SPECTACULAIRE GROEI
VAN DE SOETE SUIKERBOL
'T KLEINE KRANTSJE
HET "RAADSEL" VAN
DE NATTE KELDER
NAAR BEDRIJF MET ZEVEN WINKELS
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 7
Het zal nu wel duidelijk zijn, dat de kinderen van Jentje en
Ytje Feenstra met hart en ziel werkten aan het welzijn van
hun bakkerij. Maar er werd ook aan een verre toekomst en
mogelijke opvolgingen gedacht. Luutzen en Jan kregen dus
kinderen en zij mochten hopen, dat die het Feenstra-bak-
kerspad verder zouden bewandelen.
Voor Jan en Annie Feenstra is
die hoop niet in vervulling ge
gaan. Zij kregen twee zoons,
die beiden apotheker werden
en een dochter, die ook andere
ambities had.
Maar door de kinderen van
Luutzen en Klaasje stroomde
wel degelijk het echte bakkers-
bloed. De dochter deed het
niet, maar de drie zoons kozen
allen liefdevol het bakkersvak:
Jentje, genoemd dus naar zijn
grootvader en geboren in 1944,
Johannes, ofwel Hans (1945)
en Jan (1947).
Van huis uit kregen zij een de
gelijke opleiding en het kon nie
mand verbazen dat zij op een
goede dag de leiding van de
oudere generatie overnamen.
Dat gebeurde in 1975. Luutzen
en Jan Feenstra trokken zich
uit de directie terug en er werd
nu een Besloten Vennootschap
gevormd met, hoe kon het ook
anders, de al lang vertrouwd
geworden naam 'In de Soete
Suikerbol'.
SPECTACULAIR
Met Jentsje als algemeen di
recteur, Hans als de computer
man bij de ovens en Jan als
bedrijfsleider in verschillende
winkels, volgde er nu een spec
taculaire groei, voor een niet
gering deel dank zij het handi
ge inspelen van de jonge on
dernemers op de snelle veran
deringen in de stad. De
binnenstad raakte immers ont
volkt en de buitenwijken onder
gingen tegelijkertijd een storm
achtige groei.
Met enkele jaartallen kan de
ontwikkeling van De Soete Sui
kerbol sprekend worden aange
geven.
In 1978 kwam er een winkel bij
in de Menaldumerstraat, een
jaar later al volgde er een zaak
in de Gaspeldoornstraat. In '82
kwam er een noodwinkel in het
centrum van Camminghaburen,
twee jaar later ging de Gaspel
doornstraat dicht, maar kwam
er weer een winkel in het Ald-
lan bij.
In 1989 kwam de nieuwe win
kel in Camminghaburen gereed
en het vorige jaar kreeg de
Soete Suikerbol er als zevende
zaak een winkel bij in het cen
trum Bilgaard.
Intussen heeft de jongste Feen
stra, Jan, zijn vleugels ver bui
ten Leeuwarden uitgeslagen.
Hij trok naar Nieuw Zeeland,
waar zijn bakkersvakmanschap
leidde tot het opbouwen van
een bakkersbedrijf, dat net als
de zaken van zijn beide broers
in Leeuwarden, buitengewoon
floreert.
Mag het opmerkelijk zijn, dat
de Soete Suikerbol kon uit
groeien tot een onderneming
met zeven winkels, die geheel
op de particuliere behoeften
zijn gericht, ook leveringen aan
hotels, kantines en soortgelijke
instellingen behoren tot de da
gelijkse taak.
Er is dus, sinds de Feenstra's
in 1941 heel bescheiden be
gonnen aan de Tweebaks-
markt, ontzettend veel veran
derd in het bedrijf. De bakkerij
heeft een enorme verluxing
meegemaakt. Producten, waar
aan vroeger gewoon niet werd
gedacht, zitten nu standaard in
het assortiment.
Terwijl vroeger, om maar een
voorbeeld te noemen, het
sjerpboltsje een succesartikel
was, verwonderen de Suiker-
bolbakkers zich er nu over, dat
de consument dat toen zo lek
ker vond. Het lekkere van toen
In negenendertig, toen Jentje en Ytje Feenstra hun zilveren huwelijksfeest vierden, poseerde het hele
gezin voor de bekende fotograaf Strüppert in Leeuwarden. Op achterste rij: Jacob, Klaske, Jan en
Lies en op de voorste rij, tussen vaderen moeder Feenstra in: Hiltje, Luutzen en Dieuwke.
is nu immers veel luxer en lek
kerder.
Maar bij alle veranderingen is
de sfeer bij de Soete Suikerbol
gelijk gebleven. De liefde,
waarmee de mensen het koste
lijke bakkersambacht beoefe
nen. Gebleven is ook de grote
bekoring van het produceren,
van het omtoveren, elke dag
weer, van de vormloze grond
stoffen in bekoorlijke baksels
en dat dan in de hoop dat 's
avonds het meeste de deur
weer uit is.
Veranderd, erg veranderd is
het assortiment. De drie afde
lingen van het bedrijf, de
brood-, de koek/banket- en de
gebakafdeling zorgen voor een
groot assortiment, waarbij met
de beste grondstoffen zeer
hoogwaardige producten wor
den vervaardigd. De vierde af
deling, de expeditie, zorgt voor
een goede verdeling oyer de
verschillende winkels.
Ook de winkeldames dragen
een steentje, nee, een dikke
steen, bij aan het succes van
De Soete Suikerbol. Het con
tact met de klanten is immers
van groot belang.
En dan nu, tot slot: wat is ei
genlijk het doel, dat de directie
van de Soete Suikerbol na
streeft? Altijd maar groter wor
den? Nee, dat zeker niet. Het
doel is in de eerste plaats het
scheppen van gezelligheid en
sfeer in de eigen onderneming,
gezelligheid en sfeer, die uit
stralen van het vervaardigde
product en die duidelijk als vak
manschap overkomen op de
consument.
FIJN WERKEN
Wat dus bij bijna alle Suikerbol
letjes het belangrijkste is: fijn
werken, met fijne mensen, met
fijne klanten. En.met heerlij
ke producten!
weten. Twaalf gegadigden had
den de inmiddels wanhopig
geworden eigenaar al de rug
toegekeerd, toen de dertiende
eindelijk toch toehapte.
Het euvel van het grondwater,
dat op de keldervloer kwam,
bleef ook de Feenstra's teiste
ren en niet zelden waren ze in
de weer om het er met emmers
vol uitte scheppen.
Tot er tijdens een verbouwing
bij toeval in een hoek van de
kelder een wel werd aangetrof
fen - toen was het leed gele
den. Men zette er een pomp op
en de keldervloer bleef van dat
moment af zo droog als gort.
Toen in de Tweede Wereldoor
log de bakkerij van Tinga aan
de Tweebaksmarkt te koop
stond, kwamen er, ondanks de
benarde tijden, heel wat gega
digden op af. Maar die zaak
was lelijk verlopen en niet zo
erg aantrekkelijk.
Bovendien kwam de kelder,
waarin men in een kolenge-
stookte oven de broden bakte,
herhaaldelijk onder de water te
staan - er liep ook een duister
gangetje in de richting van
waar in vroeger jaren de oude
Heerengracht was geweest.
De ene na de andere adspi-
rant-koper liet het dan ook af-
In vroeger jaren kon het nog wel eens gebeuren, dat er een
steentje terechtkwam in het krentenbrood. De krenten kwamen
toen nog zo van het land en moesten dan eerst "gelezen" worden,
dus worden nagezien op ongerechtigheden. Zo bleef er toch nog
wel eens wat in zitten.
In de tijd, dat de bejaarde bakker Jentje Feenstra zich met dit
krentelezen bezighield is het eens gebeurd, dat een klant kwam
klagen over de aanwezigheid van een kies in het krentenbrood.
De oude heer Feenstra, die toen zelf helemaal geen tanden meer
had, maakte zich op zijn beurt nogal kwaad over de boosheid van
deze klant. "Litte hja de eigen bek mar neisjen" riep hij gepikeerd
uit. En dat bleek een goed advies te zijn: later moest de klant,
schoorvoetend, maar toch wel eerlijk, toegeven, dat het "een ei
gen" kies was geweest.
De Feenstra-bakkers van vandaag: links Jentje en rechts Hans Feenstra, beiden zoons van Luutzen.