en succesvol leven, de
heer Van der Noord van de
brandstofhandel Van der Noord
en Kuperus/Friese Kolenhan
del, waarover ik het al enkele
malen heb gehad.
De heer Van der Noord was de
tegenpool van de heer Kupe-
rus. Hij was een man met veel
durf en hij had een scherpe in
tuïtie voor zaken, waarmee wat
kon worden verdiend. Hij zag
om zo te zeggen het geld op
straat liggen en hij was gewend
dat op te pakken. Hij leefde
met veel risico's, maar hij had
geluk en hij werd van een een
voudige schipperszoon een
welgesteld man. De zakelijke
durf wist hij over te brengen op
de heer Riedstra, die daar een
goed gebruik van maakte.
de medewerkers. Het is een
hele lange rij. Bij de groothan
del Van der Noord en Kuperus
waren er jarenlange 'blijvers',
zoals de dames Hopman en
Hijlkema en de heren P. de
Jong, Th. Groenland en T. Mei
nes. Na de sluiting wisten zij,
gelukkig maar, goede banen te
veroveren.
In de detailzaak is altijd een
verloop geweest. Toch enkele
namen: werkbazen de heren J.
Stuiver, W. Bergsma, J. Verde-
nius en E. de Roos. Chauffeurs
en bezorgers de heren Walstra,
De Haan, de Tjepkema's, de
Van der Schaafs, Oortwijn, Fer-
werda, Dompeling, Visser, Dor-
land, Landstra, Van der Kooi,
Gilis Smit en W. Postma.
Op'kantoor de dames Gorter,
Wielinga, Antons, Landstra,
Boelens, Posthuma-Linthorst
en ook vader Posthuma-Lint
horst. Alle namen kan ik niet
meer achterhalen. Mijn oprech
te excuses aan hen, die niet
genoemd zijn; mijn geheugen
wordt zwakker.
Nu, twintig jaar later, zien wij
als kolenmensen terug op een
tijd, die we ondanks alle onre
delijkheden niet hebben willen
missen. Het bestaan was soms
hard en wreed, maar er brand
de altijd een 'geestelijk' vuur,
waaraan we ons hebben ge
warmd - we waren vuurtjessto
kers.
Aan de heer Fenno Schoustra
zijn wij grote dank verschuldigd
voor zijn royale toezegging tot
plaatsruimte voor dit vervolg
verhaal. Hij weet wat zijn vader
als procuratiehouder bij de ko
lenhandel Siebesma en Prins
heeft beleefd.
Leeuwarden
W. D. Lijfering
maatschappij en Van der Noord
en Kuperus/Friese Kolenhandel
in één pool met een gedeelde
zelfstandige leiding, één op
slagplaats aan de Snekertrek-
weg en één kantoorplaats.
Voor dat kantoor werd het
voormalige woon- en praktijk
huis van de bekende dokter
Bearda Bakker aangekocht op
de hoek van het Zuiderplein en
de Klanderijstraat.
Per 1 april 1967 gingen we met
elkaar hoopvol van start, nie
mand werd ontslagen en de
vakbond ging akkoord - ook
daar zag men een bestendiging
in het voortbestaan van de be
drijven.
Toch, na enige jaren zou het
samengaan een teleurstelling
worden. De ontwikkeling van
het gas-distributienet ging
steeds sneller, waardoor er ook
steeds minder kolenklanten
kwamen.
Hetzelfde verschijnsel deed
zich vanzelfsprekend voor bij
de handelaren, die niet bij het
Warmtecentrum waren aange
sloten. Ondanks alle geploeter
dreigde het Warmtecentrum in
'69 in de rode cijfers te komen.
De nog overgebleven grote ko
lenzaken, de B.H.V. aan het
Zuiderplein, de firma J. Hum
mel en Zn in de Maria Louise-
straat en de Coöperatieve Ge
bruikersvereniging Excelsior
aan de Oldegalieën gingen in
dat jaar met het Warmtecen
trum een samenwerking aan
onder de naam Coöperatieve
Vereniging 'De Brandstoffen
Centrale' en onder voorzitter
schap van de heer A. Venne-
ma, firmant van de firma Hum
mel.
De aangesloten bedrijven hie
ven alle hun opslagterreinen
op; de meeste hielden nog een
bestelkantoor aan huis over.
De overgebleven Leeuwarder
Kolenstokers konden hun be
stellingen op de hun bekende
adressen opgeven; de Brand-
stoffencentrale zorgde voor het
uitvoeren van de opdrachten.
Daar de Friese Kolenhandel
het grootste opslagterrein had
werd dit aangewezen als distri
butiecentrum van de B.C.F. on
der leiding van de heren Auke
Hummel en Lijfering. De perso
neelsleden werden op vrijwillige
basis bij elkaar gevoegd. Som
migen echter verlieten de ko
lenhandel. Er was in deze tijd
nog wel vaak een mogelijkheid
ander werk te krijgen.
De oudere werknemers gaven
er veelal de voorkeur aan bij de
B.C. F. te blijven en zij hebben
hun plaats dan ook tot het
laatst bezet gehouden. Jong
bloed kwam er niet meer in en
dat zou op den duur leiden tot
moeilijkheden - de arbeid voor
de ouderen werd immers
steeds zwaarder.
Ook handelaren van buiten de
stad sloten zich wel bij de
B.C.F. aan, zodat de omzet in
de eerste jaren nog wel bevre
digend was. Toch liepen de uit
komsten van de B.C.F. snel te
rug en wel door de hoge
expeditiekosten - er moest
over steeds langere afstanden
worden vervoerd.
EINDE
Th. van der Noord: een man
met veel durf
En zo kwam er dan ook aan dit
bedrijf een eind: op de 31e
maart 1972 gingen de poorten
van de Leeuwarder Kolenhan
del dicht, de ongelijke strijd
was gestreden.
De golvende lijn in het bestaan
van Van der Noord en Kupe
rus/Friese Kolenhandel is dui
delijk aan te wijzen. Opkomst
en vooruitgang tot W.O. II. Te
ruggang en zelfs gehele stop
zetting aan het eind van W.O.
II. Opnieuw opkomst en voor
uitgang na W.O. II tot grote
hoogten; vervolgens in 1962 de
grote klap, ommekeer en af
sterven van een florerende
handelstak en industrie.
En dan tenslotte het personeel,