Jou l^hellema 'T KLEINE KRANTSJE Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 12 RIJKS H.B.S. Het is alweer vijftig jaar gele den, dat ik de Rijks Hogere Burger School aan het Zaailand met het diploma van de B-afde ling verliet. Dr. G. H. ten Brug- gencate beleefde er moeilijke Dr. G. H. ten Bruggencate: moeilijkejaren. jaren. De school was wat te groot voor hem. Behalve, dat het oorlog was, was het ook moeilijk voor hem met de lera ren. Die waren niet gemakke lijk. En dan de narigheid met de leraar, die Purk genoemd werd! 't Kleine Krantsje heeft hem eens genoemd in zijn vele publicaties en er wijselijk niet bijgezet, dat volgens de dikke Van Dale die naam betekent: onderblijfsel, ukkie! Bovendien was er op de Rijks - voor mijn tijd - een ernstig incident geweest. De heer A. Velsink was tekenleraar. Hij gaf uitstekend les. Maar met een van de leerlingen kreeg hij eens een ruzie, die hoog op liep. De heer Velsink was geen doetje en maakte er werk van. Gevolg: die jongen werd van school gestuurd en hij kon op geen enkele middelbare school meer terecht. Zijn vader was de tandarts Timmenga, wonend in de Weerd. Mijn ouders en ik waren patiënt bij hem. Tandarts Timmenga begon over het verwijderen van zijn zoon van de H.B.S. een proces tegen de Staat der Nederlan den en dat verloor hij. De oor log kwam met de bezetting en de tandarts werd N.S.B.er. Weer begon hij een proces, ho pende, dat hij in deze omstan digheden zou winnen. Blijkbaar had hij tenslotte alles, wat hij bezat, verspeeld, want hij ver dween geruisloos. Hoe zou het met die jongen, zijn vader en diens echtgenote afgelopen zijn? Grouw A. van Hespen Er waren in het gezin van de tandarts J. J. Timmenga en zijn vrouw E. C. J. Blok twee jongens, Koos en Tim. Beiden speelden ze hockey, Koos bij Rap en Tim bij de L.K.C. Met Koos, die arts werd, "een heel aardige jon gen" is het slecht afgelopen. Hij sloot zich aan bij de S.S., ging met de Neder landse Ambulancedienst naar het oostfront en sneu velde op 11 november 1942 als S.S. Oberscharführer in de omgeving van Selo Gora in Rusland. De knaap, die van school werd gestuurd, Tim, "een echt buitenbeen tje", werd boer op een van onze waddeneilanden. De Timmenga's stonden in de oorlog in Leeuwarden als felle N.S.B.ers bekend. Het moet ook zo zijn geweest, dat Anton Mussert in de Weerd logeerde, wanneer hij in Leeuwarden kwam. Toen er een jaar of tien ge leden verbouwingswerk zaamheden werden verricht in het pand van de Timmen ga's (nu het antiquariaat van de Tille) vond de loodgieter Popma onder de vloer een hele berg N.S.B. paperas sen en speldjes van de N.S.B. Het Verzetsmuseum is er blij mee gemaakt. Red.'t KI. Kr. HOTEL DE BLEEK Dat was een leuke foto, een poosje geleden in 't Kleine Krantsje, van de gezellige lees tafel van het vroegere hotel De Bleek! Daar zaten veel beken den van mij bij. En Agnes Hen- kes schonk net nog eens een lekker potje bier in. De ouders van Agnes hebben nog jaren in de Oosterbuurt ge woond in een huisje van mijn grootouders. Nu is daar een parkeerterrein. Haar vader was een bekende Leeuwarder, Tho mas Henkes, een neef van de evenzeer bekende Henkes van "de Negerhut van Oom Tom". Beiden zijn ze niet oud gewor den. Wat was dat vroeger gezellig in de tent van Oom Tom bij het Vossenparkje. Ik reed in die tijd nog op de bakkertransportfiets en dan was het vaste prik om bij Thomas warme chocolade melk te halen en.de papier tjes in te vullen, van wat nu de voetbaltoto is. Veel Leeuwarder jongens kwa men daar bij elkaar, zoals ook Just Fahner met zijn bananen en sinaasappels. Prachtig, als je terugdenkt aan die dagen. Ik denk wel eens, waar zouden die mensen nu zijn en leven ze nog? Leeuwarden Rinzevander Heide MISBAKSELS Kort geleden stond er een foto in de krant van de Nieuwestad met het nieuwgebouwde Wibra- pand. Ik ben me rot geschrok ken. Welke koekebakker heeft daar zulke misbaksels neerge zet tussen de mooie, oude ge vels in? Dit kan toch niet? Sor ry, maar ik moest dit even kwijt. Onze oude stad wordt toch he lemaal kapot gemaakt. Al het oude doen ze weg. Is het zwarte spookhuis en al les wat er om heen staat aan de Langemarktstraat al niet erg genoeg? Ik zal maar niet eens beginnen over alle andere mooie dingen, die verdwenen zijn, dan heb ik wel een week tijd nodig. Neem me mijn woe de niet kwalijk. Drachten I.Zuiderveld Natuurlijk zullen wij u uw woede niet kwalijk nemen. Maar tegenover uw mening zullen ook andere staan. Wij hebben ook prijzende woor den kunnen beluisteren, zo wel met betrekking tot het Wibrapand als in verband met de Averotoren. Waar en hoe er ook gebouwd wordt, altijd zal het ontwerp voor- en tegenstanders ontmoe ten. Red.'t KI. Kr. BRIJKOKERIJ Er stond onlangs in 't Kleine Krantsje een interessant ver haal over "een merkwaardige onderneming in het oude Leeu warden", de electrische brijko kerij van Johannes Schut. Daarin werd ook de naam van mijn vader genoemd, die in die zelfde tijd eveneens een brijko kerij heeft gehad. Mijn vader was schipper en toen mijn grootvader overleed Electrische Brijkokerij, maar die naam vond ik eigenlijk niet goed, want er werd met gas verwarmd, terwijl een electro motor een propellor aandreef. Wanneer de temperatuur hon derd graden Celsius was, werd het gas zo afgesteld, dat de temperatuur gelijk bleef. Mijn vader heeft in het begin nog geprobeerd de zaak te ver kopen, omdat hij als schipper met een Rijnpatent kans had bij de rivierpolitie te komen. Jam mer voor hem kon hij de zaak niet kwijt. Maar zijn hart hing te veel aan het water en echte ar beidsvreugde had hij niet in zijn brijkokerij. Soest G. Taekema wou de familie graag, dat de oudste zoon een baan aan de wal zocht. Van een zekere Van Tuinen, die direct daarna naar Amerika vertrok, kocht mijn va der toen een brijkokerij. In dat bedrijf, bij Van Tuinen dus, werkte de heer Schut. Toen mijn vader zou beginnen rekende hij een beetje op de medewerking van de heer Schut. Maar die liet toen weten voor zich zelf te zullen begin nen. Dat was zijn goed recht, maar vader stond toch wel even raar te kijken. Een plusminus zeventien jaar oude jongen, een Dijkhof, die goed thuis was in de brijkokerij, heeft mijn vader en een oom van mij toen van de gang van zaken in het bedrijf op de hoogte gebracht. Dat was in 1913. Mijn vader was inmid dels getrouwd, maar na het uit breken van de oorlog moest hij in dienst. Mijn moeder en haar zwager hebben de zaak toen zo'n beetje gerund. Ik kan me van toen ik een jaar of vier, vijf was, de kookpotten nog goed herinneren en ik zie ook de mannen nog voor me, die er met lange houten schep pen in stonden te roeren. De heer Schut, een vooruitstre vend man, had zijn karren altijd keurig voor elkaar en hij kocht als eerste een electrisch appa raat. Hij bezat toen dus De Eerste n Makelaardij alnde 1898 VOETBALPLAKBOEKEN Een tijdje geleden stond er in 't Kleine Krantsje een artikel over de plakboeken van de oud-Fri- siavoetballer Johan Hilarius. Bij hem kwam ik wel in de zaak om papierwaren te halen voor Nicator, waarvan ik penning meester was. Johan heeft zijn plakboeken, maar de L.A.C. Frisia zelf heeft ook een zeer goed ar chief. Als secretaris van Nicator kreeg mijn zoon van archivaris Puck Couperus een brief van vijftig jaar terug, waarin de uit nodiging stond voor een vriend schappelijke wedstrijd. Volgens mij zijn er niet zo veel vereni gingen, die zoiets kunnen to nen. Onlangs kreeg ik nog een ge denkboek van Frisia van 1923, toen die club veertig jaar be stond. Hierin kwamen namen naar voren van mensen, die ik nog wel heb ontmoet, zoals de advocaat Mr. Hepkema, de hoofdonderwijzer van de Ulo, meester Valkema, Van Key- zerswaard en de directeuren van Koopmans Meelfabrieken, waar ik zelf heb gewerkt, Daan, Uko en Johan Koopmans. Ook de heren Henk en Lam mert Steinvoorte staan in dat boek vermeld. Tegen Lammert heb ik zelf nog wel gevoetbald. Da's wel weer even geleden, ja. Leeuwarden Jac. Bakker ONVOLPREZEN SCHOOL Het stukje over de heer Schaafsma, de directeur van de Ambachtsschool in het vori ge Kleine Krantsje, riep bij mij een oude herinnering op. Ik ben steeds, wat men noemt "een vroege leerling" geweest en ik was nog geen twaalf, toen m'n lagere schooltijd er op zat. Samen met vader ging ik toen naar het bureau voor be roepskeuze - ik wou en ik zou timmerman worden, dat stond voor mij als een paal boven water. Maar helaas, er waren te veel aanvragen en ik werd afgewe zen voor de Ambachtsschool. Dan maar naar de zevende klas van de Vijverschool, waar ik nog geen drie dagen was, toen daar de concierge van de Ambachtsschool verscheen met de vraag wie Jetze Visser was. Het bleek, dat er tóch nog een plaats voor mij was! Ik zal misschien een maand op school zijn geweest, toen ik van mijn eerstejaars leraar de heervStoet een opdracht kreeg: "Visser, ga jij eens even naar meneer Van Hespen (zijn zoon schreef het stukje over de heer Schaafsma) en vraag hem om een Irwinboor 16 milimeter. Een moeilijke opdracht, want ik had nog nooit van een Irwin boor gehoord. Op weg naar de heer Van Hes pen herhaalde ik dus steeds: "een Irwinboor, 16 milimeter, een Irwinboor, 16 milimeter." Maar niet zodra stond ik voor de heer Van Hespen of die greep me bij de borst en vroeg met een Stentorstem: "Pedro wie zijt gij?" Ik, totaal overdon derd: "J...J... Jetze Visser me neer" En hij weer: "Pedro wat wenst gij?" Het enige wat ik toen nog wist was "een boor, meneer". "Volg mij!" comman deerde de heer Van Hespen en hij liep naar een kast, waarin tot mijn blijde verrassing een rij boren aan een plankje hing met de aanduiding "Irwinboren" erop. Zo kon ik mijn opdracht toch nog uitvoeren, maar alles heeft zo'n indruk op me gemaakt, dat het lijkt alsof het net is ge beurd. De drie jaren op de Ambachts school zijn de mooiste uit mijn schooltijd geweest en inder daad, zoals de heer Van Hes pen junior al schreef, wij kre gen een gedegen en vakkun dige opleiding van mensen, die (Vervolg op pag. 23) De heer A. M. van Hespen: "Pedro, wiezijtgij?"

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1991 | | pagina 12